De FAO zegt het zelf zo: “Agricultural cooperatives – key to feeding the world” is the formal wording of the 2012 theme. It has been chosen to highlight the role of cooperatives in improving food security and contributing to the eradication of hunger.

In Nederland werd de discussie over het voeden van de wereld de afgelopen maand bepaald door het eeuwige welles/nietes debat tussen intensieve landbouw versus extensieve en biologische landbouw. Louise Fresco en Aalt Dijkhuizen voerden de lijn tegen biologisch aan. De biologen weerden zich met tegenartikelen.

De FAO legt het accent op een geheel ander perspectief: het gaat om menselijke verbanden. Als die niet werken, krijgen de 870 miljoen mensen in de wereld die honger lijden nog steeds niet te eten. Zelfs niet al is er genoeg.

En daar begint een spannend punt. De introductie van intensieve landbouw in gebieden waar een nauwelijks ontwikkelde monetaire economie heerst, zorgt voor lage lonen, jaagt mensen van het land waarop ze min of meer in autarkie leefden en maakt er stedelijk lompenproletariaat of erger van. Dat is de stellingname van de VN Rapporteur voor het Recht op Voedsel, de Waalse Belg Olivier de Schutter. Daarom kiest hij voor kleinschalige en biologische landbouw in geldarme gebieden. Zijn argument voor biologisch is sociologisch en heeft in ieder geval te maken met een besef van menselijke verhoudingen en organisatievormen.

Het jaar van de coöperatie probeert wellicht net als De Schutter over de eeuwig vechtende kluwen heen te reiken.

Fotocredits: FAO