Producenten en consumenten zijn aloude en bekende begrippen, ook hier op Foodlog. Er zijn mensen die dingen maken en er zijn er die ze kopen en gebruiken. Dat doen direct of via tussenhandelaren en winkels.

Kopers heten tegenwoordige consumenten en die doen anno 2010 echter meer dan consumeren. Ze zijn steeds actiever, kritischer en meer onderzoekend geworden. Hogere opleidingsniveaus, relatief veel vrije tijd en de opkomst van digitale en sociale media maken dat mogelijk. Foodlog.nl is daarvan een levend voorbeeld.
Die actievere rol van consumenten is de laatste 40 jaar ontstaan. Alvin Toffler introduceerde al in 1971 in zijn boek “The 3rd wave” het begrip prosumers; consumenten die een actieve rol aannemen in het productieproces, vooral als het gaat om design, dus hoe een product er moet uitzien, wat het moet doen, en dies meer zij.

Modernere benamingen zijn co-creatie, crowdsourcing, open innovatie, enz. Allemaal duiden ze op een vorm van samenwerking tussen producent en klant/gebruiker. Sommigen gaan daarbij zover dat ze beweren dat de consumenten de macht heeft in deze maatschappij. Anderen juist zeggen dat de grote bedrijven de prosumers handig gebruiken om zelf aan het roer te blijven zitten. Er lijkt echter wel overeenstemming te zijn over de vraag of de consument definitief heeft afgedaan. Consumerende consumenten die geen vragen stellen worden namelijk steeds schaarser. Die discussie laten we hier even voor wat het is omdat inmiddels ook het begrip prosumer aan devaluatie lijdt. Niet iedereen wil en kan immers meedoen in het ontwerpen van nieuwe producten. Niet iedereen heeft tijd, zin en gelegenheid om zelf te gaan knutselen met een product. Het percentage prosumers is hooguit een paar procent. Wellicht de achterliggende reden waarom Jan Peter van Doorn hier kort geleden opmerkte dat het begrip prosumer het ook niet gaat worden. Jan Peter wees er verder op dat die producerende consument “niet goed aangeeft hoe de toekomst er uit ziet”.

De consumer is dus dood en de prosumer wordt niet de nieuwe koning. Hoe moet dat nu? Waar gaan we het dan over hebben? Wat is het nieuwe begrip? Op zoek naar het antwoord gaan we maar eens kijken wat die mensen die vroeger consumenten waren (de meesten van ons dus) allemaal zoal aan het doen zijn.

Vernetting
Wij zijn natuurlijk individualisten, die vooral voor zichzelf leven, een eigen mening hebben, vrij willen zijn. Toch? Nou, niet dus. Eerst was er de cocooning-trend waarin we ons terugtrokken in de eigen woning en de tuin of terras betrokken bij de woonkamer. Niet om alleen te zijn, maar met de familie of vrienden. Gezellig in onze eigen veilige omgeving, dat wel. Maar vooral met elkaar.
En daarbij kwam het internet, plots overal vrienden, contact met iedereen. De wereld in de cocon, ook nog steeds leuk, maar dat was geen blijvertje. Vanuit de cocon keken we steeds meer naar de eigen omgeving. We raakten en raken nog steeds weer verbonden met onze buurt. Die is weliswaar een paar honderd kilometer groot en de straat ver ontgroeid, maar we zijn weer verbonden met onze omgeving. Niet voor niets hoor je zoveel over local4local. We leven verbonden, maar wel in het hier in nu. Ik noem het de vernette mens.

Nettoïsme
Dus hangen we nu in de volgende set ketenen. Met die nieuwe verbondenheid kwam ook al het goede en kwade weer bij ons binnen. Vooral dat kwade. Milieu, smeltende ijskappen, anti-biotica oceanen, ze kwamen allemaal volop op ons bordje te liggen. Het lag in de lijn der verwachting dat de cocon zich opnieuw zou sluiten, maar dat gebeurde niet. We wilden kennelijk niet van die verbinding af die we net weer ontdekt hadden, maar wel graag van al die krachten die er op ons zijn komen te staan: op ons schuldgevoel, onze verantwoordelijkheid, ons rentmeesterschap. Want, tsja, de experts en hoge heren hebben het niet voor ons opgelost en dus doen we het nu zelf. Langzaam, maar het bewustzijn groeit. We doen het gewoon zelf! We gaan zorgen dat het in ieder geval niet in “ik” ligt. Ik wordt OK, ik ga voor de nullijn. Het nettoresultaat van mij en de mijnen in mijn cocon moet nul zijn. De Som (geven, nemen, maken en vernietigen) = Nul, althans dat willen we graag bereiken. Nul impact, hoe noemen we dat? Verduurzaming? Nee, dat kan echt niet meer. Ik noem het nettoïsme, dat lijkt me een houdbaarder term.Netter
Nettoïst zijn is echter geen makkelijk klusje. Hoe neem je die verantwoordelijkheid terwijl niemand je kan vertellen hoe dat moet. Het staat niet in boekjes, je hebt het niet op school geleerd en al die profeten en guru’s vallen ook steeds door de mand. Humble geworden gaan je dan maar zelf op zoek naar de gewenste balans en ga je als vernette mens op zoek. Je wilt het gewoon weten hoe het zit met die appel, dat brood, die kachel, die chocola. Je loopt door je supermarkt en denkt “even kijken of het klopt”. Voor mij, dat wel, want wat voor de één mooi klopt is voor de ander herrie. Kloppen is individueel.

En als het nu eens niet klopt. Dan gaat de Netter aan de slag. Dan gaat de doos van Pandora pas echt open. De onderzoekende burgers, ze vinden elkaar en worden onderzoekende publieken; snelle, meedogenloze flashmobs die bovenkrijgen wat niet boven mocht komen, die oordelen over waar ze geen oordeel (meer) over mochten hebben. Aan hen is de kennis. Zij houden hun kennis niet exclusief voor hun bedrijf of werkgever. Hoe zou dat ook kunnen. De kennis voor de toekomst zit in ons allemaal en we gaan die gebruiken ook. En ze laten dat ook achter op Het Net. Een Netter heeft ook het digitale geven en nemen in balans.

Zo krijgt Het Net langzaamaan betekenis voor ons. Ons locale net, ons local4local net en het Internet. Van tijdsverdrijf, sociale verplichting en hobby, naar een set serieuze partners in en verslagpodium voor onze zoektocht naar balans. Ik ben een Netter, zou dat een nieuwe identiteit kunnen worden? Een identiteit die verweven is met de Nettoïst? Maar ook met al die andere identiteiten die een mens zo makkelijk aanroept: burger, ouder, fietser, buurman, Foodlogger, enz. Doelgroep marketeers hebben er natuurlijk niets aan. Netter-Nettoïsten zijn niet de nieuwe doelgroep, ze zijn immers verbonden-individueel en ze produceren hun eigen waarheid. Die past in geen enkel hokje, daar is geen markt van te maken.

Nette mens
Ondertussen hebben al die Netter-Nettoïsten er nog wel een uitdaging bijgekregen. Een soort bijeffect van het broeikas effect. Netters wonen in een glazen huis. Niks cocon, een transparant huis, waar iedereen naar binnen kan kijken. Je mening staat op Twitter, de vakantiefoto’s op Flickr, je carrière op LinkedIn en de doopceel op Hyves of Facebook. Vraag het maar aan de PVV. Die zijn inmiddels de ervaringsexperts van dit land.
Je zou er bijna van in je schulp kruipen, maar ja, dan verstoor je de geven/nemen balans met alle gevolgen van dien. En dus heb je geen keus, je let beter op, de denkt iets beter na. Daar waren we al wel voor opgeleid, dus dat helpt. Het klinkt optimistisch, ja ik weet het, maar Net, Netter, Netoïst kan niet anders. Het hoort bij de vernetting. Het een kan niet los van het ander. De Nette mens. Zou het echt?

Netsumers - de vernette nette netter-netoïst
U hoeft geen oplettende lezer te zijn om nu aan te voelen wie de opvolger wordt van de consumer en de prosumer-tussenpaus: de Netsumer heeft de toekomst. En dat niet alleen, hij kent deze ook, maakt deze zelf. Daarmee is de consument definitief overleden en de prosument overbodig geworden. Eindelijk zijn alle benodigde identiteiten samengebracht in één mens, de Netsumer. Daar zijn er straks 9 miljard van. Allemaal met hun eigen verbonden mening en waarheid. Marketing eat-your-heart-out, netsumenten, zoals netsumers in het Nederlands heten, kijken zelf wel of het klopt en als het niet klopt onderzoeken ze door tot het weer netjes klopt.

Kunnen we vertrouwen hebben in de netsument?
Dit artikel afdrukken