Duurder vlees verlaagt vleesconsumptie
Vlees is een inefficiënte manier om voedsel te produceren. Op eenzelfde oppervlak kun je met planten tien keer meer calorieën produceren dan wanneer je er dieren houdt. Zweden cultiveert van oudsher grote oppervlakten weiland en taluds als grasland. Persson zou die graslanden efficiënter willen benutten door er bio-energie op te laten produceren, schrijft Mercy for Animals in een blog.
Hoe wil Zweden zonder (koeien)poep zijn plantenteelt en biogasproductie duurzaam - zonder afhankelijkheid van kunstmest - aan de gang houden?Boost voor vleesalternatieven
Aan de andere kant betekent minder vlees een boost voor de consumptie van alternatieve (plantaardige) producten in plaats van melk en vlees. Maar liefst tien procent van de Zweedse bevolking is inmiddels vegetariër of veganist. Er is dus een grote markt voor alternatieve producten. Een vleestaks maakt plantaardige producten in verhouding goedkoper, zodat de vegetarische markt sneller zal kunnen groeien.
Het nieuws werd ons aangereikt door Foodlogcommentator Zé Povinho, kenner van kringloop tussen dierlijke en plantaardige systemen. Hij zet met één opmerking de Zweedse milieu- en dierenwelzijnsorganisaties weer met twee benen op de grond. Hoe wil Zweden zonder (koeien)poep zijn plantenteelt en biogasproductie duurzaam - zonder afhankelijkheid van kunstmest - aan de gang houden?
Een antwoord zou kunnen zijn: met lokale mensenpoep.
Zou de Zweedse commissie zich Zé's vraag überhaupt stellen? Die vraag stellen wij de lezer.
Fotocredits: 'Björnytterfilé och björnentrecôte', Nikke Lindqvist
Beste Hendrik # 43 ,
Ik werk al heel wat jaren in de de biologische sector, en mij is niets bekend over een ideologie van géén aanvoer van meststoffen. Het is in ieder geval geen uitgangspunt van mij persoonlijk of van de begeleidingscommissie van Planty Organic.
Ondanks dat we op Planty Organic géén meststoffen aanvoeren (maar wel zelf voor stikstof en voldoende organische stof zorgen) is onze testvraag niet 'hoelang houden we het vol'. Onze testvraag is: welke mechanismen maken het mogelijk om zo efficiënt mogelijk het (eigen of aangevoerde) voedingsstoffen om te gaan. Dat testen we tot nu toe in een extreme situatie: zonder aanvoer. Dat is zeer leerzaam geweest en levert kennis op waar de hele landbouw profijt van kan hebben. En om je gerust te stellen: de begeleidingscommissie is unaniem van mening dat bij gebleken opbrengstderving door mineralengebrek (anders dan stikstof) er direct overgegaan zal worden tot aanvoer van reststromen uit de buurt waarbij we dan zullen mikken op P-evenwicht.