Gezonde Voeding: Wie is verantwoordelijk?
Brouns sprak gisteren voor de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen in Utrecht. Dat deed hij onder de titel Gezonde Voeding: Wie is verantwoordelijk? “The Good the Bad and the Ugly”. De Academie maakte zelf een verslag. Kort samengevat stelt Brouns dat we wetenschappers moeten vertrouwen en moeten luisteren naar de instituten die daar erkend mee omgaan.
We nemen het verslag hier integraal over om Foodlog te vragen: heeft Brouns de oplossing gevonden of maakte hij het alleen maar erger? Dat laatste is niet ondenkbaar. De beschuldigde zei immers: u gelooft mij niet, daarom vraag ik u mij te geloven.
De redactie van dit blad ziet in het voorstel van Brouns aanleiding om een vervolgvraag te stellen. Heeft de voedingswetenschap niet domweg een communicatieprobleem? De beoefenaren claimen het recht op de waarheid, terwijl het publiek intuïtief weet dat de waarheid gelaagd is, daar direct toegang toe heeft en er dus ook mee aan de haal gaat en zich er zelf een mening over vormt. Als dat laatste in onze digitale samenleving een feit is, is de vraag hoe wetenschappers, bedrijven en overheden mensen die méér willen weten dan de autoriteit hen aangeeft, kunnen helpen zich hun mening feitelijker te laten vormen. Opleggen werkt niet meer in de niet alleen geëmancipeerde maar ook nog eens totaal digitaal verbonden 21e eeuw.
Brouns in de woorden van de verslaggever van de Academie:
Fraude in de voedselketen en in de wetenschap, onbewezen beweringen van de voedselindustrie, gebrekkige overheidscontrole; wie kan je nog vertrouwen? Tijdens de drukbezochte publiekslezing van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen afgelopen donderdag, legt hoogleraar Fred Brouns de vinger op de zere plek: “mensen creëren hun eigen waarheid omdat ze niemand meer geloven”. Hij waarschuwt iedereen om zich niet langer gek te laten maken door shocking nieuws op tv, kranten en internet, maar te rade te gaan bij geregistreerde voedingswetenschappers.
In de huidige tijd waar voeding een wereld-business is, blijkt fraude aan de orde van de dag. Alle spelers willen winst maken en worden soms valsspelers op zoek naar de mazen van de wet. Dit leidt tot voedselschandalen zoals paardenvlees in rundvlees en misleidende gezondheidsclaims. Er zijn ontelbare verontrustende berichten in de media over giftige en kankerverwekkende stoffen in onze voeding. De publiekelijk strijd hierover is volgens Brouns de reden dat zelfs overheid en wetenschappers niet meer worden geloofd. “Daarom gaan we steeds vaker op zoek naar onze eigen waarheid; er wordt heel wat bij elkaar gegoogled”, aldus Brouns.
Hij realiseert zich dat een boude uitspraak van een dokter of pseudo-voedingsexpert de consument snel op het verkeerde been zet. Maar let op: “Ook Dr. Oz wordt aangestuurd door commerciële belangen”. Vervolgens waarschuwt de professor voor zogenaamde voedingsdeskundigen, gewichtsconsulenten en lifestyle coaches die volgens hem “onmogelijk op basis van een schriftelijke cursus van een paar maanden voedingsonderzoek goed kunnen interpreteren. Hierdoor worden vaak adviezen gegeven die bij echte voedingswetenschappers de wenkbrauwen doen fronsen”. Daarom roept Brouns iedereen op te rade te gaan bij geregistreerde experts, zoals de European Food Safety Authority, het Voedingscentrum, de Nederlandse Vereniging van Diëtisten en de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen. Hij sluit af met een tip: “als je leest over een vreselijk gevaar of een groot gezondheidsvoordeel, wees dan op je hoede. Wetenschappelijke gefundeerde formuleringen zijn namelijk zelden ‘sexy’, eerder saai en behoudend!”
Brouns onderbouwt bovenstaande uitspraken met tal van voorbeelden, waaruit blijkt dat de media niet tot nauwelijks aan ‘fact-checking’ doet. Zijn stelling: “There is good press about bad science and bad press about good science” vat het samen. Eén verontrustend nieuwtje haalt makkelijk de voorpagina, terwijl vervolgonderzoeken die later het tegendeel bewijzen massaal genegeerd worden. Bovendien vindt hij het onacceptabel dat in de (social) media iedereen van alles kan roepen, terwijl de overheid beweringen van de industrie streng controleert.
Zo wordt er op internet en in enkele populaire boeken ten onrechte gespuid dat tarwe ziekmakend is omdat er lectinen en gluten in zitten die een “lekkende darm” veroorzaken, leidend tot vele ziekten. Dit heeft de consumenten zo beïnvloed dat de vraag naar glutenvrij nu een ware hype is. De broodconsumptie in Nederland is zelfs afgenomen. Brouns: “En dat terwijl aangetoond is dat het regelmatig eten van volkoren producten het risico op diabetes en hart- en vaatziekten aanzienlijk vermindert.”
Een ander voorbeeld is de recente berichtgeving dat energiedrankjes gevaarlijke hoeveelheden cafeïne bevatten. Je zou er zelfs acuut hartfalen van kunnen krijgen. Het werkelijke cafeïnegehalte in deze drankjes is minder dan de helft van het gehalte in koffie. “Onjuiste bangmakerij die leidt tot verkeerde interpretaties en maatregelen. Het echte probleem is dat deze drankjes in het uitgaansleven vaak worden afgewisseld met veel alcohol en party drugs”, aldus Brouns.
In zijn lezing uitte Brouns forse kritiek op de zware stem die volgens hem nauwelijks opgeleide cursisten hebben in de openbare meningsvorming over voedingswaarheden. Om die te onderbouwen, presenteerde hij het volgende overzicht van het aantal cursusuren waarin zij hun expertise vormen:

Fotocredits: Professoren protesteren tegen bezuinigingen, uitsnede, Marie-II
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik riep gisteravond het is wat complexer en dat is het ook.
BZ, inderdaad, het verbaasde mij dat zij die discussie toen hebben geleid. (achteraf eigenlijk ook niet, het stond al vast gezien de WTO regels dat landbouw op dit dossier in de EU een veer moest laten. Dit alles gezien het stramien van de heersende economische ideologie die ik heb geschetst)
Verkapte subsidie, ja, zo zou je het misschien kunnen noemen, maar in het kader van de WTO onderhandelingen met bijvoorbeeld de grootste landbouwsmidse ter wereld Brazilië is er echt wel het een en ander afgesproken. Je mag raden wie er heeft geprofiteerd. Landbouw een veer (er dreigde een proces) industrie wat handel zo werkt dat nu eenmaal. Er zaten hier in de EU natuurlijk ook wel wat industriële belangen, de suikerverwerkende sector, goedkoop inkopen duur verkopen.
Één voorbeeld die ik helemaal te gek vind is de vereenvoudigde levering van Duitse biofuel automobielen aan Brazilië, waarvan als ik het juist heb begrepen onze oosterburen een minnetje op hun koolstoflijst mochten noteren. De afspraken met letters en sideletters is wel op te vragen. Moet die eigenlijk wel hebben, maar als gevolg van mijn nieuw kantoor nog niet zo een twee drie toegankelijk.
Hendrik bedankt voor je aandachtige luisteren en voor de specifieke informatie.
Je stelt "het is doelbewust beleid (door BZ/EZ en haar economische ideologen) om de prijs van suiker te verlagen. Dat betekent in feite toch dat er "geld bij moet" dan wel dat "er af gezien wordt van inkomsten" toch vanuit de staat? Verkapte subsidie?
vr groet
Gisteravond in Groningen naar prof. Fred Brouns geluisterd. Interessante verhalen, behalve mijn gebruikelijke irritaties. Bij de mighty ABCD, Archer Daniel Midland, Bunge, Cargill, Dreyfus geen enkele uitleg hoe dat allemaal zo kwam. Waar zijn wij zelf in deze discussie? Nergens? Waarom is er geen opvolger van prof. Heffernan, die met zijn analyses van merging in deze sector nog enige zicht op de sector deed houden. Waarom is dat allemaal heel normaal? Waarom alleen maar AVEBE, Suikerunie en waarom zijn we daar blij mee? Gaan we daar iets aan doen op politiek terrein of blijven we end of pipe problemen beklagen?
Ook weer aan het eind het subsidieverhaal als onderdeel van al het kwaad in de landbouweconomie.
Zo even iets uit de losse pols roepen over landbouwsubsidies is bij de grote meute al jaren gebruikelijk.
Daar komen we blijkbaar nooit van af.
Mijn commentaar van gisteravond in mijn schriftje plus een samenvatting die ik op de site van de Suikerunie vond:
De problemen die gisteren weer eens werden opgesomd vloeien voort uit het zo duvelsgraag gewilde systeem van georganiseerde overproductie in de landbouw. Deze situatie in de landbouw is het voorland voor de rest van de economie vermoed ik. Je kunt je zelfs afvragen of die structurele overproductie economie een middenklasse samenleving op den duur nog kan dragen. Overal zie ik in de periferie met haast alleen maar agrarische economische activiteit het afsterven van eens bloeiende landschappen. Of dat nu hier is of in Scandinavië, of elders, overal hetzelfde patroon.
Voortvloeiend uit die overproductie is een systeem ontwikkeld van "steeds minder voor steeds meer geld", de magere producten bijvoorbeeld.
Werd er in de jaren 70 nog ongeveer 30% aan voedsel uitgegeven, nu is dat ongeveer 10%. Het systeem van steeds minder et cetera bestond in 70 nog niet, dus is het aandeel van het BBP wat bij de boeren terecht komt nu nog veel minder dan die 10%. Dit resterende vacuüm is ingenomen door de voedselknutslaars. Suiker is hierbij een belangrijke grondstof. De prijsdaling van dit product heeft niets met subsidies van doen. Het tegendeel is het geval, het is doelbewust beleid (door BZ/EZ en haar economische ideologen) om de prijs van suiker te verlagen. Deze prijsrace naar de bodem is het gevolg van het niet begrijpen (niet willen begrijpen) van het specifiek economisch karakter van de landbouw. Heel het curriculum van de courtiers van de economische theorie is er op gericht om dit misverstand in stand te houden. Zo zal zonder dat hier wat beweegt al het gepraat en gezeur over wat er mis is niet echt helpen.
Zie samenvatting suikerbeleid op de site van de Suikerunie:
In 2006 is de suikermarktordening hervormd met als belangrijkste doelstellingen: verlaging van de Europese suikerprijs en deze meer in lijn brengen met de wereldmarktprijs, een kleinere en competitieve sector, toegang voor de minst ontwikkelde landen en voldoen aan de World Trade Organization (WTO) regels
De hervorming heeft een enorme impact gehad op de Europese suikersector en leidde tot een flinke kaalslag. De EU-suikerproductie is teruggebracht van 19 miljoen ton naar 13 miljoen ton. Van de 310.000 telers zijn er 140.000 gestopt met bieten telen; een afname van 750.000 hectare bieten in Europa. Van de 189 Europese suikerfabrieken zijn er 83 gesloten en vijf Europese landen zijn helemaal gestopt met de suikerindustrie en dus ook met de bietenteelt. Ook in Nederland heeft een forse efficiencyslag plaatsgevonden. Royal Cosun nam CSM suiker BV over. Drie van de vijf Nederlandse suikerfabrieken zijn gesloten.
De Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer concluderen dat de Europese doelstellingen van de suikermarktordening zijn behaald. Het huidige systeem voldoet aan de reglementen van het WTO, past binnen de plannen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en is in lijn met de ‘Everything But Arms regeling’. Europa is van netto-exporteur, netto-importeur van suiker geworden. De concurrentiepositie van de Europese sector is sterk verbeterd en het huidige systeem is bovendien budget neutraal voor de Europese belastingbetaler. Ook de suikersector is van mening dat aan alle EU-doelstellingen is voldaan. De export van suiker is aan banden gelegd. Er is geen export van quotumsuiker met restitutie meer mogelijk. De EU mag jaarlijks nog maar maximaal 1,374 miljoen ton surplussuiker exporteren. Er is geen sprake meer van Europese subsidies en restituties. Het huidige systeem voldoet daarmee aan de richtlijnen van het WTO. De huidige marktordening loopt van 1 juli 2006 tot 1 oktober 2015.
Zonder allemaal hoofdletters te gebruiken: ik heb die aspartaam troep hier niet opgevoerd. Dat deed iemand anders. Als we echter willen dat er een betere communicatie komt tussen de wetenschap en de dagelijkse praktijk zullen die wetenschappers er zich toch terdege rekening van moeten geven dat ze in die dagelijkse praktijk wel degelijk mensen tegen komen die voor zich zelf kunnen denken, die het kaf van het koren kunnen scheiden, en die geleerd hebben -door schade en schande- dat waar sommige wetenschappers mee schermen, in feite een methodiek is die nogal eens een wimpel is die een minder te vertrouwen lading moet dekken. Cherry picking uit research helpt de discussie niet verder en verzandt in een nietes welles spelletje. Wat de Aspartaam betreft, langdurig effect is nog bijzonder onzeker en recenter publicaties beginnen vragen te stellen
[http://cebp.aacrjournals.org/content/17/5/1295.full] . Wat iedereen wil is een open discussie waarin niet steeds weer een beroep gedaan wordt op autoriteit of verwezen wordt naar instanties en organisaties die alles behalve van vreemde smetten vrij zijn. Het woord Academie in de NAV is mijns inziens niet terecht en heeft de schijn van een verkeerde indruk te geven. Accreditatie? Met een dozijn sponsors uit het bedrijfsleven lijkt er iets anders gecommuniceerd te worden.
Mag ik er -misschien ten overvloede- op wijzen dat ik geen kritiek heb op professor dr Brouns .. Ben niet zo rg gecharmeerd van ad hominems in discussies. Vind bij voorbeeld zijn kritiek op Wheat Belly van Davis "Does wheat make us fat and sick" een uitstekende aanzet voor een geweldige discussie [http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0733521013000969] Daar kan dr Julie Jones nog wat van opsteken. Vind ik
Beste Fred. Bedankt voor je uitgebreide reactie. Ik wil de hele aspartaamdiscussie hier niet overdoen. Mijn punt is dat transparantie over (potentiële) conflicts of interest toch wel
het minste is wat ik van zichzelf respecterende wetenschappers en instellingen verwacht. Zoals dat bijvoorbeeld ook voor politici geldt.
Maar zelfs daar ontbreekt het helaas nog dikwijls aan.
Ik vind ook dat instellingen als een WUR en de KNAW hun medewerkers er tenminste op dienen aan te spreken dat hun CV volledig en actueel is.
Dat conflicts of interest vermeld worden bij onderzoeksresultaten.
En een reactie van een voedseldeskundige die voor Nestlé en Wessanen werkt, en dan meldt dat ze niet kan bijhouden in welke producten haar werkgever het aspartaam verwerkt waar ze als voorzitter van een EFSA-panel een oordeel over geeft:
'Ik heb geen idee, eerlijk niet, welke stoffen Nestlé in zijn producten stopt.
Daar heb ik toch helemaal geen tijd voor om dat uit te zoeken.' ... Tja...
In een rechtszaak zou zo iemand - terecht! - gewraakt worden.
Als ik het goed begrepen heb, worden ruwe onderzoeksdata voor registratie bij de EFSA en FDA ook niet eens gepubliceerd. Laat staan onderzoeken die niet positief zijn voor te registreren producten. Peer review is dan niet eens mogelijk.
Wat verder speelt bij voeding en toxicologie: meestal wordt niet meer dan één "stofje" onderzocht. Terwijl in de praktijk cumulatieve en zelfs versterkende effecten hun rol spelen. Zie bijvoorbeeld de multifactoriële bijensterfte.
De stelligheid, ja bijna hybris waarmee de (vermeend afwezige) effecten van dat ene onderzochte stofje worden gepresenteerd en geëchood in de media zijn dan wat merkwaardig.