image

Twee borden, een bakje en een waterbakje (op de foto alleen de laatste 2; de borden staan ver links daarvan - om ruzie te voorkomen ). Daar eten 5 zwarte Franse buitenkatten uit.

Katten staan dicht bij de natuur en weten hun kostje uitstekend zelf bij elkaar te vangen. Maar mensen zorgen voor ze en dus doen ze het net zo lief niet. Da's makkelijk. Stads, ook al blijven het eeuwige jagers.

Die vijf mogen niet binnen. Ze wonen in een klein dorp. Zo klein dat het geen dorp maar een gehucht - 'hameau' - heet. Het ligt ver genoeg van de stadse wereld. Misschien is het daarom dat de mensen die er al generaties lang wonen nog steeds 'anders' in het leven staan. Toen op een memorabele 11e september vliegtuigen zich in 2 New Yorkse torens boorden, hoorden ze wel dat er 'iets' gebeurd was. Natuurlijk, ze hebben ook TV, radio en zelfs Internet met ADSL. Maar het was zo weer vergeten. Net zoals dat gaat bij een auto-ongeluk - erg, maar morgen is weer een nieuwe dag. Dat komt door een andere 'houding', die vooral aan het hier en nu en nauwelijks aan het daarginds of grote wereldproblemen is gebonden. Da's immers maar virtueel, want je ziet het alleen op schermen.
Maar toch. Ze hebben iets stads gekregen en raken onthecht.

In die sfeer leven die katten. Daarin horen ze nog steeds buiten. Hun baasje was een paar dagen weg; dat gebeurt regelmatig. Dan verzorgt de buurman ze. Onregelmatig. Eerst is het naar binnen kijken en miauwen. "Waar is m'n bord?", horen we de beesten denken. Waar is - zo zag ik van de week - het pak kant-en-klare lasagne? Ook hier hebben ze verderop inmiddels een Lidl waar het baasje net als stadse mensen spullen koopt. Met één verschil. Als ze die niet blieft, dan gooit ze het niet weg. Ze composteert haar afval - zo gaat dat al generatieslang - en geeft de vuilnisman zo weinig mogelijk. Wat ze niet blieft maar wel betaalde gaat naar de katten. Regelmatig staan er K&K-happen klaar. Niet lekker voor haar, te zout voor de poes, maar prima voor rasbuitenkatten.

Van de buurman krijgen ze die niet. Van hem krijgen ze de pest in en gaan ze zelf aan de slag. Vogels, sprinkhanen en hagedisjes. Ze zijn m.n. goed in zwaluwen. Als die laag overvliegen, geef je ze een pets en dan vallen ze. De katten weten dat zwaluwen eenmaal op de grond niet meer kunnen opstijgen. Laag vliegen doen ze vaak. Dankzij de afwezigheid van bestrijdingsmiddelen wemelt het dichtbij de grond van de vliegende insecten.

Wij weten wanneer de katten eten krijgen van buurvrouw. Is ze er, dan tikken ze de zwaluwen uit de lucht en bijten ze alleen de kop eraf; de rest mag ik opruimen. Moet buurman voor ze zorgen dan blijven alleen die lange vleugels liggen. Daar is niks aan te eten.

Net als hun baasjes zijn buitenkatten heel 'anders, 'aards'. Ons bezwaart het. We hebben liever dat de buurman voor de katten zorgt. Niet zij met haar stadse Lasagne.