De krant wijst erop dat het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, dat als onafhankelijke speler is opgericht om het nieuwe verpakkingsbeleid voor te bereiden, wordt gefinancierd en gestuurd door de industrie.
Het ingekrompen ambtenarenkorps zou geen vuist meer kunnen maken tegen de industrie die het aantal lobbyisten zou hebben opgevoerd. Die tegengestelde beweging zou er in combinatie met de snelle roulatie van Tweede Kamerleden en bewindslieden toe leiden dat de kwaliteit van de politiek en het overheidsapparaat zo snel is afgenomen dat het Nederlandse regeringscentrum 'geen geheugen meer heeft' en 'in grote naïviteit zaken doet'. Met andere woorden: een incompetente overheid op zowel het niveau van regering als wetgever zou ten prooi zijn aan het bedrijfsleven dat een consistente belangenstrategie tegen ons algemeen belang in stelling kan brengen.
Als dit het geval is, is het een onderwerp van jewelste. De Foodlogredactie spreekt regelmatig vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die de impasse in onze democratie onderschrijven. De wetgever heeft dermate weinig kennis van zaken dat vaak kromme gevoelens leven in de Kamer zodat daar niet zelden verkeerde, want onuitvoerbare en contraproductieve, besluiten worden genomen. Als dat waar is, is er sprake van een dilemma. De overheid heeft jarenlang een beleid gevoerd om vraagstukken 'in het maatschappelijke middenveld' op te lossen. Bij dergelijk beleid kijkt de overheid toe en laat zij de belanghebbende partijen zelf met oplossingen komen die de wetgever vervolgens borgt.
Nu dat gebeurt, blijkt de invloed van het bedrijfsleven te eenzijdig geworden, terwijl het beleid zonder die invloed verzandt in niet ter zake doende en zelfs schadelijke besluitvorming.
Wat vindt Nederland van deze situatie in zijn democratie?
Fotocredits: Floating Art, uitsnede, FaceMePLS
De regering laat zich in haar beleidsvorming vaak leiden door de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Zij dient daarom een groot belang te hebben in de onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek. De universiteiten zijn bij de financiering van projecten echter in belangrijke mate afhankelijk geworden van de derde geldstroom, die het grote gevaar van belangenverstrengeling met zich mee brengt. Belangenverstrengeling kan de onafhankelijkheid van het wetenschappelijk onderzoek ondermijnen, en daarmee ook een fundament van de beleidsvorming. Daardoor kunnen de belangen van lobbyisten het regeringsbeleid mede gaan bepalen. En dat ondermijnt wederom de geloofwaardigheid van een parlementaire democratie omdat de indruk ontstaat dat de politiek haar primaat afgeeft aan lobbyisten. Het is te hopen dat Den Haag zich bewust is van dit gevaar en onafhankelijke wetenschapsbeoefening veilig stelt.