
Paul Bocuse, in zwart en grijs, de inspirator van Klootwijk's kiptest
Ik heb een oude vete met Wouter Klootwijk, die hij vorige week opdiepte in de foodlog-discussie over de proefbaarheid van diervriendelijk. Ik figureer als de culinair publiciste die zijn kippenproeverij beschuldigde van fraude. Die proef deugde dan ook van geen kant, dat vind ik nog steeds. Als essentie van het stuk werd gebracht dat chefkoks het verschil niet proefden tussen plof- & biologische kip - dat ge-hihi vond ik al misselijk, en nu nog meer omdat Klootwijk er nu pas nadruk op legt dat de Kemper kip er desondanks als het meest smakelijk uitkwam. Die is dus wel zijn geld waard? Ik had al eerder mijn ogen uitgewreven - hè, gelukkig! - toen ik een juichend stuk (in Distrifood) over de onovertrefbaarheid van Herman Kempers Kemper kip van Klootwijk was tegengekomen.
Wat me zeer ergerde was de proefopstelling. Als je alleen de kipfilets (toch al het sloomste stukje van het beest), gekookt in zout water (!?) aan een aantal proefpersonen voorzet, dan zullen de meesten de zachtste en sappigste het heerlijkst vinden, en die zijn geheid van het beest dat het minst bewogen heeft. Dat lijkt me makkelijk winnen voor de plofkip, vooral de met maïs gevoerde. Het zegt weinig over de kip en veel over de babysmaak-preferentie van de proefpersonen - van wie de meesten niet van kauwen houden. Het is vreemd van Kloot dat hij in dezen plots zo’n hoge pet van ‘chefkoks’ zou hebben. Kunnen die zo goed proeven, dan? Kennen zij nog een ander deel van een beest dan de filet, de biefstuk, de haas, het zadel; hebben zij een andere smaakreferentie dan dat vlees ‘botermals’ moet zijn? Is er hier te lande ook maar één (of tien) onder het ‘topkoks’-gilde, die een kip weet te braden en die ziet/ruikt/proeft wat hij in handen heeft? In het proefverslag stond niets over de betrouwbaarheid van het oordeel van de proefpersonen. Ik kreeg niet de indruk dat er een tweede ronde was gehouden, zodat je zou kunnen weten of er consistent met de eerste ronde werd geoordeeld. En alweer - waar Taskforce noch Wageningen notie van nemen - er is verschil tussen biologisch en biologisch, want daar zit zoiets als ‘ambacht’ tussen (en een heleboel variabelen meer), dus de ene biologische kip is de andere niet (evenmin als biologische kaas, of een biologische tomaat). Een biologische wijn kan een verschrikking zijn: de druiventeelt mag dan wel schoon zijn, maar het (ziektebestendige) ras kan naar kattepis smaken en de wijnmaker kan een kluns zijn die in zijn kelder érg veel zwavelt.... Het duurde een paar jaar, met veel getob, vertelde een biologische kippenhouder me, voordat hij een (Belgisch) kipperas gevonden had dat goed tegen buitenlopen en een biologisch dieet bestand was, en het duurde nog weer jaren voordat hij het (samen met de slachter) in zijn vingers had dat zijn kippen zich in smaakkwaliteit konden meten met Franse A.O.C.’s (nooit helemaal met een Bresse-kip, want die heeft wel een langdurig prachtleven, maar wordt een korte periode op dieronvriendelijke wijze à la Hans & Grietje in een hokje gemest...).
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
de reacties op Janneke's stukje zijn wel weer heel eh... foodloggeriaans?
Janneke Vreugdenhil maakt melding van deze discussie op nrcnext. Ze noemt foodlog.nl een site voor mensen met een bovengemiddelde kennis van eten en een bovengemiddeld ego.
De discussies zijn vlgs haar oeverloos. Alleen af en toe duikt er een juweeltje op, zoals deze posting.
Da's in ieder geval helder.
De unox-tomatensoep komt al jaren als lekkerste tomatensoep uit alle testen hoeveel oma's en italiaanse mamma's je er ook bijhaalt. Ik ben het eens met Diny Schouten. Middle of the road wint het altijd in dit soort testen.
Het is als met zoveel onderzoeken. Iedereen gelooft het onderzoek dat 'm het beste uitkomt.
Ondertussen heb ik weer wat geleerd. Dure kippen zijn taaier dan plofkippen en moet je leren eten.
Ik heb met Pasen nog staan zoeken in de schappen van appie, op zoek naar een echte Dickiaanse Volwaard. Kon alleen ouderwetse plofkippen vinden. Maar na al deze discussies spijt me dat geloof ik niet. :-)
Of oh ja, toch wel. Volwaard is ook goed voor mensen met een lage smaakkwaliteit zoals ik.
Smaak is drie. (1) Het is wat wij proeven. (2) Het is wat wij proeven. En (3) het is ons oordeel (lekker/niet lekker) over wat we proeven op basis van ons verwachtings- en referentiekader. In het bovenstaande gaat het m.n. over betekenis (3).
De bressekip is steviger dan de ploffer; niet lekker als je zachter vlees verwacht. Op longhaas moet je kauwen, daar schrik je van als je de boterzachtheid van een dikbilbiefstuk verwacht. Je stuurt hem dan terug.
Ik ken het verhaal van een kok wiens klant een entrecote - ook een steviger stuk rood vlees - bestelde, maar kennelijk een zachte zuigbiefstuk verwachtte. Hij hield bij hoog en bij laag vol dat rood vlees zacht hoort. Kennelijk had hij nog nooit een entrecote gegeten. De kok moest kiezen: de goede smaak van de entrecote verdedigen of de man maar gelijk geven en hem een nw stuk vlees geven. Ditmaal een zacht, maar geen entrecote. Hij deed het laatste, omwille van de lieve vrede in het restaurant..
De man zei dat de kok nu begrepen had hoe het hoorde. De kok gromde om zoveel onzin, maar slikte het maar.
De man werkte vanuit smaak (3) en wist klaarblijkelijk niks van smaak (1) van de entrecote. De kok wel en wist bovendien dat hij een goede entrecote had in de zin van (1) (er zijn ook foute in de zin van (1)), en dat hij daarvan een goed klaargemaakte (in de zin van (3)), had verzorgd.
Net als Klootwijk's Amerikaan was de gast gewend aan een beperkt referentiekader van roodvlees. Smaakkwaliteit - in bedoel het woord in de zin van 'hoedanigheid' - zou een goede entrecote of sperzieboon moeten onderscheiden van een slechte op niveau (1) dmv niveau (3).
Een voorbeeld, voor het hogere abstracte logica wordt. Ik hou niet zo van peterselie. Des te meer van de veel zachtere en subtielere smaak van koriander. Toch keur ik sommige peterselie af en prijs ik andere (beide op niveau (3)). De waterige zonder geur of smaak wil ik niet voor mijn gasten. De geurige met smaak wel. Idem bij koriander, die ik vervolgens ook met plezier zelf eet. De peterselie niet, cq. veel minder.
Met kip is het niet anders. De Kemper is steviger (1). Dat proef je (2). Mensen die - zeg ik dan - niet begrijpen dat dat een betere kwaliteit betekent, vinden hem niet of minder lekker dan hun ploffende referentiekip (3). Over 1 en 2 kunnen we niet van mening verschillen. Behalve dan als je niet goed proeft (2). (3) is een persoonlijk oordeel. De vraag is waarom de culi die vanuit zijn smaakoordeel (3) neerkijkt op de plofkipliefhebber of de zuigbiefstukaanbidder (ook 3) gelijk zou hebben.
Maar nou toch een ingewikkelde. Wie wel eens viooltjesijs heeft gegeten, weet het. Je eerste keer was een beetje raar. Je zou de smaak voor ' wat chemisch' kunnen verslijten. Raak je erin thuis dan ga je onderscheid proeven en kies je voor de meest subtiele die natuurlijk smaakt:
- complex
- niet te heftig (dan wordt het nl. 'chemisch', ook al is het natuurlijk)
- met een zo natuurlijk mogelijk bloemaroma
Waarom doe ik dat? Een gedrag dat lijkt op dat van een culi, zomaar van nature? En waarom - zo'n snob ben ik niet - prefereer ik Kemper boven Plof? Waarom vind ik de Volwaard (ook steviger, maar tevens mals-zachter) lekkerder dan plof en laat ook een proef onder 45 mensen zien dat die kip meer wordt gewaardeerd dan de ploffer (in een blinde proeverij en zonder dat mensen wisten wat ze proefden)?
Is er dan toch zoiets als een betere kwaliteit en heeft de culi gelijk met z'n 'snobisme'?