Hét duurzaamheidsprobleem is het groeiend tekort aan nutriënten dat zich aftekent, daarom willen we ze zo snel mogelijk weer voedsel laten wordenCruciaal in de context van circulariteit is het feit dat al voor het Carboon de CO2 concentratie (koolzuurgas) in de atmosfeer met toenemende vergroening sterk daalde; licht en planten maken fotosynthese mogelijk. Maar pas in het Carboon ging de sterk toenemende vergroening en de verder dalende CO2 concentratie gepaard met een sterke daling van de temperatuur op aarde. Aan het einde van het Carboon en in het begin van het Perm waren de temperatuur op aarde en de CO2 concentratie in de atmosfeer ongeveer gelijk aan de situatie die wij nu kennen. Ondertussen was enorm veel CO2 vastgelegd in de vorm van veen, steenkool, aardolie en gas.
Elementen voor leven
Ik leerde op de middelbare school via het Periodieke Systeem dat die woeste en ledige aarde opgebouwd was uit 118 elementen. Ik leerde ook dat voor leven 16 elementen onmisbaar zijn, maar dat getal verifiërend bleek dat men er momenteel van overtuigd is dat wij via ons voedsel minstens 19 elementen moeten binnen krijgen. In die context is het nuttig je te realiseren dat “all flesh is grass” (Dubinsky & Seckbach). Het zijn de planten die de benodigde elementen uit bodem en lucht halen en via fotosynthese tot organische stof maken. Dode of levende organische stof is het voedsel voor mens en dier.
Ik houd het simpel, als we het in het kader van de voedselvoorziening over circulariteit hebben dan gaat het over N (stikstof), P (fosfor), K (kalium) en andere nutriënten, die bij de fotosynthese gekoppeld worden aan C (koolstof) en H (waterstof), waarbij O2 (zuurstof) vrij komt. Daarbij verdwijnen CO2 en H2O (water). En bij vertering, mineralisatie en verbranding van organische stof wordt O2 gebruikt en komen CO2 en H2O weer vrij. Mijn stelling is dat voor het koppelen van circulariteit aan duurzaamheid, het nodig is om onderscheid te maken tussen O2 , CO2 en H2O enerzijds en N, P, K en andere nutriënten anderzijds. Door dat onderscheid wordt een Foodlog artikel over het verwaarden van reststromen nog duidelijker: Elektrisch rijden op brood en veevoer – is dat slim Nee, dat is het tegendeel van slim, ook al komen de grondstoffen CO2 en H2O via gebruik van O2 weer beschikbaar.
Mijn stelling is dat voor het koppelen van circulariteit aan duurzaamheid, het nodig is om onderscheid te maken tussen O2 , CO2 en H2O enerzijds en N, P, K en andere nutriënten anderzijdsVerstoring door de mens
Voordat de mens op aarde verscheen waren er eindeloos veel diersoorten in ‘eeuwige’ circulaire processen betrokken. De hoeveelheid van elk der diersoorten werd bepaald door de beschikbaarheid van zijn voedsel, planten en/of dieren, en door onderlinge concurrentie. De mens veranderde die realiteit ingrijpend door a) domesticatie van met name grazers, varkens en kippen, b) via akkerbouw, c) door het opgebruiken van fossiele brandstoffen (vastgelegde en opgeslagen CO2 en van via dieren ontstane voorraden P (rotsfosfaat) en andere nutriënten, zoals guano), en d) via de productie van N-meststoffen via genoemde fossiele energie.
Hét duurzaamheidsprobleem is het groeiend tekort aan nutriënten dat zich aftekent, de reden waarom we ze snel willen terugwinnen uit organisch materiaal dat ons niet direct of indirect, via vee, als voedsel kan dienen. Tegelijkertijd zou zoveel mogelijk CO2 zo lang mogelijk in dode en levende, liefst plantaardige, organische stof moeten blijven opgeslagen. Dat laatste gebeurt niet, het CO2 gehalte van de atmosfeer en dus de temperatuur stijgt weer!
Circulaire landbouw en internationale politiek
Willen we dat de aarde niet opnieuw weer woest en ledig wordt, terwijl de wereldvoedselzekerheid zo goed mogelijk wordt gegarandeerd, dan is er meer nodig. Naast serieuze hoogproductieve circulaire landbouw is er ook een internationale politiek nodig die er voor zorgt dat er zo veel mogelijk bos en andere natuur komt die zo veel mogelijk CO2 zo lang mogelijk opgeslagen houdt. Die circulaire landbouw en het voedselgebruik hebben de volgende karakteristieken:
• Zo min mogelijk gesleep van voer en voedsel, en zo veel mogelijk plantaardige voeding.
• Wereldwijd optimaal kunstmestgebruik; verliezen van nutriënten minimaliseren en ruimte creëren voor herbebossing.
• Akkerland in principe niet gebruiken voor productie van veevoer. Herkauwers worden gevoed met akkerbouwbijproducten dan wel gehouden in regio’s ongeschikt voor akkerbouw. Het aantal kippen en varkens wordt bepaald door voedselafval en bijproducten van de levensmiddelenindustrie.
• Uitwerpsels van dieren worden gebruikt als bodemverbeteraars, die van de mens worden gebruikt voor het terugwinnen van nutriënten. Zo nodig wordt daarbij vergisting gebruikt, waarbij gas als bron van bio-energie wordt geproduceerd.Verder moet de politiek de volgende condities helpen realiseren:
- • Een energietransitie met focus op zon, wind en water als alternatief voor fossiele energie, en een verbod op bio-energie anders dan de bovengenoemde.
• Bos- en dus houtexploitatie minimaliseren. Kunststof uit fossiele energie als bouwstof is duurzamer dan bouwen met hout.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#30 Henk Breman:
In deze FSC link staan de principes en criteria van FSC beschreven. Één van die criteria zijn ecosysteemdiensten waaronder het vastleggen en opslaan van koolstof.
In dit rapport over koolstofvastlegging in biobased bouwmaterialen worden er vertegenwoordigers van FSC en PEFC bossen geïnterviewd over koolstofvastlegging:
“In een interview met vertegenwoordigers van FSC is gevraagd naar CO2 neutraliteit van een bouwwerk of bos. FSC geeft aan dat carbon debt het resultaat is wanneer er biomassa uit een ecosysteem wordt onttrokken en dit leidt ertoe dat de CO2 neutraliteit voor een bepaalde termijn negatief wordt aangetast. Door het rooien van gewassen wordt minder CO2 opgenomen uit de atmosfeer en neemt de totale CO2 opslag af. De totale carbon sink neemt daarmee af. Echter, wanneer gekeken wordt naar het ecosysteem waarin een boom zich bevindt blijft bij een FSC gecertificeerd bos de CO2 opslag door het bos neutraal over een langere tijd (25-30 jaar). Doordat door het hele bos CO2 opslag piekt en daalt door het rooien van bomen maar ook door nieuwe aanplant en groei. Hierdoor is er op micro niveau een negatief carbon debt te zien maar op macro of bos-niveau niet.
Ook een vertegenwoordiger van PEFC heeft bevestigd dat het PEFC keurmerk bijdraagt aan de quantiteit en de kwaliteit van de grondstoffen uit het bos en de capaciteit van het bos om koolstof op te slaan in de middellange tot lange termijn, dit wordt gewaarborgt door het balanceren van oogst en groeiratio’s. Een vertegenwoordiger van STIP vermeld dat alleen verantwoord hout in de productiestroom terecht komt en dat bij dit gekeurmerkte hout de CO2 cyclus is gewaarborgd en dat herplantage plaatsvindt in de bossen waar het STIP-hout vandaan komt.
Dit betekent dat op product-niveau een negatieve CO2 balans ontstaat door het onttrekken van levende biomassa voor de productie van een specifiek product, maar op bos-niveau blijft deze CO2 balans minstens neutraal door het groeien van bomen elders in het bos.”
De koolstofvastlegging in FSC bossen wordt bepaald met de tool onderin deze link. Zowel ondergrondse als bovengrondse biomassa worden volgens mij meegenomen.
En wat kunststof in de bouw betreft:
De stijfheid en levensduur blijven ver achter bij de bestaande materialen als hout, steen, staal. Regelmatig (30 jaar) steunbalken vervangen lijkt mij onbegonnen werk. Wel kunnen kozijnen, beplating, dakbedekking eenvoudig worden vernieuwd.
Gevonden levensduur kunststof:
- Een kunststof tuinstoel gemiddeld 7 tot 10 jaar (bron).
- PVC dakgoot 25 jaar (bron).
- Kunststof gevelbekleding 30 jaar (bron).
- PVC vloer 15-30 jaar (bron)
Vergeleken met traditionele materialen is de levensduur van bovenstaande kunststof materialen zeer kort. Ook neemt de sterkte al vanaf het begin af, het wordt bros en gaat steeds sneller kapot (stoelen en dakgoten als eerste).
Voor toepassingen waarbij extra stijfheid nodig is, worden composieten gebruikt zoals voor de wieken van windmolens, nog steeds met beperkte levensduur.
Houten palen zoals onder het paleis op de Dam kunnen honderden jaren mee gaan.
Houten meubels gaan een aantal generaties mee, maar meestal is de bekleding of de lijm eerder aan vervanging toe. Plastic meubels ........
Henk #30 Heb wat Franse info gevonden van het SDES (service statistique des ministères chargés de l’environnement, de l’énergie, de la construction, du logement et des transports).
De SDES, is gedelegeerd door INSEE, voor verschillende internationale instanties, waaronder Eurostat (de statistische dienst van de Europese Commissie), het Internationaal Energieagentschap en het Europees Milieuagentschap.
"Frankrijk staat op de vierde plaats in Europa wat bebossing betreft, na Zweden, Finland en Spanje."
"Tussen 2007 en 2020 is het volume van de staande houtvoorraad gestegen van gemiddeld 175 m3/ha tot 189 m3/ha, tot 3,1 miljard m3 aan het einde van 2020. Loofhout (voornamelijk eiken) is goed voor 64% van deze voorraad. De jaarlijkse biologische houtproductie bedraagt ongeveer 87,8 miljoen m3, of 5,5 m3/ha (59% loofhout en 41% naaldhout), waarbij de regio Grand Est met 7 m3/ha/jaar de meeste productie heeft."
Veel meer op 'Les forêts en France – Synthèse des connaissances en 2022' (bron).
Met onderaan de pagina nog een paar extra verwijzingen.
(tip: https://www.deepl.com/nl/translator beter dan Google)
Tot je dienst, Ellen-Maureen #29. Zoals je zegt in relatie tot FSC en PEFC, "er wordt vanuit gegaan dat bij duurzaam bosbeheer de hoeveelheid koolstof opgeslagen in een productiebos van jaar-tot-jaar constant is of stijgt." En Joep Goossens #19 zegt "In de bouwmaterialen piramide die ik zag bij het 'Center for Industrialised Architecture' in Denemarken (CINARK), staan de houten bouwmaterialen op de gunstigste plaats met een negatieve CO2 impact."
Kan iemand mij het document sturen of noemen waarin de CO2 balans van hout kap en gebruik wordt gepresenteerd? Ik downloade zojuist de FSC principles. CO2 en bodemorganischestof komen er volgens mij niet in voor.
Henk Breman: hartelijk dank voor het uitgebreide antwoord in #18. Daarin vraagt u of 'onze bouwers zich realiseren dat de CO2 opgeslagen in hout van gebouwen slechts zo’n 30% is van dat wat in bos is opgeslagen? Realiseren ze zich dat door kap van bomen een groot deel van de overige 70% de lucht ingaat?'
De afgelopen jaren heeft gebruik van duurzaam geteeld hout hoog op de agenda gestaan in de bouwwereld. Daardoor heeft vrijwel al het hout dat Nederland importeert een FSC of PEFC keurmerk (94% van alle houtproducten wordt geïmporteerd). Dat geldt voor 92% van de import van de leden van de VVNH (Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen); bij naaldhout heeft zelfs 100% een duurzaam keurmerk. 82% komt uit Europa waarvoor geldt dat van alle jaarlijkse bijgroei in Europa nu slechts 65% wordt geoogst.
Er wordt vanuit gegaan dat bij duurzaam bosbeheer de hoeveelheid koolstof opgeslagen in een productiebos van jaar-tot-jaar constant is of stijgt.
Voor bouwers geldt daarom dat biogene koolstofcyclus over het algemeen als neutraal wordt beschouwd wanneer hout wordt geoogst uit duurzame bossen. Tegenwoordig geldt zelfs dat koolstof in het hout gezien wordt als een netto tijdelijke vastlegging van koolstof.
Bronnen:
waar komt ons bouwhout vandaan
Een verkenning van het potentieel van tijdelijke CO2-opslag bij houtbouw