Moeten we onze voedselvoorziening globaal regelen of lokaal? Is het één beter voor het milieu dan het andere? En hoe zit het dan met voedselveiligheid, dierenwelzijn en meer van dat soort zaken? In deze discussies wordt vaak uitgegaan van gevoelens, stokpaardjes en vooroordelen. Het moet echter mogelijk zijn een meer geobjectiveerde afweging te maken tussen globale en lokale voedselketens.

In het Europese project GLAMUR werken onderzoekers uit 9 EU-landen samen om de prestaties van lokale versus globale voedselketens te kunnen vergelijken.

De wetenschappers achter van het Nederlandse deel van GLAMUR - van de WUR en CLM - vroegen ons of we onze lezers de zogenaamde 'discoursen' wilden voorleggen die zij hebben ontdekt. Dat vonden we een prima idee. Vanwege de sluiting van reacties op Foodlog tot 1 januari aanstaande verplaatsen we de discussie naar een Circle.

Op basis van literatuuronderzoek, hebben de onderzoekers een matrix samengesteld met karakteristieken die volgens hen een cruciale rol spelen in de manier waarop Nederlanders over eten denken en praten. Die karakteristieken hebben ze verdeeld over twee discoursen. De eerste noemen ze ‘voedsel is lokaal’; de tweede heet ‘voedsel is globaal’.

Lezers met een oordeel over voedselproductie en Nederland worden uitgenodigd mee te doen aan de Circle GLAMUR (vraag toegang; als je nog geen account hebt, maak je er eentje, log in en vraag daarna toegang). Daar willen de onderzoekers het met je hebben over 4 vragen:
1. Herken je de discoursen die de onderzoekers menen te hebben ontdekt?
2. Wat zijn volgens jou de meest typerende karakteristieken?
3. Wie zijn de belangrijkste Nederlandse boegbeelden van deze discoursen?
4. Welke trends verwacht je de komende 10-20 jaar rond deze discoursen? (in termen van nieuwe ontwikkelingen, invloeden en verschuivingen en afhankelijkheden)

De discussie wordt tot 24 december gevoerd.

Fotocredits: Stroud, uitsnede, Andy Walker