De uitbraak heeft niet alleen consequenties voor biologische aardappelen. De ziekte noopt tot extra spuitrondes bij gangbare telers. En dan nog zullen zij de gevolgen niet volledig in kunnen dammen.
Bij veredelaar Agrico wordt gewerkt aan resistente rassen. 'De situatie is nijpend', zegt Peter Dijk van de biologische tak van het bedrijf. Toch vindt hij dat zijn bedrijf zich niet mag laten leiden door 'nood bij de introductie van resistente rassen'. Er wordt al 20 jaar aan gewerkt, maar het verkrijgen van voldoende uitgangsmateriaal kost jaren. In 2012 waren er nog maar enkele hectares pootgoed. Inmiddels is de opbrengst vertienvoudigd.
Toch komt de vraag weer op: zo lang hadden we er niet over hoeven doen. Aardappelen zijn met genetische ingrepen prima resistent te maken. En dat is niet om er lekker Roundup op te kunnen spuiten. Als iemand nou geen bespoten aardappelen wil, maar de gevreesde schimmel een probleem blijkt te worden na verloop van jaren, wat is er dan tegen een van tijd tot tijd genetisch gemodificeerde biologische aardappel?
Fotocredits: bloeiende aardappelen, boerin Carolien
Het phytophthoraprobleem is geen monocultuurprobleem. Als ik twee aardappelplanten in mijn tuin zet worden ze hartstikke ziek, als de voorwaarden daarvoor (aanwezigheid van ziektekiemen, nat blad etc) aanwezig zijn.
De meeste resistente biologische rassen hebben 1 R-gen. Spuit je niet (en dat mag niet in de bioteelt) dan wordt die resistentie al snel doorbroken, zeker als de aantasting niet meteen de kop wordt ingedrukt. Vervolgens zal deze resistente phytophthorastam zich snel kunnen uitbreiden. Het resistente ras en de betreffende resistentie hebben dan hun waarde verloren.
De nieuwste generatie biorassen heeft twee resistentiegenen. Dan moet de schimmel (oomyceet) zich al iets harder op zijn kop krabben, maar uiteindelijk weet hij ook die barriere te omzeilen. En weg zijn de volgende twee resistentiegenen, voor dat betreffende teeltgebied. Niet spuiten tegen aardappelziekte (of niet op tijd doodmaken) in resistente rassen betekent dus op de lange termijn de betrokken resistentiegenen niet meer bruikbaar zijn. In theorie kunnen die 20 resistentiegenen dus allemaal onbruikbaar worden, voor zowel de biologische als gangbare sector.
Voor wie meer wil weten. Ik heb specialist Geert Kessel van WUR over dit onderwerp geinterviewd:
http://edepot.wur.nl/287774