Quinoa is van oudsher armeluisvoedsel. Het gewas wordt geteeld in de Andes, op een hoogte waar andere planten niet meer willen groeien. Jaren geleden schreef Nick Trachet er al eens over op Foodlog. Quinoa was in onze streken ooit bekend onder de naam rijstmelde, een inmiddels vergeten naam.

'Jaar van de Quinoa'
De VN riepen 2013 uit tot Jaar van de Quinoa. Dat zette het voedselgewas op de kaart bij wetenschappers, landbouwexperts en klimatologen. Er kwamen congressen, studies, onderzoeken en pogingen quinoa ook in andere regio's en andere omstandigheden te kweken. Ons bloedeigen Wageningen ontwikkelde een aantal varianten quinoa die het in gematigde klimaatzones prima doen.

Al die aandacht had helaas ook een keerzijde. De internationale belangstelling voor het 'superfood' leidde ertoe dat het gewas zo populair - en duur - werd dat er nauwelijks quinoa overbleef voor de lokale markten in Zuid-Amerika.

Veelbelovend in droge en zilte omstandigheden
Afgelopen maand werd er in Dubai een conferentie gehouden over quinoa. Aan bod kwamen de laatste ontwikkelingen, de productie en handelsstromen. Bijzondere aandacht was er voor het telen van quinoa in droge en zilte omstandigheden en op proefvelden in de droge Verenigde Arabische Emiraten. De proefvelden lagen in een regio waar verzilting van het grondwater landbouw vrijwel onmogelijk maakt. De opbrengst van tarwe ligt er rond de 2 à 3 ton per hectare. De verwachting is dat quinoa wel 5 ton zou kunnen opleveren, omdat het gewas maar een fractie van de hoeveelheid water nodig heeft die bijvoorbeeld voor voedselgewassen als tarwe, maïs of rijst nodig zijn. Gemiddeld valt in de Golfstaten minder dan 200 mm regen per jaar. "Quinoa kan een belangrijke rol spelen als stapelvoedsel in moeilijke omstandigheden, zoals die met weinig regen", zegt Thani Ahmed Al Zeyoudi, de milieuminister van de VAE.

Kanttekeningen
Er zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen bij het onmiskenbare potentieel van quinoa. Het genetisch materiaal is beperkt. Er is nog maar weinig kennis over de optimale teelt en de daarvoor benodigde hoeveelheid water en meststoffen. Ook is nog niet nagedacht over de maatschappelijke consequenties van de invoering van een nieuw gewas in traditionele gemeenschappen en hun ecosystemen. Tenslotte speelt het vraagstuk van de oorspronkelijke producenten. Als door nieuwe teelten meer quinoa beschikbaar komt, krijgen zij weer met prijsverlagingen te maken. Toch overheersen de optimistische vooruitzichten. Want als het experiment met de Arabische Golf-quinoa slaagt, zou dat een opsteker betekenen voor de landbouw in een regio waar volgens klimatologen in 2050 vrijwel geen landbouwgewassen meer zullen groeien.
Dit artikel afdrukken