Over de pulsvisserij is op Foodlog veel geschreven. Vanuit het motief onderzoek, bouwde ons land aan een vloot van tachtig met energiezuinig vistuig uitgeruste schepen die de zeebodem met rust lieten. Keer op keer kreeg Nederland vanuit Brussel toestemming voor uitbreiding. Uiteindelijk keerde het tij en sprak het Europese Parlement zich tegen de in Nederland uitgevonden visserijvorm. Later deze maand moet een slotuitspraak vanuit Brussel duidelijk maken hoeveel vissers definitief in de problemen komen. Mogelijk worden dat er nog flink meer dan de 40 die Nederland nog even hoopte over te mogen houden.

Pulsvissen was een goede oplossing voor een tweeledig Nederlands probleem. Het maakte een einde aan het voortdurend openharken van de Noordzee-bodem met boomkorren; die vistechniek schaadt het zeemilieu. Daarnaast is pulsvissen gunstig voor de CO2-uitstoot van de visserij op platvis. Het reduceert het het brandstofverbruik van de Nederlandse tongvisserij met de helft. Bij dat laatste had Nederland een groot economisch belang. De visserij kende slechte resultaten en stond voor faillissementen. Wie met puls mocht vissen, schreef meteen zwarte cijfers.

Aanvankelijk kon de EU de voortvarendheid billijken waarmee Nederland wetenschappelijk onderzoek ook voor het economisch belang van zijn visserijsector gebruikte. Er was immers ook een groot ecologisch voordeel. Later gaat dat totaal mis.


Hoe dat komt legt Pim Visser uit. Een gesprek om even voor te gaan zitten. Het leert je hoe belangen, beelden, verhoudingen in de EU en de ingewikkeldheid om in gesprek te komen over elkaars wensen het werkelijke politieke gesprek totaal uit beeld laten verdwijnen. Visser ziet de uiteindelijke ondergang van het dossier als een gebrek aan Nederlandse regie op dat totaalspel.

Dit artikel afdrukken