Bijna een kwart eeuw geleden begon de entomoloog Zeyaur Khan met de ontwikkeling van 'push-pull'. Dat is een manier om insectenvraat in mais te vermijden door slimme combinaties van planten.

Stengelboorder
Khan zocht een oplossing voor het probleem van de stengelboorder (Chilo partellus), een schadelijke insect dat de maisteelt in oost-Afrika bedreigde. Hij verdiepte zich in de levensloop van het diertje. Hem viel op dat bepaalde grassoorten voor de insecten tot wel 5 keer zo aantrekkelijk waren als de mais. Ook zag hij dat er planten waren met specifieke verdedigingsmechanismen tegen de stengelboorders, bijvoorbeeld door insectenwerende stoffen te produceren of juist roofwespen aan te trekken die de stengelboorders opruimen. Door de juiste combinatie van andere planten met de mais te combineren, dacht Khan een natuurlijke bescherming te kunnen bieden.

Olifantsgras
Hij koos uiteindelijk voor olifantsgras (Pennisetum purpureum) voor het 'pull'-deel van zijn aanpak. Stengelboorders zijn er dol op, maar als ze er van eten scheidt het gras een plakkerig sap af dat dodelijk voor ze is. Het 'push'-deel van zijn plan bleek iets ingewikkelder. Behalve onder de insecten, bleek de mais ook te lijden onder een parasitaire plant, de striga. Striga ziet er onschuldig genoeg uit, met mooie paarse bloemetjes temidden van de mais. Maar het plantje parasiteert op de wortels van de maïs, waaraan het water en nutriënten onttrekt, zodat de gastplant verpietert. Het opbrengstverlies door striga kan in slechte jaren oplopen op tot $8 miljard.

Khan ontdekte dat op één van zijn testvelden bijna geen striga bleek voor te komen. De daar geteste push-plant desmodium, een soort uit de vlinderbloemenfamilie, bleek een chemische stof af te scheiden die de groei van striga remt. Daarmee sloeg Khan dankzij een gelukkig toeval ineens twee vliegen in één klap.

Toen ik er net mee aan de slag ging, dacht ik dat het allemaal nogal overdreven was. Maar deze methode mag nog veel harder van de daken geschreeuwd worden
Verdrievouding opbrengst
De combinatie olifantsgras en desmodium bleek een gouden greep. Desmodium is namelijk ook een stikstofbinder, waardoor de gewassen ook nog eens een beetje bemest worden. Voor arme boeren, die geen geld hebben voor (kunst)mest of pesticiden is het dus een uitkomst. Hun maisopbrengst ging tot wel het drievoudige omhoog. Bovendien bleken het olifantsgras en desmodium ook geschikt als veevoer. Daarmee kregen de boeren de mogelijkheid te diversifiëren, en behalve gewassen nu ook wat dieren te houden. De dieren leveren ook nog eens mest op.

Droogtebestendige push-pull
Khan en zijn team waren nog niet tevreden. De push-pull combinatie van olifantsgras en desmodium is namelijk minder geschikt in een droger klimaat. Daarom gingen de wetenschappers op zoek naar een droogtebestendige combi. Recent is die gevonden: groenbladige desmodium en een brachiaria-gras. Deze combinatie doet het overal waar mais wil groeien. Bijkomend voordeel: ze lopen ieder jaar opnieuw uit, zonder dat je ze opnieuw hoeft te zaaien. "Het is een enorme stap voorwaarts", zegt plantenwetenschapper Toby Bruce op Grist. "Het vergroot het areaal waar deze techniek kan worden toegepast. Striga blijkt zo'n impact te hebben - we zien dit jaar met de nieuwe aanpak tot 3 keer zo hoge opbrengsten in gebieden waar de striga welig tiert. [..] De meeste landbouwtechnieken zorgen voor een toename met een paar procentpunten. Wanneer je het hebt over een verdrievoudiging van de opbrengst over grote gebieden, dan heb je het over een majeure verbetering in de welvaart van kleine boeren en een significante verbetering in termen van het voeden van mensen."

In Afrika gebruiken inmiddels naar schatting zo'n 100.000 boeren de push-pull methode. "It bloody well works!” juicht Bruce. "Toen ik er net mee aan de slag ging, dacht ik dat het allemaal nogal overdreven was. Maar deze methode mag nog veel harder van de daken geschreeuwd worden."

Fotocredits: push-pull.net
Dit artikel afdrukken