Venezuelanen vechten om melkpoeder, ketchup kost een weeksalaris. Het FD legt uit hoe zoiets kan in een land dat economisch volledig teerde op zijn olie-exporten. Toen de olieprijs daalde en de inkomens mee omlaag trok werd het land arm en stegen de prijzen door inflatie, die dit jaar vermoedelijk 720% zal bedragen. President Chávez stelde lage voedselprijzen verplicht, maar kon producenten niet subsidiëren. Daardoor staakten zowel de laatste binnenlandse productie als reguliere importen. Venezuela is nu zo afhankelijk van zwart geïmporteerd voedsel dat zelfs mensen die viermaal het minimuminkomen verdienen hun eten niet meer kunnen betalen.
Bron: Het Financieele Dagblad - In Venezuela kost de ketchup een weeksalaris
Vanwege de grote tekorten in Venezuela stelde het land de grens met buurland Colombia even open. President Maduro had de grenzen maanden geleden gesloten als maatregel tegen smokkelactiviteiten. De tijdelijke openstelling bracht ruim 100.000 Venezolanen er toe te gaan winkelen in Colombia. Sommige inwoners hadden er zelfs een busreis van 10 uur voor over. De Colombiaanse politie onthaalde de bezoekers met hapjes en muziek.
Het populairst waren dagelijkse levensmiddelen als meel, maar ook luxegoederen als bier en make-up vonden gretig aftrek. Daarnaast waren veel Venezolanen op zoek naar medicijnen. Zondagavond gingen de grensovergangen weer dicht.
Om niet te missen: een analyse in MO* over de crisis, krachtenvelden, hoofdrolspelers en stromingen in Venezuela, een land dat meer aandacht verdient dan de nieuwtjes over geslachte dieren in de dierentuin.