Eerder deze week publiceerde ING Bank een rapport waaruit zou blijken dat de Nederlandse landbouw tot de top in de wereld behoort als het aankomt op zuinig met water omgaan.

Liters per dollar
"Wereldwijd is [in de landbouw] ruim 800 liter water nodig om 1 dollar waarde toe te voegen. In de energiesector gaat het om 300 liter water, in de industrie om 11 liter water", berekende ING. Dat gemiddelde vertekent echter de zeer uiteenlopende watergebruiken wereldwijd. Zo gebruikt een Nederlandse boer gemiddeld slechts 7,4 liter water om die ene dollar waarde toe te voegen. In water-intensieve landen als India, Chili, Pakistan, Vietnam, Venezuela en de Filipijnen is daar ruim 2000 liter voor nodig.

ING concludeert: "Het is duidelijk dat de werkelijke economische waarde van water niet meegenomen wordt in wat het kost om goederen te produceren. [..] Een prijs aan water hangen die een betere afspiegeling is van de werkelijke economische waarde van water zou een impuls betekenen voor zuinig met water omgaan en een kringloopmodel voor watergebruik in de toekomst."

Het ING-onderzoek zegt dus niet zoveel over efficiënt watergebruik, meer over een gunstig klimaat en de waarde van de landbouwproducten
Twee redeneerfouten
TU hoogleraar Hoekstra tempert het enthousiasme van ING voor de vaderlandse landbouw in Trouw. Hij zegt: "het klopt dat Nederlandse boeren beschikken over hoogwaardige technologieën, maar het is ook een kwestie van geluk. Het regent nou eenmaal veel in Nederland, waardoor boeren weinig extra water hoeven toe te voegen. ING kijkt alleen naar irrigatiewater." In termen van daadwerkelijk waterverbruik is er volgens Hoekstra weinig verschil. WUR-docent Van Oel verwijt ING twee redeneerfouten.

ING vergeet de waterfootprint van geïmporteerde zaken voor onze veehouderij. Van Oel zegt: "Nederland is een distributieland bij uitstek. Grondstoffen voor veevoer worden voornamelijk uit het buitenland geïmporteerd. De sojabonen komen uit Brazilië en Argentinië en de bijproducten uit suikerriet komen uit landen als Pakistan en India. Voor de productie daarvan is heel veel water gebruikt." Die worden niet aan de Nederlandse productie toegerekend, maar zijn wel degelijk onderdeel van het waterverbruik dat nodig was voor de eindproducten eieren, varkensvlees, kippenvlees en melk die we in Nederland overvloedig maken.

Voorts, zegt Van Oel, vergeet ING dat Nederlandse agriproducten een hogere toegevoegde waarde hebben dan het gemiddelde agriproduct in de wereld. Zo leveren een bloemkool en een tulpenbol een veelvoud op van een kilo tarwe op de wereldmarkt. Het vergelijken van de toegevoegde waarde van een kilo Nederlands product met de bulkstromen in graan in de wereld levert dan ook een scheef beeld op in het voordeel van de Nederlandse land- en tuinbouw.

Hoekstra maakt vervolgens korte metten met Nederland als duurzame waterkampioen in de landbouw: "Het ING-onderzoek zegt dus niet zoveel over efficiënt watergebruik, meer over een gunstig klimaat en de waarde van de landbouwproducten."

- - -


Toegevoegd (13/12, 13:30h): WUR-data zoals genoemd door Krijn Poppe in reactie #12

krijn_water


Fotocredits: 'Red tulips in a drop', Audrey