Het Deense Ministerie van Voedsel, Landbouw en Visserij onderzoekt of er vlees- en melkproducten afkomstig van de nakomelingen van gekloonde dier in supermarkten zijn aangeboden. Restaurants en supermarkten die vlees importeren zijn zich van geen kwaad bewust. Volgens het ministerie komt dit door slechte etikettering. Winkeliers kunnen daarom niet weten dat ze kloonvlees verkopen.

Ondanks het EU-verbod op klonen verbiedt, importeerde Denemarken vlees- en melkproducten van kloonnakomelingen uit de Verenigde Staten, Canada, Brazilië en Argentinië omdat de documenten niet vermelden of vlees gekloond is. Hanne Boskov Hansen, voedsel en veiligheidwadviseur voor het ministerie, zegt echter wél met zekerheid dat er geen vlees- of melkproducten van de eerste generatie gekloonde dieren verkocht wordt.

De EU moet dus zelf nagaan waar al het vlees vandaan komt om het op het etiket te kunnen zetten
Henrik Callesen, professor in voortplantingsbiologie aan de Aarhus University, zegt dat het bijna onmogelijk is om volledig kloonvrije producten uit Noord-Amerika te krijgen. Hij zegt op Global Meat News: “Veel vlees- en melkproducten gelinkt aan klonen komen uit Noord-Amerika. Daar is klonen niet alleen een veel gebruikte techniek, ook is er geen regelgeving voor de etikettering om de afkomst te melden.” De EU moet dus zelf nagaan waar al het vlees vandaan komt om het op het etiket te kunnen zetten. Dan kan de consument zelf een overwogen keuze maken. Mickey Gjerris, voorzitter van de Deense raad van ethiek, meldt wel dat er geen verschil zit in kwaliteit tussen ‘gewoon’ vlees en vlees afkomstig van klonen.

Met het vrijhandelsakkoord TTIP is de kans groot dat in meer EU-landen gekloond vlees op de markt gaat komen als er niets verandert aan de etiketteringsregels.

Fotocredits: 'Max, Angus, Heifer', Shannon. De koeien op de foto zijn niet gekloond.