In het Overijsselse Den Ham pruttelt het runderstoofvlees gemoedelijk in de pan. De geur geeft het huis van de Bloemendals een jaren vijftig aroma. Maar schijn bedriegt: deze ondernemer is helemaal van deze eeuw. Hij weet precies waar hij naartoe wil. “Wat wij doen is niet net als opa. Het is slimmer dan opa”, meent Bloemendal. “We zijn de volgende stap na biologisch en bieden een alternatief aan de hele Nederlandse melkveehouderij.”
Na zijn agrarische opleiding en een langjarig avontuur met een melkveebedrijf in Denemarken, zette Bloemendal in 2001 weer voet op Nederlandse bodem. Vol met ideeën om het nu eens allemaal anders te gaan doen. Zijn aanvankelijk opgezette adviesbureau had als doel om voor melkveehouders de kostprijs te verminderen, door de weidegang te maximaliseren. Natuurlijk werken, noemt Bloemendal dat. Hieruit ontstond zijn huidige concept. “De natuur is zo geschapen dat koeien grazen. Wij mensen hebben daar vervolgens van alles tussen gezet (krachtvoer, kunstmest, red.), dat wij weer weghalen. Pure Graze koeien geven gemiddeld twee maanden per jaar geen melk, toch blijft de bruto output gelijk. Doordat de efficiëntie verbetert, stijgt de bruto opbrengst en daalt de CO2 uitstoot tot 35-50%. Wij verlagen de kostprijs, er wordt minder met voer gesleept en de verhouding tussen omega 3 en 6 verbetert waardoor de melk gezonder is.”
Het geheim van Pure Graze zit in het zogenaamde ‘saladebuffet’ dat de koeien krijgen: een speciaal grasmengsel samengesteld uit kruiden, vlinderbloemigen en grassen die ook nog eens goed zijn voor het bodemleven en de vitaliteit van de bodem. Ingekuild gras, wat veel Nederlandse koeien eten, is veel minder eiwitrijk. “Je bent tenslotte wat je eet”, meent de ondernemer. Een nare ziekte leerde hem negen jaar geleden deze wijze lessen, die hij vervolgens graag met agrarisch Nederland deelt. Toch valt nog niet iedereen voor zijn concept. “De intrinsieke waarde van voeding is niet iets wat in boerenkringen leeft. Wat wij doen is voor sommigen te nieuw. Het is 180 graden anders. Gevestigde melkverwerkers hebben geen belang bij nog weer een melkstroom, die willen hun investeringen in merken eruit hebben. Ik wil graag met grotere partijen samenwerken, maar niet tegen elke prijs. Als het niet vanuit het hart komt, dan hoeft het voor mij niet.”
Voorlopig beperkt Pure Graze zich dus tot de huidige 50 melk- en vleesveehouders in allerlei regio’s in Nederland. En werd Ado zijn eigen groothandel en marketeer. Hij vermarkt vlees en melk van deze koeien via de website, persberichten en verkoopt via horeca en retail. Met een eigen logo en een herkenbaar verhaal. Deze houtje-touwtje aanpak is tot dusver best succesvol: de verkoop steeg in rap tempo van één naar acht koeien per week. Toch blijft promotie voor de kleine ondernemer een struikelblok. “Ik heb er te weinig tijd voor. Bovendien is het duur.” Gelukkig raakte supermarkt Boni in Oost Nederland enthousiast en ligt Pure Graze vlees daar sinds kort in de schappen. En hopelijk binnenkort de melk. Het feit dat het melkschap twee maanden per jaar leeg blijft, was voor hen juist een extra pluspunt: het bewijst dat het hier om een natuurlijk product gaat. Het vlees van de 20 Pure Graze experimenteer-varkens zal eveneens via Boni zijn weg naar de consument vinden.
Sandra van Kampen start deze zomer in rustig tempo een serie portretten van ondernemers die zij NieuwVers vindt. NieuwVers staat voor onverkloot eten maar het hoeft niet uit oma's tijd te zijn. De modernste, verbeterende en verduurzamende technieken worden toegejuicht door NieuwVers als ze de voedingswaarde van plantaardige en dierlijke oorsprong van de producten zo goed mogelijk voor mensen beschikbaar maken en de milieudruk verminderen door dat slim en innovatief te doen. NieuwVers staat ook voor de 9 principes van de Food Revolution. Dit najaar zetten we deze rubriek wekelijks voort in een nieuw katern op Foodlog.
Vraag aan het publiek: in hoeverre vindt u de manier waarop de koeien van Pure Graze eten NieuwVers en vindt u het voorlopen of juist achterlopen op bijvoorbeeld biologisch volgens EKO of de duurzame zuivel van FrieslandCampina of de duurzaamheid van CONO, de makers van de Beemsterkaas?
Pure Graze from Maria Kolossa on Vimeo.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Uruguay kende tot 2012 geen feedlots. Ivm USA/EU 620 grainfed contingent worden er nu feedlots opgezet (gemengde bedrijven). Ik hoop dat het mislukt ! Fuck de graangevoerde veeteelt ! En voortaan je vragen en opmerkingen beter voorbereiden ;-)
Jack, hebben ze de laatste jaren alle feedlots uit Uruguay weggesaneerd?
Piet, goeie vragen.
Ter voorkoming van misverstanden: het kan (licht) vriezen in Uruguay. Maar door de afstand tot de zon (ongeveer de helft van de afstand tot de zon in Nederland) is de zonnekracht in hartje winter (daar) ongeveer net zo groot als de zonnekracht in het voor- en najaar hier.
Het gemiddelde aan verlies (dieren die het slachthuis niet halen) is landelijk ongeveer 1 %. Doodsoorzaken zijn botbreuken (dan kunnen de dieren niet meer grazen), eten van giftige plantsoorten (met name jonge dieren die net beginnen te grazen) en aangeboren afwijkingen.
In dit verband is de lange houdbaarheid (120 dagen bij 0 graden C) van het vlees een indicatie van algemene gezondheidstoestand van de runderen in Uruguay.
Over het toedienen van profylaxe voor parasitaire aandoeningen, er zijn verplichte gezondheidsplannen waarin periodiek ontwormd wordt. Overigens zijn de veterinaire eisen die gesteld worden aan vlees uit Uruguay zeer streng, vaak strenger dan in Nederland. Je kan de eisen hier lezen: Richtlijn 97/98 en Verordening 136/2004 en Verordening 882/2004
Tot slot: het dierwelzijn van runderen in Uruguay ligt - mede door de extensieve veeteelt - ongeveer op gelijke hoogte van Nieuw-Zeeland. De dieren staan nooit in een stal, er wordt minder melk gedronken (90% van de rundveestapel is slachtvee) en er is geen kalfsvleessector. De dieren blijven staan waar ze geboren worden, er worden geen, zoals normaal in Europa, kalveren over grote afstanden vervoerd. De moederdieren worden na ongeveer 5 tot 6 maanden net buiten gehoorafstand (dit veroorzaakt minder stress) verhuisd naar een ander perceel van de veehouder.
Begin jaren 2000 heb ik de toenmalige voorzitter van Productschap Vee en Vlees, die nogal 'anti-buitenlands vlees' was, meegenomen naar de pampa. Na de reis was hij van mening dat 'de vooroordelen tegen de veeteelt aldaar ongegrond waren' en 'de comparatieve voordelen aldaar de basis zijn van een uitstekend product' en 'op basis van level playing field niet tegen Zuid-Amerika te concurreren is'. Vandaar dat mijn veehouders en ik een flinke heffing moeten betalen om naar de EU te mogen exporteren.
Om 100% grassfed rundvlees uit Urugauy goed te kunnen vergelijken met "graangebonden" rundvlees in Nederland zijn wat meer teelttechnische zaken nodig lijkt me. Ik doel dan op dierziektes waarvan de wormbesmettingen in het bizonder. Jack, een vraag, hoe houden de veehouders in Uruguay de wormbemettingen onder de knie. Lijkt me, bij hogere temperaturen en 365 dagen per jaar grazen, dat er een walhalla ontstaat voor de cycli van maag/darmwormen, longwormen en lintwormen. Worden de runderen daar ook geregeld ontwormd en wordt er een omweidsysteem gehanteerd? En hoeveel % van de Urugauyaanse runderen sneuvelen er voor ze slachtrijp zijn. In tegenstelling tot Uruguay wordt in Nederland de cycli van de wormen ook onderbroken met geregeld maaien voor kuilgras en dat kuilgras dan voeren . Ik weet het niet maar ik denk dat in Nederland het uitvalpercentage bij de slachtrunderen ook lager is dan in Uruguay. En dat is ook een dierwelzijns issue lijkt me. Kan Jack enige opheldering geven in deze.
Die spanning loopt idd op. Ben razend benieuwd ! De burger is 100% in voor dierwelzijn. Maar 5% van de burgers voegt de daad bij het woord.
Over Gerard en Alice de Koning: die mogen van PvdB niet zeggen wat hun dieren te eten krijgen, of waar de runderen geslacht worden. Geheimzinniger kan m.i. niet. Maar elke (top)kok zweert bij het magische vlees van Piet. Dat is nou eens goede publiciteit !
Ben het 100% met je eens dat er voldoende ruimte is voor verschillende kwaliteiten rundvlees. Met ongeveer 500.000 runderen op evenzoveel hectaren land en 175.000 slachtingen per jaar kunnen wij maar een klein deel van de Nederlandse bevolking van rundvlees voorzien. Als ik dan lees dat een collega iets 'geheel nieuws' bedenkt en de 'supermarkten' gaat bedienen met 1000 (kan je 300 per jaar slachten = 6 per week) runderen die op 1000 hectare grasland worden gehouden, dan denk ik wel eens dat ik te weinig verstand heb van marketing.....