"We hebben een krachtig ministerie nodig dat zich enkel richt op voedsel en landschap." Dat zegt Rabobank-topman Rien Nagel. Wat betekent het?
Ik lees in boerenkrant Boerenbusiness: "Rien Nagel, lid raad van bestuur van de Rabobank, pleit voor een minister van Voedsel en Landschap." Dat zei hij vandaag op een bijeenkomst voor Nederlandse landbouwjournalisten.
Nagel, schrijft Boerenbusiness, vindt dat de politieke partijen die een nieuw kabinet proberen te vormen, weer een apart departement moeten inrichten dat zich richt op voedsel en landschap. Het departement dat zich vroeger met landbouw bezighield, is bij de formatie van het nu demissionaire kabinet onder het ministerie van Economische Zaken gehangen. De ambtenaren van het oude ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij dat zich natuurlijk ook al bezighield met Voedsel, zitten nog steeds in het oude, tot staatssecretariaat afgewaardeerde gebouw.
Tijdens de bijeenkomst zei Nagel dat zijn bank kiest voor een op boerensectoren gerichte benadering. Dat doet ze vanwege "de versnippering van de boerenlobby, het gebrek aan kracht en gezag van boeren, de ontmanteling van productschappen, de mismatch tussen vraag en aanbod en het ontbreken van een krachtig ministerie." Ook zei hij: "Het toenemende protectionisme is niet in het voordeel van Nederland."
Ik begrijp Nagel. Zijn bank heeft een marktaandeel van 80% in de Nederlandse agrarische sector. Onze boeren, tuinders en telers komen in steeds meer exportproblemen omdat we als enige land ter wereld van alles wat we in Nederland maken minstens 60-70% moeten exporteren. Daar is de klad in gekomen om een aantal redenen: landen buiten de EU en zelfs daarbinnen gooien hun grenzen steeds meer op slot, we zijn een duur productieland en weten onvoldoende herkenbare meerwaarde aan producten mee te geven om die hogere kostprijs te rechtvaardigen. Om dat op te vangen, produceren Nederlandse boeren extra veel. Goedkoper verkoopt, denken ze, maar dat gaat ten koste van het milieu, want al die productie voor het buitenland zorgt voor een behoorlijke druk op de Nederlandse ecologische ruimte. Natuurlijk wil ook Nagels Rabobank producten met meerwaarde maken, zodat die druk een beetje verlicht kan worden. Helaas slagen boeren daar amper in. Een goede aardappel is immers gewoon een aardappel en een prima varken een varken. Zelfs een lekkerder varken of een betere kip kan op andere plekken in de wereld goedkoper geproduceerd worden dan in Nederland.
Kopje onder zonder bescherming
Goed beschouwd zegt Nagel dat Nederlandse boeren kopje ondergaan als er geen minister komt die hen economisch beschermt. Hoe die minister tevens goed kan zijn voor het landschap is een raadsel. Tenzij je landschap wat minder ecologisch opvat en wat meer ziet als productieruimte.
Tot slot zei Nagel volgens de Boerenkrant: "We willen er ook voor de boeren zijn in tijden van een prijsdal. Het is belangrijk dat boeren niet nerveus worden als het minder goed gaat."
Rabobank wil een ministerie voor boeren. Dat zou ik ook doen als ik tachtig procent van de markt had en geen idee had hoe ik al het uitstaande krediet weer terug moet halen. Rabobank staat er dan ook alleen voor. Dat is geen benijdenswaardige positie, want ook de nieuwe regering zal geen zin hebben om voor al dat uitstaande krediet op te draaien. Om de schade te beperken kan de regering wel een beetje meewerken op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu onder de beloftevolle en groene naam 'Landschap'.
Dit artikel afdrukken
Nagel, schrijft Boerenbusiness, vindt dat de politieke partijen die een nieuw kabinet proberen te vormen, weer een apart departement moeten inrichten dat zich richt op voedsel en landschap. Het departement dat zich vroeger met landbouw bezighield, is bij de formatie van het nu demissionaire kabinet onder het ministerie van Economische Zaken gehangen. De ambtenaren van het oude ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij dat zich natuurlijk ook al bezighield met Voedsel, zitten nog steeds in het oude, tot staatssecretariaat afgewaardeerde gebouw.
Tijdens de bijeenkomst zei Nagel dat zijn bank kiest voor een op boerensectoren gerichte benadering. Dat doet ze vanwege "de versnippering van de boerenlobby, het gebrek aan kracht en gezag van boeren, de ontmanteling van productschappen, de mismatch tussen vraag en aanbod en het ontbreken van een krachtig ministerie." Ook zei hij: "Het toenemende protectionisme is niet in het voordeel van Nederland."
Ook de nieuwe regering zal geen zin hebben om voor al dat uitstaande krediet op te draaienDruk op de ecologische ruimte
Ik begrijp Nagel. Zijn bank heeft een marktaandeel van 80% in de Nederlandse agrarische sector. Onze boeren, tuinders en telers komen in steeds meer exportproblemen omdat we als enige land ter wereld van alles wat we in Nederland maken minstens 60-70% moeten exporteren. Daar is de klad in gekomen om een aantal redenen: landen buiten de EU en zelfs daarbinnen gooien hun grenzen steeds meer op slot, we zijn een duur productieland en weten onvoldoende herkenbare meerwaarde aan producten mee te geven om die hogere kostprijs te rechtvaardigen. Om dat op te vangen, produceren Nederlandse boeren extra veel. Goedkoper verkoopt, denken ze, maar dat gaat ten koste van het milieu, want al die productie voor het buitenland zorgt voor een behoorlijke druk op de Nederlandse ecologische ruimte. Natuurlijk wil ook Nagels Rabobank producten met meerwaarde maken, zodat die druk een beetje verlicht kan worden. Helaas slagen boeren daar amper in. Een goede aardappel is immers gewoon een aardappel en een prima varken een varken. Zelfs een lekkerder varken of een betere kip kan op andere plekken in de wereld goedkoper geproduceerd worden dan in Nederland.
Kopje onder zonder bescherming
Goed beschouwd zegt Nagel dat Nederlandse boeren kopje ondergaan als er geen minister komt die hen economisch beschermt. Hoe die minister tevens goed kan zijn voor het landschap is een raadsel. Tenzij je landschap wat minder ecologisch opvat en wat meer ziet als productieruimte.
Tot slot zei Nagel volgens de Boerenkrant: "We willen er ook voor de boeren zijn in tijden van een prijsdal. Het is belangrijk dat boeren niet nerveus worden als het minder goed gaat."
Rabobank wil een ministerie voor boeren. Dat zou ik ook doen als ik tachtig procent van de markt had en geen idee had hoe ik al het uitstaande krediet weer terug moet halen. Rabobank staat er dan ook alleen voor. Dat is geen benijdenswaardige positie, want ook de nieuwe regering zal geen zin hebben om voor al dat uitstaande krediet op te draaien. Om de schade te beperken kan de regering wel een beetje meewerken op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu onder de beloftevolle en groene naam 'Landschap'.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick #13, Von Martens zegt inderdaad dat het CDA heel graag weer een ministerie van landbouw wil. Maar hij zegt niet letterlijk dat hij dat wil 'om de boerenbelangen te beschermen'. Hij weet ook wel dat hij dat niet kan zeggen, staatsrechtelijk gesproken: ministeries zijn immers deel van de regering en dienen per definitie het algemeen belang, niet de belangen van een enkele bevolkingsgroep. (Daar had Van Dam gelijk in, toen hij zijn geruchtmakende uitspraak 'ik zit hier niet voor de boeren' deed) Voor de verdediging van hun belangen hebben boeren andere middelen: hun eigen organisaties, hun goedgezinde Tweede Kamer-leden.
Als maatschappij en politiek zou ik zeggen; Rabobank en boeren, wiedt uw eigen tuintje, het onkruid staat al een halve meter hoog en iedereen praat maar door over welke gewasbestrijding de juiste is, maar niemand gaat spuiten. Want soms moet je wel eens een perceeltje doodspuiten om later weer een mooie oogst te krijgen. Dat is altijd jammer van het zaaigoed en het werk, maar soms is het toch het beste om weer vooruit te komen. Dat hoort erbij en dat weten jullie zelf ook wel, daar heb je helemaal geen minister bij nodig.
Een aardig stuk op Boerderij over de coalitie van organisaties die Gijs in #1 noemt. Daarin schrijft Johan Oppewal: "Onder de titel ‘Maatschappelijk regeerakkoord, Agenda voor een groen en gezond Nederland’ is het onder de aandacht gebracht van de onderhandelaars van het nieuwe kabinet en de Kamerfracties. Het staat vol mooie woorden als ‘natuurinclusieve landbouw’, ‘volhoudbare landbouw’ en ‘nieuwe efficiëntie’. Opvallend enthousiasme is er voor de Marker Wadden."
Wij maakten verder geen analyse van het plan, maar Oppewal schrijft precies de gedachte die je moet hebben: 'where's the beef?' Woorden doen het politiek goed en ze klinken fijn. Maar wat betekenen ze als je er cijfers, geld voor mensen, afschrijvingen die boeren vervroegt zullen moeten doen, de consequenties die dat heeft voor banken en hun gedrag, omzetten en rendementen in de toekomst en concrete natuureffecten aanhangt?
Het antwoord moge duidelijk zijn: niets. Dat kan ook niet zomaar en het wil ook niet zeggen dat het geen getuigenis is van goede wil. Wel dat het de echte vraagstukken nog lang niet benoemt, laat staan oplost.
NB: Maurits von Martels, de met voorkeursstemmen uit het niets in de 2e Kamer verkozen nieuwe CDA-er, doet er niet moeilijk over en zegt gewoon dat hij een ministerie van landbouw wil om de boerenbelangen te beschermen. Het woord Landschap interesseert hem niet.
#6 (Wiebren van Stralen) en #9 (Gijs Dröge) samengenomen, staat hier dus in een paar reacties iets wat - naar mijn gevoel - de politiek ter harte zou mogen nemen.
Maar toch ... om het vanuit een negatief frame te zeggen: dat zal alleen niet gebeuren omdat politiek 'oplossingsframes' in groene en positief klinkende, toekomstgerichte beelden de voorkeur hebben.
Maar je weet nooit. En dat geeft hoop.
Zeker Dick, dat heb je uitstekend verwoord. En dát aanpakken is belangrijker dan welke naam er op de gevel van het Ministerie staat. Ik vind het belangrijker dat dat kabinetsbeleid is dan dat er een minister(ie) voor komt.