Het mestbeleid is een van de heetste hangijzers in de discussie over de toekomst van de boerenstand in Nederland. Kringlooplandbouw - de basis voor het nieuwe Nederlandse boerenbeleid - is één van de pogingen om meer mest in eigen land te kunnen plaatsen, door kunstmest zoveel mogelijk uit te faseren. Het is zelfs denkbaar, fluistert men in de wandelgangen, dat het afschaffen van kunstmest kan leiden tot een tekort aan dierlijke mest bij de huidige - volgens velen - veel te grote veestapel in ons land. Waarom te groot? Omdat de milieudruk onverantwoord is. Het bedenken van regels die kringlooplandbouw - de meest waarschijnlijke definitie luidt: alleen echte mest gebruiken van dieren die gevoerd worden met grondstoffen die binnen een gereguleerde straal worden ingekocht - in goede banen kunnen leiden is dan ook geen geringe uitdaging.
In Nieuwsuur was de Rekenkamer afgelopen donderdagavond te horen met een niet mis te verstande boodschap: de regels hebben eerder kwaad dan goed gedaan.
Te positieve inschattingen en #regels en #wetten die de #milieuproblemen alleen maar groter maakten. Het overheidsbeleid om de #veehouderij in Nederland te #verduurzamen wordt vandaag hard gekraakt door de Algemene #Rekenkamer (@Rekenkamer). #stikstof #Nieuwsuur pic.twitter.com/FgWbEgG9zz
— Nieuwsuur (@Nieuwsuur) June 20, 2019
De Rekenkamer maakte een duidelijke animatie met een scherpe tekst:
In 2007 wordt bekend dat boeren vanaf 2015 net zoveel koemelk mogen produceren als ze willen. Eerdere beperkingen, de melkquota, worden afgeschaft. Vooruitlopend daarop breiden melkveehouders hun veestapel uit. Meer koeien betekent ook meer mest. In mest zit fosfaat. Te veel fosfaat is slecht voor het milieu. Daarom is er een grens, waaraan de boeren zich moeten houden. Om te voorkomen dat we over die grens heen gaan, neemt het kabinet in 5 jaar tijd veel verschillende maatregelen. Vanaf 2013 nog voorzichtig: groeien mag zolang het mestoverschot wordt verwerkt. Maar dat blijkt niet te werken. Daarom moet het aantal koeien naar beneden. Jaar na jaar worden de regels aangescherpt. Totdat in 2018 toch weer een maximum wordt gesteld aan de melkproductie. De Algemene Rekenkamer concludeert nu: de regels kwamen er om problemen op te lossen. Maar achteraf gezien waren de regels eerder medeoorzaak van de problemen. Daarom is de aanbeveling aan kabinet en parlement om te stoppen met steeds maar weer invoeren van nieuwe regels en aanpassen van bestaande. Kom met duidelijke normen en zorg dat die worden nageleefd.
Mlekveehouderijdeskundige en Foodlog-commentator Frits van der Schans van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) kan zich goed vinden in de kritiek van de Rekenkamer.
Gaan nu eindelijk ogen open?
— Frits van der Schans (@FritsvdSchans) June 20, 2019
Dat Rijksoverheid met:
+ Wet Verantwoorde Groei
+ Wet Grondgebonden Groei
- Melkquotum
+ Programma Aanpak Stikstof
+ Stelsel Fosfaatrechten
in 4 jaar, 18.000 MVH-ers laat wanhopen en het milieu tekort doet!!#indekamerstaateenolifant https://t.co/L2LiW5SoiF
in mijn optiek worden er meldingen gedaan naar alle percelen die niet in eigendom zijn van de veehouder. De aanvoer van de dierlijke mest gaat ook van de kunstmestruimte af. Praktijken in de akkerbouw waar alle dierlijke mest naar het graan gaat en alle kunstmest naar de aardappels zijn dan ook verleden tijd.
De basis is niet de diertelling maar de mestvoorraad aan het begin van het seizoen. Dit is voor ieder bedrijf uit te rekenen en staat ook vast (voer - afvoer vee = mest) > het gaat over een periode die afgesloten is. Ook de mestplaatsingsruimte staat vast. Wel zo makkelijk om te rekenen met werkelijke cijfers i.p.v. aannames. Voorwaarde is dus wel een jaarrond opslag.
Als varkenshouder heb ik bijvoorbeeld op 1 maart 3000 m3 vleesvarkensmest op voorraad. met 12000 kg fosfaat en 18000 kg fosfaat. Ik heb geen eigen grond. 60% moet naar de verwerking. Die kan al met een contract in de balans. Dan heb 4800 kg fosfaatruimte nodig zeg maar 70 hectare. Die percelen moeten dan al gemeld zijn bij het rvo. Als later de vrachtwagen rijdt kan ik verantwoorden dan mijn mest naar die percelen is gegaan.
Als melkveehouder en veehouders met eigen land heb je dan deze som
(voorraad - plaatsingsruimte op eigen land) * 0,4 / 70 = aantal hectares wat vastgelegd moet worden.
#10 Ja en Nee
Nee, want milieu grenzen was geen aandacht voor. De nieuwe grens, grenzen waar je tegen aan zou lopen.**
Vrije markt, ik vrees dat alle melkveehouders daar pas een beetje gevoel van owh bij kregen toen in 2009 de melkprijs een jaar lang gewoon laag was. Maar toen was het al te laat voor beleid met de melkverwerkers om af spraken te maken over de grondstof productiehoeveelheden van witte melk. Dat was ruim 5 jaar voor daadwerkelijk einde melkquotering al een gepasseerd station.
Pas in 2016 temperde RFC zijn aanvoer vanwege afzet problematiek, lees goede melkprijs kunnen betalen. #fabrieksquotum
**Ooit wel is gevraag aan mijn Pa toen hij in 1977 een stuk aan zijn aanbindstal (grupstal) bouwde. Welke en hoeveel vergunningen hij daarvoor nodig had. En dat hij de in 1986 compleet nieuw gebouwde Ruilverkavelingsboerderij bouwde op basis van een AmvB huisvesting melkvee en een beplantingsplan. Dat wel dat laatste moesten zoveel bomen/bossage rondom de boerderij komen.
Vroeg ik hem of hij zich realiseerde met hoeveel vergunning en grenzen ik rekening moest gaan houden als ik het bedrijf zou willen uitbreiden.
Grondgebondenheid dierlijke mestplaatsing / afvoer
Natura 2000, stikstof uitstoot, oftewel PAS vergunning.
Bouwblok, bestemmingsplan, welstandcommissie
Afname melk door melkverwerker
Note: Ik realiseer me terdege dat ieder (productie) bedrijf in Nederland te maken heeft met veel meer wet- en regelgeving!.
#8 Dus eigenlijk het geloof in het aloude bekende sprookje over de zegeningen van de "vrije markt".
#7 Eens Frans.
Dat kan ik ook niet. Dat was hetgeen mij aanzette om mijn #1 te schrijven. Om wat Rekenkamer schrijft mij niet klinkt als wat er aan de hand is en wat er gebeurt is.
Zonder die regels was de melkproductie nog veel meer gestegen volgens mij.
O, die vergat ik in mijn rijtje. De ingeschatte groei voor na 2015 het quotumloze tijdperk was veel gematigder dan de praktijk geworden is. Scenario van +20% was wel soort van opgeschreven in de rapporten maar moest je niet verwachten dat dat ging gebeuren. Het zou wel meevallen.
#6 Gert,
bot en lomp geformuleerd:
- Als je niet ging verdubbelen was je een 'mietje' mentaliteit in mijn studententijd en nog tijdje erna. Zeg maar tot aan 2009 het 1ste slechte melkprijsjaar sinds bekend wording einde melkquotering. Ging rond op MAS en HAS en binnen Agrarisch Jongeren contact.
- die veer van We will feed the world liet (jonge) boeren met groots gemak grote schoenen aantrekken (niet gehinderd door aanmoediging Rabobank die ook we will feed the world op reclamemateriaal voor agrariërs printte).
- bestuurders met ambitie in een tunnel die tegenspraak op groei niet dulden. Was taboe om kritisch over te zijn op boerenvergaderingen en/of in je studieclub. Menig bestuurder groeide zelf thuis ook flink met zijn melkveebedrijf.
- Er was een sfeer van eindelijk einde van het juk van de melkquotering en de kosten die daarbij hoorde als je wilde groeien. Eindelijk vrije markt.
- Teveel gewicht van ZLTO in landelijke Melkveehouderij. En ZLTO was vooral gedreven door succes varkenshouderij van na de 2de wereldoorlog, lees in intensief op weinig grond. Weet u nog die rijke ZLTO die onder andere eigenaar van cashcow Rendac was maar rap afgleed. Die rijke ZLTO die fusie ten tijde van WLTO, GLTO, etc tegenhield zodat we (N)LTO versus ZLTO en beetje LLtb kregen.