Barack Obama, waar kritisch Europa van zegt te houden, wilde TTIP. Het was voor Obama een gebaar naar de vrije wereld en de waarden van de Verlichting. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Degenen die het kunnen, hebben recht op wat meer. Degenen die het wat minder trekken, hebben recht op een arm om de schouder - zoals ook onze premier Rutte dat vandaag in een tegen de PVV gerichte advertentie uit naam van de VVD zei.

Kritische mensen vonden TTP en TTIP maar niets. foodwatch, Milieudefensie en vele anderen organiseerden bijeenkomsten tegen dat soort meritocratisch internationalisme. Ze vonden dat er een einde moest komen aan de chloorkip waar zelfs Lubach, idool van weldenkend Nederland, tegen was. Lubach kwam gisteren met een satire over Slagharens pony's you can grab by the pony.

Vandaar mijn verwarring. Zijn we nu opeens voor TTIP en tegen Trump of kruipen we in dezelfde schulp?

Mijn punt is natuurlijk: wat bedoelden we toen en wat bedoelen we nu? Wie daar geen antwoord op heeft, moet zijn mond houden en gewoon eens beginnen met luisteren. Wat is er eigenlijk aan de hand?