imageToen de Provencaalse dichter Mistral -de enige Provencaal die de Nobelprijs won - nog onder de levenden was, schreef mijnheer J.-B. Reboul een kookboek voor de Provencaalse huisvrouw. Hierin kon zij een jaar rond alles vinden aan inspiratie en variatie voor de veeleisende familie, die twee warme maaltijden per dag eiste. Voor elke week zijn er veertien menu's en van de meeste gerechten staan de recepten in het kookboek.

La Cuisinière Provencale is nog steeds een standaardwerk voor iedereen die iets wil snappen van de keuken uit dit rijke gebied. Maar behalve recepten geeft het boek, dat in een vloeiende stijl is geschreven, ook heel wat informatie over het dagelijks leven in 1890. Ik geniet erg van opmerkingen als: 'schuif de pan naar de zijkant van het fornuis waar het vuur niet zo heet is', want dan realiseer ik me dat ik hier een kookboek lees uit de tijd dat er nog op houtgestookte fornuizen werd gekookt! Zulke historische extraatjes geven het lezen van de recepten iets speciaals. Helaas is Reboul niet vertaald, maar geen nood: voortaan komt er wekelijks een recept op foodlog.nl.

Ik heb bij het schrijven van mijn Brieven uit mijn bastide zoveel plezier gehad van dit boek, dat ik in ruil nu de leukste recepten vertaald en geannoteerd doorgeef: met de seizoenen mee natuurlijk. Het eerste recept was zo iets alledaags in de Provence, dat het nu juist niet in Reboul staat. Gelukkig kreeg ik het van onze buurvrouw in Lorgues, waar we twee jaar woonden. Het is speciaal voor de wintertijd, want het wordt gemaakt met de heerlijke bittere sinaasappel waarmee ook de echte marmelade wordt gemaakt. Recept
Maak de vin d'oranges komend weekend, dan is hij lekker met oud en nieuw, want de sappen en de wijn+brandewijn moeten goed intrekken. Natuurlijk wordt hij over de komende maanden lekkerder, maar bij ons houden we hem nooit langer dan zes weken in de karaf. Deze portie kan dus, bij gebleken succes, ook verdubbeld worden. Het gemiddelde alcoholgehalte ligt rond de 10%.

Het fruit goed wassen met lauwwarm water
Drie sinaasappelen en twee grapefruits(aangezien we in Nederland geen bittere sinaasappelen kunnen krijgen)
één citroen in partjes gedeeld
5 liter rosé wijn
1 vanillepeul
1 liter eau-de-vie ( mispelblom brandewijn)
1 kilo suiker

Schil de grapefruits, snijd de schillen in stukken en doe ze in een brandschone container die goed kan worden afgesloten, liefst met een inhoud van 10 liter. Voeg de doorgesneden sinasappels toe, de wijn (test elke fles even op kurk!), de vanille, brandewijn en suiker. Roer alles goed om, zet de container op een koele donkere plek en draai hem elke dag een slag: op die manier mengen alle ingredienten zich het beste. Drie tot vier weken minimaal moet dit gebeuren, maar dat komt goed uit, want dan is het juist die leuke tijd tussen Kerst en Oudjaar. Nu kun je alle vloeistof in een keer zeven en overgieten in een andere container, of steeds een beetje voorzichtig afgieten in een trechter die in een karaf staat. Daardoor wordt de Vin d' oranges steeds sterker en - vind ik - lekkerder. Heb je een groot feest, dan heb je meer aan de eerste methode, want de wijn drinkt lekker weg! Dit recept is goed ruim zes liter. Als we een echte winter krijgen is hij warm heerlijk na het schaatsen of voor het naar bed gaan, maar 'on the rocks' is hij heerlijk voor het eten. Serveer er wat droge zoutjes bij, olijven zijn niet zo'n succes.

Proost!