Vraag het ze en schrijf hun verhaal hier. Vermeld hun leeftijd.
Als kind (ben nu 37) vaak bij opa en oma gegeten. zaten in de keuken van de boerderij op krukjes aan tafel.
opa dekte sochtends de ontbijttafel. Tarvo bruinbrood, roomboter, Hero aarbeienjam, kaas met een aardappelschilmesje gesneden en thee (engelse melange, iets anders was er niet)
10 uur koffie met koek (oudewijven, sucadekoek)
Om 12 uur (ja, ook stipt!) warm eten. Gekookte aardappels, gekookte groente en stukje vlees (suddervlees, gehaktbal). Aardappels en groente kwamen uit eigen moestuin of van de rijdende groenteboer. Vlees kwam van de plaatselijke Spar die de boodschappen 1x per week rondbracht. Opa stroopte paling. soms emmers vol bij de voordeur die oma dan moest schoonmaken, bakken en deels invriezen.
Ook stamppotten, bijv. stopverf: aardappels, bruine bonen samen gestampt, met uitgebakken spekreepjes en komkommer op zuur (azijn met veel suiker). Bij andere stamppotten werd vaak vetspek uitgebakken, wat overbleef ging een dag later op (rogge)brood. Vetspek deed ze ook vaak over kapucijners, lik mosterd erbij en een augurk en klaar.
Vla of yoghurt na, dat werd halverwege de ochtend al uit de koelkast gehaald zodat het niet zo koud was. In de winter was het gortpap of rijstepap met suiker of krentjebrij (watergruwel).
Opa hield schapen, voornamelijk voor de handel, maar soms gingen er een paar naar het slachthuis en was er schapenvlees. Een andere oude dame die ik kende maakte van het hoofd van een schaap of geit kopkaas. Werd van gezegd dat het een lekkernij was, maar ik moest er niet aan denken. Mijn oma noemde dat: ik kan me er wel van schudden.
3 uur in de middag thee met een koekje (biscuits, later ook wat luxere koekjes)
om 6 uur broodmaaltijd, met kaas en plakken worst en soms een gebakken ei of een visje van de visboer, oid.
Op verjaardagen had oma altijd gebakjes van de bakker (geen taart) en maakte ik de borrelhapjes: boterhamworst met augurk, paarderookvlees met een kwart gekookt ei, blokjes kaas de helft met een amsterdams uitje, plakjes leverworst en metworst. Voor de oudere mannen een jong heldertje met suiker en een piepklein lepeltje in het borrelglas. Voor de vrouwen een advocaatje of vruchtjes, beide met zelf geslagen slagroom.
Op dagen dat het hooi onderdak moest was het doorwerken tot het donker was geworden (of totdat het klaar was), want het kon gaan regenen en hooi moest droog onderdak (brandgevaar). Als het klaar was werd er patat en halve kippen van de cafetaria gehaald en bier gedronken.
Van de kerst herinner ik me dat ze altijd (elke kerst!) een garnalencocktail als voorafje maakte (en de rest van het jaar geen garnalen at).
Ach, de stopverf.
Eén keer per jaar aten wij dat: juist...op mijn verjaardag. We mochten altijd kiezen wat we gingen eten op onze verjaardag en mijn broers en zussen (ik kom uit een gezin van 10) wisten het al lang van te voren en probeerden me altijd om te kopen. Helaas lukte dat niet, want we aten het anders echt nooit.
Daarbij kregen we gebakken droge Groningse worst (MET kruidnagel dus)en spek.
Als troost voor m'n andere familieleden was het toetje dat ik koos altijd iets wat iedereen lekker vond: koeltjespap (iets van sagokorrels in warme melk én suiker),yoghurtpudding (soort poeder dat je ging oplossen in (warme??)yoghurt en dan liet afkoelen; ik weet het niet zo goed meer, maar het was erg lekker!!).
Erg leuk om opnieuw over oude gerechten te lezen.