Na Teheran kondigt de volgende wereldstad met een acuut waterprobleem zich aan: Sao Paulo. Nu al komt in grote delen van de stad (on)regelmatig geen water uit de kraan. In sommige voorsteden is het water gerantsoeneerd en zijn waterverspillende activiteiten als de tuin sproeien of de auto wassen verboden. In het waterreservaat Cantareira zijn de reserves tot een onvoorstelbare hoeveelheid van 9% van het normale peil gedaald. Het waterbedrijf Sabesp pompt daarom al maanden grondwater op, waardoor bronnen elders droogvallen. Volgens de Braziliaanse hoogleraar Carlos Zuffo, hoofd van de faculteit watertechnologie aan de universiteit van Campos, is in november het water zelfs helemaal op. Dat zegt hij in De Morgen.

Slecht beleid en lekkende leidingen
Zuffo stelt in De Morgen dat het watergebrek te wijten is aan 'slecht beleid' van het waterbedrijf Sabesp. Dat voormalige staatsbedrijf, waarvan 51% van de aandelen nog in handen van de deelstaat zijn, is te weinig toekomstgericht en heeft verzuimd nieuwe opslagcapaciteit te realiseren. Daarnaast is onderhoud een ondergeschoven kindje waardoor naar schatting van Zuffo 40% van het water verloren gaat door lekkende leidingen. Het bewustmakingsprogramma dat Sabesp onlangs is begonnen, en waarin burgers tips krijgen over hoe water te besparen, komt volgens hem te laat en is niet effectief genoeg. Politieke en financiƫle belangen wegen zwaarder dan een goede dienstverlening en ingrijpende investeringen.

Tegensputterende weergoden
De regering wil van geen watertekorten, rantsoenering of lekkende pijpen weten. Volgens gouverneur Geraldo Alckmin heeft het dit jaar gewoon te weinig geregend. "Dat was niet te voorzien", zegt hij in De Morgen. Als in oktober het regenseizoen weer begint, moet alles weer goed komen, aldus Alckmin. Meteorologen zijn er minder gerust op. De mindere regenval en droogtes zouden wel eens minder incidenteel kunnen zijn dan de gouverneur denkt. Zijn zorg is met name op de korte termijn gericht: in oktober hoopt hij herkozen te worden als gouverneur.

Fotocredits: Cantareira, Rodrigo Bertolino