De voedingswetenschappen staan voor een serieus raadsel. Kris Verburgh wist met zijn Voedselzandloper de broodverkopen in Nederland met 2% te laten dalen. Hij wist zelfs een geheel nieuw assortiment haverproducten in de winkelschappen te krijgen. Nooit wist een voedingswetenschapper in zo weinig tijd zoveel resultaat te scoren.

De waarheden waarop zijn Zandloper zich baseert, zijn echter volstrekt onwetenschappelijk aan elkaar gelast. Het is bijna kwakzalverij. Toch heeft het boek een enorme impact en veegt het publiek de felle kritieken van academische voedingswetenschappers als flauwekul van tafel geveegd. Hoe komt dat?

Dat werd in de loop van dit jaar duidelijk.

Waarheid niet sexy
In januari zei Fred Brouns, hoogleraar voedingsleer in Maastricht, dat alleen echte voedingswetenschappers weten wat waar is. Daarom zouden we hen moeten vertrouwen. Hun waarheden zijn niet sexy en niet spannend maar tenminste wel wetenschappelijk en daarom waar, veilig én gezond in het gebruik. Brouns heeft het niet makkelijk, want hij verdedigt de stelling dat carbs – koolhydraten – niet de duivel zijn die alom geëerde, maar onwetenschappelijk kletsende gekkies ervan maken. Met veel succes, getuige die dalende broodomzetten.

Wel beslist veilig
In oktober zei Brouns dat E-nrs veilig zijn. Niet een beetje, maar echt helemaal veilig. Daar kon je hem als echte wetenschapper op vertrouwen. Hij deed zijn uitspraken tijdens een bijeenkomst bij voedingsmiddelenproducent Zonnatura. Ze kwamen in de media. Foodlog was erbij en had het erover. Een lange discussie ontspon zich.

Brouns was scheef geciteerd. Hij zou gezegd hebben dat E-nrs wat hem betreft niet meer op pakjes, bakjes en zakjes hoeven te worden vermeld omdat ze veilig zijn. Maar dat had hij nooit beweerd, zei hij. Hij had slechts benadrukt dat ze beslist veilig zijn.

Alleen maar best getest
Dat klopt. Maar juist daar ging het gierend mis.

E-nrs zijn de best geteste stofjes die er zijn. Moeten ze daarom verplicht veilig en gezond gevonden worden door mensen die horen over andere mogelijke en zorgelijke effecten dan de geteste? Zulke mensen hebben een vraag waar geen tien wijzen antwoord op kunnen geven. Dan kun je die verplichting ook maar beter niet claimen als je snapt wat je kennis waard is op de markt.

Brouns verklaarde op Foodlog dat hij verkeerd geciteerd was en dat daarom alle heisa was ontstaan. Hij kreeg de mensen die twijfelen aan de omvattendheid van de tests tegen zich. Hij had er geen overtuigend antwoord op.

Reikwijdte
Na een tijdje kwam WUR-wetenschapper en E-nr specialist Ralph Hartemink in de discussie. Hij liet simpelweg zien dat E-nrs inderdaad tot de meest geteste stoffen behoren en dat menig natuurlijk stofje daar in de verste verte niet aan kan tippen. Of we daarmee weten dat ze in alle opzichten veilig zijn? Nee, natuurlijk niet. Dat gaf Hartemink ruiterlijk toe. Hij claimde het niet eens.

‘Wat een fijne reactie!’, kreeg hij te horen van de tegenstanders van de veiligheid die Brouns propageerde. Hartemink en Brouns hebben dezelfde feitelijke boodschap over E-nrs. Toch verschillen ze als dag en nacht op een slechts klein, maar wezenlijk punt.

Hartemink nam de beperkte reikwijdte van wat wetenschap kan claimen als uitgangspunt. Hij maakte duidelijk te kunnen lachen om een wetenschap die denkt dat haar waarheden een antwoord zijn op de vragen en zorgen die mensen hebben. Brouns niet. Daarom haalde hij een kletsnat pak in de pers. Wetenschap is alleen geldig binnen zijn spelregels. Zeker in het geval van de life sciences waartoe de voedingswetenschappen behoren, liggen de vragen en onzekerheden van het publiek nogal eens ver buiten het terrein waarop wetenschappers waarheid kunnen produceren.

Excommunicatie
Brouns, die beslist niet de enige zich zo gedragende coryfee is, schijnt zich dat niet te realiseren. Begin november herhaalde hij zijn trefzeker de act waarmee zijn wetenschap zich buiten het spel van de samenleving zet. Glutenvrij eten is flauwekul, beweerde hij. Helemaal waar, maar ook alleen by current standards of scientific knowledge.
Ik vond het zinloos er nogmaals aandacht aan te besteden, maar maakte dankbaar gebruik van zijn drie publieke optredens in een besloten lezing voor de Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen.

Zulke serieel ‘serieuze’ wetenschappers roepen hun excommunicatie door het publiek vanzelf over zich af, beweerde ik. Het academische publiek voelde op dat moment aan dat daar misschien wel wat in zou kunnen zitten.

Een klein houdingsverschil dat veel kan veranderen
Er is dus hoop. Wie weet houden de voedingswetenschappen eindelijk op zichzelf al te serieus te nemen. Dan houdt automatisch de radicale flauwekul die er tegenover wordt gesteld op. Zo’n vrolijke wetenschap kan namelijk serieus terugvragen aan al die broodbuikkwakzalvers of zij alle testjes die hun fantastische theorieën moeten bewijzen, al wél klaar hebben. Kris, bijvoorbeeld, beweert dat helemaal niet. Echt foute kwakzalvers beweren dat wel. Waar Kris stiekem hier en daar toch teveel claimt - en dat doet'ie regelmatig - kunnen de bekvechters het weer gewoon hebben over de praktische waarde van hun inschattingen op basis van onderzoek voor de keuzevragen waar mensen dagelijks voor staan. 'Gewone mensen', om wie het allemaal draait, krijgen dan eindelijk de kans te horen wat domweg verstandig lijkt.

In die houdingsverschuiving zit het kleine en tegelijk heel grote verschil waar voedingswetenschappers eens goed over na zouden moeten denken.

Deze tekst verscheen in het jongste nummer van Vork dat afgelopen week verscheen. Vork kun je ook in zijn geheel in je brievenbus krijgen

Fotocredits: Kaeskoppen festival Alkmaar, Ben Eekhof