Voor het eerst is vanuit ecologisch perspectief uitgezocht hoeveel en hoe snel de stikstofemissie moet worden teruggedrongen om de Nederlandse natuur weer gezond te maken. De bevindingen van de 11 wetenschappers die aan het rapport meewerkten, zijn een aanvulling op het vorige zomer gepresenteerde advies van de commissie-Remkes. De uitkomsten onderschrijven de aanbevelingen van de commissie: de stikstofemissies moeten in 2030 met minimaal 50% teruggedrongen zijn en in 2035 met 70%.

“Je kunt pas gedegen keuzes maken als je weet wat er nodig is, niet alleen op juridisch vlak, maar ook op ecologisch vlak, om natuur weer gezond te maken,” zegt ecoloog Arnold van den Burg van de Nijmeegse Radboud Universiteit, een van de auteurs van het rapport.

Handreiking
De opstellers zien hun rapport als een dienende handreiking aan het landsbestuur. "Met duidelijkheid over de - wettelijk verplichte - taakstelling voor het behoud van natuurkwaliteit en biodiversiteit kan bestuurders en ondernemers de gewenste zekerheid worden geboden ten aanzien van de (ecologische) effecten van hun te voeren beleid. Hierdoor kan stikstof op termijn uit het juridisch moeras getrokken worden," schrijven Louise Vet, Jan-Willem Erisman en Valentijn Wösten in het Voorwoord van het rapport. Met de vaststelling van ecologische randvoorwaarden is de afweging van belangen tussen natuur en economie te vereenvoudigen. Want zonder gezonde natuur is er geen gezonde bodem, water en lucht. Zonder een gezond ecosysteem is er geen gezonde landbouwgrond, geen bestuiving van gewassen door insecten en geen natuurlijke plaagbestrijding.

De Stikstofwet die minister Carola Schouten onlangs door de Tweede en Eerste Kamer wist te loodsen, gaat niet verder dan reducties met 26% in 2030 en met 50% in 2035. Dat blijkt te weinig om de natuur en biodiversiteit te beschermen, laat staan te herstellen. Ook de €5 miljard die het kabinet de komende jaren ter beschikking stelt voor de 2 pijlers van het stikstofbeleid (terugdringen van de emissies van stikstof en herstelmaatregelen), is zonder deze basismaatregelen weggegooid geld.

Opvallend is de naam van Valentijn Wösten als mede-afzender van het rapport. Hij is geen ecoloog, maar jurist en een van de belangrijke juridische breinen achter het door milieuorganisatie MOB onderuitgehaalde Programma Aanpak Stikstof van de Nederlandse overheid.

Zonder stikstofreductie wordt onbalans nog erger
Het rapport werd opgesteld in opdracht van Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten om een wetenschappelijke basis onder het stikstofreductiebeleid te leggen. Het stikstofdossier is namelijk een juridisch steekspel. De percentages reductie van de emissies en miljarden die worden uitgegeven voor natuurherstel, zijn niet geborgd door wetenschappelijke inzichten. Wat de natuur in Nederland nodig heeft om zich te herstellen was de facto nog altijd een grote onbekende.

Uit het onderzoek komt geen florissant beeld naar voren. Zonder drastische stikstofreductie hebben maatregelen om de natuur te herstellen in droge gebieden zelfs negatieve bij-effecten. Zo is bijvoorbeeld plaggen van heide een manier om een teveel aan stikstof af te voeren, maar daarmee verdwijnen ook veel andere nutriënten uit een gebied. Blijft de stikstofdepositie te hoog, dan neemt de onbalans alleen maar verder toe.

Eén van de oudste en langstlopende ecologische experimenten ter wereld, het Ossekampen Grassland Experiment dat in 1958 begon, laat dat zien.

In de periode 1950-1990 daalde de diversiteit van plantensoorten in de onderzochte hooilanden scherp, als gevolg van een forse stijging van de stikstofdepositie door toename van landbouw- en verkeersactiviteiten. Vanaf 1990 daalde de stikstofdepositie dankzij verschillende beleidsmaatregelen en herstelde de diversiteit zich langzaam. Maar sinds 2010 daalt de stikstofdepositie niet meer, en stagneert ook het herstel van de botanische diversiteit. "Hoe langer je wacht, hoe meer soorten je kwijtraakt”, zegt de hoogleraar Frank Berendse in Trouw.

Het rapport zal binnenkort door de auteurs overhandigd worden aan minister Schouten en Kamerleden.


In 2019 schoot de Raad van State het Nederlandse stikstofbeleid af. Bouwactiviteiten en vergunningsverstrekking kwamen on hold te staan en de politiek zocht onder hoogspanning naar oplossingen om uit de crisis te komen.

Na een eerste, korte termijn-advies om de crisis aan te pakken, kwam de Commissie-Remkes op 8 juni 2020 met zijn lange termijnadvies: 'Niet alles kan overal'. Onderdeel van het advies is een reductie van de stikstofemissies in 2030 met minimaal 50% en in 2035 met 70%. De regering nam dit advies niet over en beperkte de reductiedoelen. Wel besloot het Rijk miljarden te voteren voor natuurherstel. Het advies van de 11 wetenschappers rekent hard af met die keuze. De facto verklaren ze het als weggegooid geld. Of en hoe de Nederlandse economie en samenleving wel kan blijven varen is door de 11 wetenschappers niet onderzocht, maar vormde wel een overweging bij de keuze van het kabinet.
Dit artikel afdrukken