Dat blijkt uit nieuws op Boerderij. De Nederlandse varkenssector exporteert meer dieren dan we zelf in Nederland opeten. Daarom vreesden varkenshouders dat het CBL-varken met één ster van de Dierenbescherming de norm zou worden voor bedrijfsuitbreidingen. De varkens die niet in Nederland blijven - circa driekwart van het totaal - kunnen die meerkosten immers niet verhalen op hun afnemers. De provincie Brabant kiest er om die reden voor haar zgn. Zorgvuldigheidsscore onder de basisnormen voor de Nederlandse retail te brengen. Dat is opmerkelijk omdat zulk beleid strijdig voelt met de geest van het Verbond van Den Bosch.

Bij de presentatie van het Verbond van Den Bosch in de Staten van Brabant merkte Foodlog op dat het getalsmatig een problematisch akkoord was. Dat gegeven wreekt nu de goede intenties dan ook.

De varkenshouders zijn blij. Ze hoeven geen onverkoopbaar varken te maken voor de export en kunnen zo dus onder de basisnormen voor Nederlandse consumenten uitkomen. Of ze daarmee uitkomen op een wél rendabel varken voor de export is nog onduidelijk. Het is niet ondenkbaar dat ze tussen de wal en het schip zullen vallen omdat ze met ten opzichte van het buitenland duurder, maar niet meer in Nederland verkoopbaar varken komen te zitten.
De volgende vraag is dan ook gerechtvaardigd: is het beleid of is er over nagedacht?

Fotocredits: 'pig', uitsnede, Elaine Liebenraum
Dit artikel afdrukken