Het gisteren vrijgegeven rapport Stikstofruimte voor de toekomst van ABDTOP-consult, het eigen adviesbureau van de Rijksoverheid, confronteert het kabinet met vergaande maatregelen om de stikstofreductie te realiseren die de Nederlandse beschermde natuur moet redden. Afzender van het rapport is de plantenziektenkundige Harry Paul, die na ambtelijke topposities bij het voormalige ministerie van VROM onder meer werkte als Inspecteur-Generaal van de NVWA.

Volgens het rapport heeft de overheid drie keuzen ten aanzien van met name de rundveehouderij. De overheid kan boeren gedwongen uitkopen; ze kan de koeienboeren een ponds-ponds gewijze krimpverplichting opleggen of hen een fikse ammoniakbelasting opleggen.

Het advies is volgens de media een bom onder de formatie na de afgelopen week gehouden Kamerverkiezingen. D66 wil graag direct snijden in de veestapel, maar de meest aangewezen coalitiegenoten CDA en VVD zien daar geen heil in. De twee laatstgenoemde partijen willen een vrijwillige uitkoop van boeren. Die maatregel verbinden ze bovendien niet specifiek aan boerderijen rond natuurgebieden. Het rapport beveelt wel specifieke maatregelen aan omdat de Europese wetgeving robuuste, zo zeker mogelijke maatregelen vereist.

In de nieuwe Stikstofwet staat vermeld dat de stikstofuitstoot in 2035 met 50 procent gedaald moet zijn, maar niet hoe dat doel kan worden gerealiseerd. Het demissionaire kabinet-Rutte III gelooft nog in technische maatregelen, zoals de verduurzaming van stallen met nieuwe maatregelen die ammoniakvorming - de belangrijkste bron van stikstofemissie op het boerenerf - beperken.

Het is echter niet realistisch om alleen in te zetten op technische innovatie en op vrijwillige uitkoop, zeggen de ambtenaren in hun Langetermijnverkenning Stikstofproblematiek luid en duidelijk. "In elk maatregelenpakket is een (grootschalige) krimp van de veestapel nodig om de landelijke ammoniakemissie te reduceren. Een forse krimp zal miljarden euro’s kosten."

Dat betekent dat vele boeren nu kans maken miljonair te worden met geld dat de schuldenlast van het overige bedrijfsleven verhoogt met een bedrag dat de Staat niet wil financieren
Onder de bus van VNO-NCW
Na het afgelopen week al uitgelekte rapport over de kalverhouderij is dit rapport een volgende zware domper op de stemming van boeren. Het kalverrapport was de facto al een streep door de melkveehouderij omdat de houderij er te duur door zal worden. De bovenstaande maatregelen zijn dat bij gedwongen ponds-ponds gewijze krimp al net zo. Dat betekent dat de meest reële optie gerichte en gedwongen uitkoop is. Rutte III wilde die laten financieren door stikstofaankopende partijen, zoals energiecentrales en bouwers. De Europese wetgever staat dergelijke transacties alleen toe als ze gericht boeren rond kwetsbare gebieden uit de markt nemen. Wordt voor dat financieringsmodel gekozen, dan vervalt de mogelijkheid voor andere boeren om de schaal van hun bedrijf uit te breiden en een kostprijs te realiseren die hun bedrijven en met name de melkfabrieken van Royal FrieslandCampina economisch volhoudbaar maakt.

In het AD van 10 februari merkte VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen op dat de budgettering van Rutte IV er als gevolg van de Nederlandse stikstofcrisis eigenlijk niet meer toe doet. Thijssen: "Het is de stikstofruimte, stupid! Als dat probleem niet wordt opgelost, wordt er helemáál niet gebouwd, kunnen we de industrie helemáál niet verduurzamen. Stikstof, dát is het probleem. Niet de staatsschuld.” De werkgeversvoorzitter blijkt dan ook bereid buitensporig hoge kosten te maken als haar leden maar stikstofruimte kunnen bemachtigen. In de strijd om de stikstofruimte is haar achterban de grote concurrent van de melkveehouderij. Het is niet uitgesloten dat VVD en D66 de koeienboeren het liefst onder de bus van VNO-NCW zullen proberen te gooien om de staatsschuld niet al te zwaar te belasten met hun uitkoop. Het gemiddelde melkveebedrijf is Nederland is zo'n €3,5 miljoen waard. Dat betekent dat vele boeren nu kans maken meervoudig miljonair te worden met geld dat de schuldenlast van het overige bedrijfsleven verhoogt met een bedrag dat de Staat niet wil financieren.
Dit artikel afdrukken