Al in de derde regel van het Wikipedia-lemma over de American Society for Nutrition (ASN), Amerika’s meest prominente organisatie voor “op voedingswetenschap gebaseerde informatie en praktijken, onderwijs en professionele ontwikkeling, wetenschapsbeleid en belangenbehartiging”, staat al te lezen dat het “is bekritiseerd voor de financiële banden met de voedings- en drankindustrie”.

Dat zou je niet zeggen als je die mooi verwoorde doelstellingen en voornemens van de organisatie op de website leest. Voor de leek heeft ASN in de Verenigde Staten eenzelfde imago als het Voedingscentrum in Nederland. Ergens diep op de site zijn (bij wet verplicht) de ‘sustaining partners’ vermeld, maar in de URL van die webpagina is de rol van de tientallen voedingsbedrijven iets minder eufemistisch omschreven: ‘current sponsors’. Daaronder bedrijven als Pepsico, DSM, Monsanto, Nestlé, Danone, Bayer en vertegenwoordigers van eier-, walnoot-, avocado-, rundvlees-, zuivel-, mais-, aardappel-, suiker- en pindabedrijven.

Lobbyist
In 2015 beschreef de public health activist Michele Simon hoe de ‘sustaining partners’ het beleid van ASN bepalen. Uit de voorbeelden die zij geeft kan je weinig anders opmaken dat dat ASN als een lobbyist voor de voedingsindustrie optreedt.

In een interview in Scientific American zegt zij: “Diëtisten en beleidsmakers baseren hun voedingsadviezen op deze wetenschap en als die wetenschap wordt beïnvloed door PepsiCo en andere bedrijven is dat een ernstig belangenconflict.”

Het mag allemaal binnen de Amerikaanse wetgeving, bovendien is samenwerking tussen wetenschap en voedingsbedrijven geaccepteerd, zelfs noodzakelijk, om meerdere redenen. De wetenschappelijke uitgeverswereld heeft sinds de jaren zeventig duidelijke voorschriften over het vermelden van ‘conflicts of interest’ (COI) bij publicaties in vakbladen. Toch kijken wij met Hollandse ogen op van zulke openlijk innige belangenverstrengeling. De geschiedenis, zeker uit de tijd dat die regels er nog niet waren, leert dat belangenconflicten grote gevolgen kunnen hebben voor de voorlichting aan het publiek.

Oxford
ASN geeft ook drie vakbladen uit, bij de Oxford University Press. De ‘OUP’ is een van de oudste en grootste wetenschappelijke uitgeverijen, een non-profit organisatie, die sinds eeuwen een groot deel van de winst afdraagt aan de universiteit van Oxford. Die bladen zijn: The Journal of Nutrition, The American Journal of Clinical Nutrition, Advances in Nutrition en Current Developments in Nutrition. Een respectabeler vakblad dan de American Journal of Clinical Nutrition vind je amper in deze sector van de wetenschappelijke uitgeverswereld. Op de website staan de COI's van de medewerkers keurig vermeld.

Jaarlijks blikken de redacties terug op de artikelen die het meest gelezen of geciteerd zijn in het afgelopen jaar. Dat gebeurt op basis van vermeldingen en citaten in de (sociale) media. Een persbericht daarover trekt de aandacht. En iets dat de aandacht trekt van zo’n eminente lezersgroep moet wel een wetenschappelijk gewichtig onderwerp zijn.

Waar ging het meest aangehaalde artikel uit The Journal of Nutrition van 2021 over? Over havermout. Vertaald luidt de titel: ‘Een systematische evaluatie en meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken naar de effecten van havermout en de verwerking daarvan op de postprandiale bloedglucose- en insulinerespons’. Postprandiaal betekent: na de maaltijd.

Gekeken werd of er verschil is in het zogenaamde glycemische effect (en niet naar het cholesterol verlagende effect) tussen hele havervlokken of fijngemalen havermout. Die effecten worden veroorzaakt door de in havermout aanwezige oplosbare vezels (beta-glucan). Hoe snel en hoog stijgen bloedsuiker en daardoor insuline? Het geldt als gezonder als voeding niet van die grote pieken veroorzaakt.

Maar wie een WC-Eend uitkomst verwacht, zal toch verrast zijn door de conclusie. Dikke, onbewerkte havervlokken geven aanzienlijk minder hoge pieken dan producten met geraffineerde havermout
Quaker Oats
Het onderzoek, dat voorbeeldig lijkt opgezet, werd uitgevoerd door medewerkers van het Quaker Oats Center of Excellence. De ontbijtgranenfabrikant Quaker Oats is onderdeel van PepsiCo. Het onderzoek werd ook geheel bekostigd door PepsiCo: “The systematic review and meta-analysis, as well as the writing of the manuscript, were funded by PepsiCo, Inc.”

Maar wie een WC-Eend uitkomst verwacht, zal toch verrast zijn door de conclusie. Dikke, onbewerkte havervlokken geven aanzienlijk minder hoge pieken dan producten met geraffineerde havermout. Dat laatste zit nu juist in ontbijtproducten zoals de snelkookhavermout die Quaker Oats produceert. Dat zijn niet de grove havervlokken die een euro per pak kosten.

Aan het slot van het artikel staat: “De in dit artikel geuite zienswijzen zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijkerwijs de mening of het beleid van Intertek Health Sciences Inc. of PepsiCo, Inc. weer.” (Intertek is een groot internationaal onderzoeksbureau.)

Nu wordt het verwarrend. We gaan er min of meer van uit dat grote voedingsbedrijven wetenschappelijk onderzoek laten doen waar hun producten gunstig uit naar voren komen, niet om ze af te kraken. En als een onderzoek door je eigen medewerkers onwelgevallige resultaten oplevert, dan houd je het als bedrijf toch gewoon stil?

Grande dame
Het havermoutonderzoek trok ook de aandacht van Marion Nestle. Zij is het consumentengeweten van de Verenigde Staten. Deze grande dame van de Amerikaanse voedingskunde bestrijkt met haar blog Food Politics de hele sector. Ze is met emeritaat als hoogleraar, maar onverminderd actief en op een nuchtere manier kritisch over de invloed van bedrijven op de wetenschap. Op haar blog geeft ze wekelijks een voorbeeld van een ‘industry-funded study of the week’.

Over deze havermoutkwestie schrijft ze: “In het algemeen leveren door de industrie gefinancierde studies resultaten op die gunstig zijn voor de belangen van de sponsor. Maar wat hebben we hier? A rare exception to the rule?” Ze vraagt zich af wat de reactie van Quaker Oats is op dit onderzoek. Gaan ze nog van dit soort onderzoek laten doen? Of gebruiken ze vanaf nu dikke, onbewerkte havermout in hun producten.

De opmerkelijke standvastigheid (je bent geneigd het zo te interpreteren) van de havermoutonderzoekers komt wel op een moment dat fabrieksmatig bewerkt voedsel onder het vergrootglas ligt. De meeste cereals zijn vanwege hun hoge mate van raffinage en hun suikergehalte aangemerkt als ultra processed food en worden niet (langer) gezien als gezonde ontbijtproducten. Maar let the truth be told, dachten de Quaker Oats-medewerkers kennelijk. Hun onderzoek is niet terug te vinden op de website van Quaker Oats.

Onbelast
Los van alle morele overwegingen, over de onafhankelijkheid van de wetenschap en het onbelast kunnen doen van onderzoek, is het belangrijkste bezwaar tegen dergelijke belangenconflicten dat het publiek niet weet hoe betrouwbaar het medium is. En dat op een terrein waar toch al zo veel onduidelijkheid heerst. Het publiek heeft recht op eerlijke voorlichting. Het is bedenkelijk dat de lezer eerst onderaan een artikel in een gerenommeerd vakblad moet checken wat de banden van de onderzoekers met eventuele bedrijven zijn. Om nog maar te zwijgen van internetmedia die zich als onafhankelijk voordoen.

Over het op één na meest geciteerde artikel in The Journal of Nutrition uit 2021 zal geen misverstand rijzen. Het beschreven voedingsexperiment met Hass-avocado's laat volgens de door Hass gesponsorde onderzoekers alleen maar gunstige resultaten voor het microbioom en de algehele gezondheid zien van de consumptie van Hass avocado's.