Het Amerikaanse vakblad Food Safety News stelde een top-10 op van mythes en feiten over voedselveiligheid om je te behoeden voor veelgemaakte fouten.

1. Mythe: bacteriën gaan dood in de magnetron en eten uit de magnetron is dus veilig
Bacteriën gaan niet dood door de microgolven van de magnetron, maar door de hitte die de microgolven genereren. Als het voedsel warm genoeg is, zullen de bacteriën inderdaad doodgaan. Het kan gebeuren dat het eten niet overal even warm is, bijvoorbeeld door wisselende diktes of door een onregelmatige vorm of samenstelling. Op de koude plekjes van je eten kunnen nog steeds ziekmakende bacteriën zitten. Volg de instructies van magnetronmaaltijden dus altijd goed op. Als je iets verwarmt, roer dan goed en zorg dat alles even warm is.

2. Mythe: in de koelkast vindt geen kruisbesmetting met bacteriën plaats omdat het daar te koud voor is
Hoewel de meeste bacteriën zich niet kunnen vermenigvuldigen in de koelkast, kunnen ze vaak wel overleven. Sommigen hebben zelfs de voorkeur voor koele, vochtige plaatsen en kunnen er wel groeien. Om kruisbesmetting te voorkomen moet je groenten en fruit dus apart houden van vlees en vis. Ook is het belangrijk om je koelkast regelmatig schoon te maken met heet water en zeep. Vergeet dan ook de zijkanten en de onderkant van de plankjes niet.

3. Mythe: de groentela van de koelkast hoef je niet schoon te maken want daar zit alleen maar groente en fruit in
Ook op groente en fruit komen van nature bacteriën voor, bijvoorbeeld uit de grond waarin ze geteeld zijn. In 2013 stelde de NSF in de International Household Germ Study vast dat de groentela bovenaan de lijst staat van items met de meeste ziektekiemen in de keuken. Zorg dat jouw groentela niet in dit rijtje thuishoort en maak deze dus regelmatig schoon.

4. Mythe: ik hoef mijn meloen niet te wassen, want ik eet toch alleen de binnenkant
Je eet de schil dan misschien niet op, de bacteriën van de schil kunnen wel makkelijk op de binnenkant komen. Denk maar eens aan het mes waarmee je de meloen snijdt, dat gaat zowel door de schil als door het vruchtvlees heen. Ook als je stukken fruit op een schaal legt kunnen bacteriën van de schil andere stukken fruit besmetten. Toch maar even wassen dus!

5. Mythe: als je vegetarisch eet, hoef je je geen zorgen te maken over voedselvergiftiging
Net zo goed als vlees kunnen ook plantaardige producten bacteriën bevatten die je goed ziek kunnen maken. Vooral bij producten die je rauw eet, bijvoorbeeld in een salade, is het belangrijk om ze goed te wassen. Doe dit onder een lopende kraan en vergeet ook de schillen niet te wassen (zie punt 4). Laat de zeep achterwege, die is immers niet bedoeld om op te eten.

6. Mythe: je kunt restjes veilig eten, totdat ze gaan stinken
Geur is geen goede indicator voor veilig kunnen eten. Er zijn genoeg bacteriën te vinden die je niet kunt ruiken maar die je wel degelijk ziek kunnen maken. Zelfs voedsel wat er goed uitziet, goed ruikt, én goed smaakt kan je ziek maken. Na 3 tot 4 dagen bewaren in de koelkast moet je restjes toch echt weggooien. Het is dus slim om een datum op je restjes te zetten. Wil je restjes langer bewaren, vries ze dan in. Weet je niet zeker hoelang iets al in je koelkast staat? Neem geen risico en eet het niet meer op.

7. Mythe: bacteriën gaan dood in de vriezer
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaan bacteriën niet dood in de vriezer. Ze kunnen weliswaar niet groeien, maar wel overleven. Tijdens het ontdooien kunnen deze ziektekiemen weer gaan groeien. Listeria monocytogenes en Hepatitis A zijn voorbeelden van pathogenen die lange tijd in de vriezer kunnen overleven. Ontdooid voedsel moet je dus altijd goed verhitten totdat de binnenkant van het product ook warm genoeg is en er geen ziekmakers meer aanwezig zijn. Gebruik een voedselthermometer om zeker te weten dat je hele maaltijd warm genoeg is.

8. Mythe: afspoelen van kip spoelt bacteriën zoals Salmonella weg
Ook dit is niet waar. Sterker nog, bacteriën kunnen zich op deze manier makkelijk verspreiden. Ze komen terecht in je gootsteen, waarin je daarna misschien wel de sla wast, of er komen spetters terecht op eten dat al op het aanrecht staat. Vlees afspoelen doet dus meer kwaad dan goed en kun je beter laten. De enige manier om de bacteriën op vlees te doden is door het vlees zorgvuldig te verhitten. Gebruik een voedselthermometer. Als de binnenkant van het vlees ten minste 75 graden Celsius is, zit je goed!

9. Mythe: alleen kinderen worden ziek van rauw koekjesdeeg of cakebeslag
Het kleinste beetje rauw beslag kan je al ziek maken. Zeker kinderen lopen het risico om ziek te worden omdat hun immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld is. Ook al ben je volwassen en gezond, weersta toch de verleiding om een hapje van het beslag te proeven. Pas als het uit de oven komt is het veilig om te eten. Wel zo lekker ook, toch?

10. Mythe: als een hamburger in het midden bruin is, is hij warm genoeg en kun je hem veilig eten
Alweer mis! Je kunt op het oog niet bepalen of de hamburger warm genoeg is. De enige manier om dit zeker te weten is door, en daar is hij weer, een voedselthermometer te gebruiken.

Hou deze kennis in je achterhoofd en hopelijk loop je dan nooit meer een voedselvergiftiging op als gevolg van je eigen doen of laten!