Eerder deze week was er nieuws over de in de VS op grote schaal als groeiversneller bij rundvlees ingezette bètablokker Zilmax. Vleesverwerker en -handelaar Tyson wil geen met Zilmax behandeld vee meer inkopen. Naar het bedrijf zegt uit dierwelzijnsoverwegingen, maar vermoedelijk spelen exportmotieven de hoofdrol.

In een artikel uit april 2012 in The Chronicle of Higher Education wordt uit de doeken gedaan waarom Zilmax succesvol is geworden en waarom het als controversieel zou moeten worden aangemerkt. Het artikel wijst op de nauwe banden tussen de landbouwwetenschap en farmaceutische industrie in de VS.

Nauwe banden universiteiten en farmaceutische industrie
Ty Lawrence is als professor verbonden aan West Texas A&M University. Daarnaast werd hij door de producent van Zilmax - Intervet, inmiddels overgenomen door Merck - regelmatig ingezet om boeren te overtuigen van het belang van Zilmax voor hun vee. Met zijn academische status kost dat weinig moeite.

Farmaceutische bedrijven schakelen graag dierwetenschappers in voor hun promotie. In tegenstelling tot 'medical schools' blijken veel landbouw (hoge) scholen in de VS geen of nauwelijks richtlijnen te hebben voor de bijverdiensten van hun staf bij farmaceuten. Zonder de fondsen die de farmaceuten ter beschikking stellen, zou veel onderzoek zelfs niet eens plaats kunnen vinden. Net als in Nederland, moet ook in de VS meer en meer geld gevonden worden in de 'derde geldstroom' omdat er van overheidswege minder geld ter beschikking komt voor fundamenteel onderzoek. Anders dan je misschien zou verwachten, bleek afgelopen week dat Amerikanen daar beduidend minder bedreven in zijn dan Nederlanders. Nederlandse wetenschappers staan op de derde plaats van de privaat-geld-vinders. Amerikanen komen niet verder dan de veertiende.

Onafhankelijkheid en vrijheid publicatie onderzoeksresultaten
Nadeel van die nauwe banden, zo zegt The Chronicle, is dat onderzoek en de resultaten daarvan dikwijls niet zomaar gepubliceerd kunnen worden. De farmaceutische sponsor zou zijn invloed eisen. Ook zouden de gefinancierde onderzoeken nogal eens bepaalde aspecten van diermedicijnen onderbelicht laten. De neveneffecten van diermedicijnen in vee, het milieu, of bij mensen die het vlees eten komen op het bordje van wetenschappers buiten de landbouwsecctor, consumentengroeperingen en andere belangstellenden. Zij schudden er vervolgens de maatschappij mee wakker waarna een duister welles/nietes spel begint.

Belangen onduidelijk
Veel landbouwuniversiteiten in de VS weigeren bekend te maken hoeveel geld farmaceutische bedrijven aan onderzoeksgelden ter beschikking hebben gesteld, of hoeveel geld hun staf aan consulting en sprekersfees heeft ontvangen. Ze zijn daartoe ook niet verplicht. Hetzelfde geldt voor de wetenschappelijke tijdschriften. Tot voor kort had een van de belangrijkste veterinaire vaktijdschriften, The Journal of Animal Science, geen regels voor auteurs om banden met de industrie bekend te maken. Het blad, de belangrijkste wetenschappelijke publicatie van de American Society of Animal Science, blijkt zelf voor een belangrijk deel afhankelijk van de financiële steun van farmaceutische bedrijven.In de humane geneeskunde en farms zijn publicaties zonder een zogenaamde 'disclosure' van belangen ondenkbaar.

Zilmax zorgt voor meer
Waarom de ophef over Zilmax? Zilmax en het verwante middel Optaflexx (van Eli Lilly) zijn betablokkers en afgeleid van humane medicijnen. Veel landen, waaronder China en de hele EU, hebben import van vlees dat met Zilmax behandeld is, verboden. Uit angst voor de gevolgen van residuen in het vlees voor mensen. Daar weten we namelijk nauwelijks iets over.

Wanneer veehouders hun dieren Zilmax (of andere groeiversnellers) toedienen (via het voer), groeien de beesten sneller en worden ze zwaarder. In het geval van beta-antagonisten komt dat door de omzetting van intramusculair vet in spierweefsel.
Sinds 1975 is het gemiddelde gewicht van een afgemeste stier in de VS gestegen van 454 kilo naar 590 kilo. Dat is niet zonder gevolgen gebleven. Slachthuizen, uitsnijderijen en verpakkers hebben, banaal als dat mag klinken, hun verpakkingsschaaltjes al diverse keren moeten aanpassen. Eigenlijk passen de hedendaagse T-bonesteaks ook al niet meer op hun schaaltje. Tegelijk klinkt alom de klacht dat de kwaliteit van het Amerikaanse vlees daalt en daalt. Met het verdwijnen van het intramusculaire vet verliest het vlees het grootste deel van z'n malsheid en wordt het hard en taai.

Tyson heeft dan ook twee redenen om geen met Zilmax gevoerde dieren meer te verwerken: gezondheidstwijfels en kwaliteit.

Dubbelrol voor wetenschappers
Zoals hierboven al gezegd, zouden de door de farmaceutische industrie beloonde landbouwuniversiteiten en wetenschappers maar weinig onderzoek doen naar de neveneffecten van hun middelen. Dat zorgt voor een negatieve spiraal. Als bijvoorbeeld het Amerikaanse Ministerie van Landbouw de eventuele keerzijde van een middel wil laten onderzoeken, worden dezelfde specialisten en wetenschappers weer ingehuurd om zekerheid te verschaffen over de (on)schadelijkheid van een middel.

Nu ook onder het publiek bekend wordt dat Zilmax de malsheid van het vlees aantast, gaan de farmaceuten op zoek naar nieuwe middelen en methodes die die ongewenste effecten tegen kunnen gaan. Dat onderzoek laten ze uitvoeren door de wetenschappers die van hen afhankelijk zijn. Kunnen hun resultaten vertrouwd worden? Waar wantrouwen heerst, zal dat moeilijk zijn. Het artikel in The Chronicle laat zien hoe de credits van de dierwetenschappers ervoor staan.

Ook bij ons rukken Amerikaanse toestanden op. Een van onze contacten in de dierindustrie laat weten: "Ik krijg regelmatig aanbiedingen van Amerikaanse PhD’s en professoren om mijn product 'actief te promoten'."

Fotocredits: cattle_feedlot_05, uitsnede, NDSU Ag