"De marktpotentie is enorm", zegt CEO Barbara Baarsma van de Carbon Bank in het Financieele Dagblad. De Carbon Bank richt zich zowel op projecten om CO2 in de bodem op te slaan als op de bemiddeling tussen partijen die al aan opslag doen of juist op zoek zijn naar manieren om hun uitstoot te compenseren en daar bijvoorbeeld boeren voor te belonen.

De eerste kopers zijn energiemaatschappijen als Vattenfall en Greenchoice. Ook zuivelconcerns Interfood en Hoogwegt en verzekeraar Interpolis (een Rabo-dochter) willen hun uitstoot als eerste compenseren.

Aan de opslag-kant hebben zich voor deze eerste deal tien Nederlandse en vijf Amerikaanse boeren verplicht om jaarlijks 10.000 ton koolstof uit de atmosfeer in hun land vast te leggen. Hoeveel geld er met de deal gemoeid is, willen de boeren, de kopers en de Carbon Bank niet naar buiten brengen. Baarsma benadrukt dat het koolstofkrediet bedoeld is om de boeren te ondersteunen bij hun overstap naar "een fundamenteel andere manier van boeren." Met de opbrengsten van de carbon credits kunnen boeren verduurzamen, door minder diep te ploegen, minder kunstmest te gebruiken, meer bodembedekkers te planten en vaker van gewas te wisselen. Baarsma spreekt van regeneratieve landbouw die de bodem verbetert.

Maar hét probleem is dat er nog geen sluitende technologische oplossing is om de bodemgesteldheid te meten. De rekenmethode van de Carbon Bank om de CO2-reductie op de boerderij te meten, is nog niet gecertificeerd. Met als gevolg dat de betrokken boeren er een "enorme hoeveelheid data" bij krijgen en die in de koolstofboekhouding moeten bijhouden. Niet voor niets is de start van de Carbon Bank "moeizaam en complex", aldus Baarsma, en moeten de 50 medewerkers van de Carbon Bank "soms letterlijk met de schep de grond in". Met 15 boeren en 15.000 hectare is het nu nog te overzien. Maar in 2030 wil Baarsma een CO2-reductie van 1 gigaton realiseren. "Zonder geautomatiseerde grondanalyse redt de bank dat niet meer."

Met een fee van 10% per koolstofkrediet moet de Carbon Bank binnen een aantal jaar uit de kosten zijn. Als dan inmiddels ook de koolstofopslagprojecten van de grond zijn gekomen, ziet Baarsma een gouden toekomst lonken. "Dit is de toekomst van het boerenbedrijf: door regeneratief te boeren, verbetert de biodiversiteit en de voedingswaarde van de producten, maar worden boeren ook beloond voor hun ecosysteemdiensten", aldus Baarsma.


Carbon credits moet je volgen in de tijd

Het grote vraagstuk waar Carbon Banking voor staat is het definiëren van een carbon credit. Het begrip suggereert dat een opgeslagen eenheid koolstof voor altijd opgeslagen is. Maar als bijvoorbeeld een melkveehouder zijn grasmat omzet in een boerenkoolakker of graanveld, dan moet hij daarvoor ploegen. Dat maakt koolstof uit de bodem vrij. De eenheid opgeslagen koolstof vervliegt daarmee letterlijk naar de atmosfeer en veroorzaakt daar klimaatopwarming. In de tijd gezien is het een leeg begrip als geen criteria worden bepaald voor de levenscyclus van de betreffende eenheid koolstof. Blijft de credit gebonden in de bodem? Hoe en wanneer verwijder je de credit uit de opgebouwde papieren waarde van gebonden koolstof?

We vroegen het oordeel van milieubioloog en modelbouwer prof. Peter van Bodegom (Leiden University). "Carbon credits gaan boer en klimaat alleen vooruithelpen als het begrip wordt gekoppeld aan een lange-termijn visie op het vastleggen van koolstof, het monitoren daarvan en de financiering van langdurige koolstofopslag", reageert van Bodegom. Daarmee onderstreept Van Bodegom de noodzaak om de hoedanigheid (gebonden of vrij) van de koolstof waarvoor credits worden verleend te bewaken in de tijd.
Wortels worden gemeten om hun bodemorganische stof te bepalen


Een woordvoerder van Rabobank laat ons weten dat bij de uitgifte van credits 20-35% wordt ingenomen voor onverhoopt toch weer vrijkomende koolstof die onder contract is gekomen. Voorts blijkt de bank eisen te stellen aan de meetbaarheid, controleerbaarheid, relevantie (additionele afname van de vrije koolstof in de atmosfeer ten opzichte van andere maatregelen) en het permanente karakter van de vastlegging van de koolstof. Ook waakt de bank ervoor dat er bijvoorbeeld credits worden toegekend aan bodems en teelten op plekken waar recent bos is verwijderd. Het uitgeven van carbon credits kan een perverse prikkel zijn voor het vrijmaken van natuurgronden om koolstof-vastlegging via teelten te realiseren, door eerst bos en bodems veel koolstof naar de lucht te laten afgeven. De bank gaat dat tegen door geen credits te verlenen voor gronden waar korter dan 10-15 jaar koolstof uit de bodem is vrijgemaakt.
Dit artikel afdrukken