De boer loopt te hoop tegen de super en de slachter. Die moeten betalen voor duurzamer vlees dat, zoals dat heet, maatschappelijk gewenst en duurzamer is. Supers willen dat niet, zeggen de boeren. De supers zeggen dat een hogere prijs alleen werkt als consumenten willen betalen voor een duurzamer dier. Die zeggen wel dat ze dat willen, maar in de praktijk doen ze het niet.

Bijzondere rol voor de overheid: alles of niets
Toen na veel druk van NGO's en de overheid de supers collectief een betere kip wilden introduceren, werd die verboden door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De zogenaamde Kip van Morgen zou niet te rijmen zijn met wetgeving op het gebied van mededinging. Inmiddels zijn we zover dat de Tweede Kamer het wil hebben over de bovenwettellijke eisen die gesteld moeten worden aan de Kip van Morgen. Dat is een bijzondere situatie, want die zijn bovenwettelijk. Daarom vallen ze buiten het bereik van de Kamer. Als die zich er toch mee bemoeid, worden het wettelijke eisen.

Dat merkte ook directeur Chris Fonteijn van de ACM onlangs op in gesprek met de NRC. Zijn boodschap was een duidelijke: als de maatschappij wil dat dieren een beter leven hebben, is dat een taak voor de politiek. Dat betekent dat de regering wettelijke normen moet stellen én verantwoordelijk wordt voor de consequenties van het stellen van die normen. In dat laatste zit de pijn. Nederland exporteert het grootste deel van zijn dierlijke productie naar landen waar die hogere normen voorlopig nog geen waarde hebben. Bovendien kan Nederland zijn grenzen binnen Europa niet sluiten voor kippen, varkens, melk en eieren uit andere landen. Niettemin willen onderwijl provincies, los zelf van de landelijke wet- en regelgeving, eigen eisen gaan stellen aan de veehouderij binnen hun grenzen.

Dergelijke maatregelen stuiten op groot verzet van boeren die weten dat ze zich daarmee uit hun internationale markt prijzen. Het varken dat ze houden, bijvoorbeeld, gaat immers slechts voor een deel naar een Nederlandse slager of supermarkt, maar voor een ander deel naar het buitenland. Het grootste deel gaat zelfs naar het buitenland. Dat valt niet per stal te regelen. Dat gebeurt pas in de slachterij. Beleidsmakers lijken dat niet te zien en willen dat met name de supers het probleem oplossen door een beetje vaart te maken met 'beter vlees'.
De supers zeggen na de mislukte Kip van Morgen niet meer te weten wat nog wel mag en kan. NGO's hebben daar geen boodschap aan en voeren de druk op de supers op. Dat lijkt ook de intentie van zowel lokale als nationale politici. Maar als de supers en andere verkopers van etenswaren de verantwoordelijkheid niet nemen of kunnen nemen - het kleinste deel van de Nederlandse productie wordt immers in eigen land gegeten - wie draait dan op voor de schade die nieuwe regelgeving veroorzaakt?

Recht in de bek
Na een decennium mislukt soebatten over een veehouderij en vleesproductie zoals Nederland die zou wensen, lijkt een chaos te zijn ontstaan. Hoe verder? Op 3 juni organiseert Foodlog een debat waarin we een poging wagen om de kluwen te ontwarren; tijd en plaats maken we begin komende week bekend. Supers, cateraars, verwerkers en boeren hebben zich vanuit de Alliantie Verduurzaming Voedsel bereid verklaard daar aanwezig te zullen zijn. Hopelijk zullen NGO's en (lagere) overheden zich aansluiten.

Niemand overziet de ontstane vraagstukken meer, vinden ze. Het beest moet dringend recht in de bek worden gekeken.

In de aanloop daarheen, sorteren we hier de onderwerpen die daar aan de orde moeten komen. Het debat staat open voor iedereen die zich er betrokken bij voelt. Schiet maar los: waar moet het volgens jou over gaan?

Zou je in je antwoord kunnen aangeven 1) wat er volgens jou moet gebeuren, 2) waarom en 3) waarom dat nog steeds niet is gebeurd?

NB: kijk ook even naar de artikelen die aan deze Kwestie zijn gehangen. In de loop van de komende drie weken zullen we ze aanvullen met nieuwe, waaronder kernachtige interviews met centrale spelers rond dit vraagstuk.

Fotocredits: Butcher shop off Place Republique in Paris, Evan Bench