Afgelopen donderdag rekende de Algemene Rekenkamer af met het Nederlandse mestbeleid. Het is al jaren bekend dat Nederland aanmerkelijk meer mest produceert dan boeren op hun akkers kunnen gebruiken. Dat leidt tot fraude, overlast en hoge kosten voor de afvoer van mest, terwijl die in andere landen juist geld waard is.

Het mestbeleid is een van de heetste hangijzers in de discussie over de toekomst van de boerenstand in Nederland. Kringlooplandbouw - de basis voor het nieuwe Nederlandse boerenbeleid - is één van de pogingen om meer mest in eigen land te kunnen plaatsen, door kunstmest zoveel mogelijk uit te faseren. Het is zelfs denkbaar, fluistert men in de wandelgangen, dat het afschaffen van kunstmest kan leiden tot een tekort aan dierlijke mest bij de huidige - volgens velen - veel te grote veestapel in ons land. Waarom te groot? Omdat de milieudruk onverantwoord is. Het bedenken van regels die kringlooplandbouw - de meest waarschijnlijke definitie luidt: alleen echte mest gebruiken van dieren die gevoerd worden met grondstoffen die binnen een gereguleerde straal worden ingekocht - in goede banen kunnen leiden is dan ook geen geringe uitdaging.

In Nieuwsuur was de Rekenkamer afgelopen donderdagavond te horen met een niet mis te verstande boodschap: de regels hebben eerder kwaad dan goed gedaan.


De Rekenkamer maakte een duidelijke animatie met een scherpe tekst:
In 2007 wordt bekend dat boeren vanaf 2015 net zoveel koemelk mogen produceren als ze willen. Eerdere beperkingen, de melkquota, worden afgeschaft. Vooruitlopend daarop breiden melkveehouders hun veestapel uit. Meer koeien betekent ook meer mest. In mest zit fosfaat. Te veel fosfaat is slecht voor het milieu. Daarom is er een grens, waaraan de boeren zich moeten houden. Om te voorkomen dat we over die grens heen gaan, neemt het kabinet in 5 jaar tijd veel verschillende maatregelen. Vanaf 2013 nog voorzichtig: groeien mag zolang het mestoverschot wordt verwerkt. Maar dat blijkt niet te werken. Daarom moet het aantal koeien naar beneden. Jaar na jaar worden de regels aangescherpt. Totdat in 2018 toch weer een maximum wordt gesteld aan de melkproductie. De Algemene Rekenkamer concludeert nu: de regels kwamen er om problemen op te lossen. Maar achteraf gezien waren de regels eerder medeoorzaak van de problemen. Daarom is de aanbeveling aan kabinet en parlement om te stoppen met steeds maar weer invoeren van nieuwe regels en aanpassen van bestaande. Kom met duidelijke normen en zorg dat die worden nageleefd.

Mlekveehouderijdeskundige en Foodlog-commentator Frits van der Schans van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) kan zich goed vinden in de kritiek van de Rekenkamer.

Rekenkamer - Aanpak mestvervuiling veehouderij
  • Deel
Druk af