De toenemende concurrentiedruk tussen leveranciers en de sterke onderhandelingspositie van supermarkten en inkoopcentrales pakken slecht uit voor de werkers."
Dat schrijft Rob Bleijerveld, die er onze aandacht voor vroeg, op de website Supermacht. Het totale bericht is op de website te lezen.
Op dit moment wordt er in de politiek overlegd over een Gedragscode die zou moeten voorkomen dat leveranciers moeten werken tegen kortingen die ze niet vol kunnen houden. Het stuk stelt de vraag of zo'n code gaat werken en suggereert dat de grootte van de afnemer altijd in zijn voordeel zal uitwerken. Leveranciers van m.n. huismerken en versproducten zijn immers vrijwel altijd aanmerkelijk kleiner en afhankelijker dan supermarktketens. De facto gaat de vraag dus over een politieke wens: kleine winkels en kleinere leveranciers moeten kunnen blijven bestaan omdat ze ons leven verrijken. Zorgen we daar niet voor dan ontstaat naast grote retailers een handjevol grote toeleveranciers.
De vraag is wiens probleem dat is: dat van de supermarkt of dat van de consument? Als het dat van de consument is - en daar lijkt het op - dan is de gedragscode noch de uitdaging noch het probleem. De kleinere producent en winkelier zullen de consument meer waarde moeten leveren dan de super. Als ze dat niet overtuigend kunnen, redden ze het niet. Tenzij we het een overheidstaak vinden om economisch onhaalbaar aanbod geholpen in de benen te houden. Dat leidt tot de kernvraag waar dit alles om draait: welke redenen zouden we daar maatschappelijk voor kunnen verzinnen? Kunnen we die niet verzinnen, dan moet geconstateerd worden dat de bakker te dom is om zich een verdedigbare marktpositie te verwerven.
Fotocredits: Reeperbahn, uitsnede, Rauter25
Om dorpswinkels in je dorp te behouden moet je bij hun je producten kopen.
Mooi is dat je vaak producten bij ze kun betellen die ze niet in de winkle hebben liggen omdat er nog niemand naar vroeg. Soms blijken ineens meer klanten te spullen die jij liet bestellen ook te willen hebben: leuk voor klant en winkelier.
Er zijn winkels waar je telkens 100 euro vooruit betaald en de gekochte producten van dat bedrag te laten afschrijven. Dat stimuleert de winkelier om jouw wensen te vervullen en jou om bij hem te kopen. Dat is relatievorming, en contrasteert met de toenemende vervreemding / anonimisering in de steeds groter wordenden supers. Ook al zetten die supers lieve en mooie meisjes (zo goedkoop mogelijk)achter de kassa en lijmen ze je met bonnenboekjes (veel bonnen in dikke boekjes voor weinig opbrengst...).
Aan ons de keuze, toch? Wou je winkels in je dorp houden?