Een mooi voorbeeld is de strijd tegen CO2 uitstoot. Die houdt ons zo bezig dat we als publiek bereid zijn motorbrandstoffen de prijs van ons eten te laten opdrijven. Afgelopen week kwam het nieuws dat die politiek mogelijk leidt tot een probleem dat vroeger in de mode was maar nu niet meer: aantasting van de ozonlaag met als gevolg problemen voor onze gezondheid (m.n. kankers). De duurzaamheid van de zg. biofuels lag al onder vuur (zie Michiel Korthals' reactie op mij van een maand geleden), maar met dit nieuws al helemaal: ff breder kijken graag.
Tegen de achtergrond van dit 'ongenuanceerd uitvergroten' kondigt het Agrarisch Dagblad vandaag aan deze week uit te roepen tot 'de week van de Biologische Landbouw': Het Agrarisch Dagblad staat deze week in het teken van biologische landbouw. Krijgt deze economisch marginale sector niet veel te veel (politieke) aandacht? En hoe wegen de mogelijke aantastingen op tegen de residuen in gangbare producten? De krant nodigt organisaties en lezers uit te oordelen over de stelling Beter een gangbaar Nederlands product dan een biologisch uit een ver oord. Op de sectorpagina's staan verhalen over de zuivelmarkt en positie van Kemperkip.
Biologisch wordt gezien als de panacée voor van alles: gezondheid, duurzaamheid en dierenwelzijn. Maar is dat wel zo?
Een heel goeie vraag, want het antwoord is waarschijnlijk eerder nee dan ja. Dat wil niet zeggen dat we het kind met het biologische badwater moeten wegspoelen, maar wel dat we het eens moeten gaan hebben over ... waar we het precies over hebben. Welke doelstellingen streven we na en hoe kunnen die het beste bereikt worden?
Mijn stelling: biologisch is verworden tot een onzinnig containerbegrip en een schimmig definitiespel van controle-instanties. Onderwijl speelt de handel handig in op intuïtieve noties onder het publiek op het gebied van 'natuurlijkheid', 'goed voor mensen' en 'beter voor dieren'.
Daar is niemand mee geholpen. Biologisch moet weer complex worden, net als duurzaamheid trouwens.
Dick,
In de tijd van die waarnemeingen hadden we nog wel een noordpool van ijs en was de ozonlaag niet aan zulke fluctuaties onderhevig als nu. Kortom die waarnemingen kunnen geen relativering vormen voor de huidige waargenomen trent van het gestaag versneld verdwijnen van het noodpoolijs etc.
Kleine fluctuaties in de wweromstandigheden hebben zich altijd voorgedaan. Toen wij 30 jaar geleden ons huis bouwden op een berg in de zuid Ardeche was het kurkdroog en bloedheet in de zomers. De berg was dan ook volkomen kaal en nauwelijks meer bewoond. Het klimaat is sindsdien verandert, het regent er meer en het is minder warm. De berg is rijkelijk begroeit en er wonen weer veel mensen. Dat soort fluctuaties zullen er altijd zijn maar het zegt niets over de nu waargenomen trent van onomkeerbare veranderingen