Het AD rapporteerde gistermiddag uitgebreid over de hulpmaatregelen van het kabinet én de Nederlandse supermarkten aan met name de tuinbouw.

Werktijdverkorting en tijd om nieuwe markten te zoeken
Staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) kondigde aan dat het kabinet maatregelen voorbereidt die bedrijven die buiten hun schuld schade ondervinden van het Russische voedselembargo helpt de korte termijn door te komen. Ze zullen - in navolging van België - arbeidstijdverkorting (gedeeltelijke WW) mogen aanvragen. Daarnaast zullen er ook garantiestellingen worden afgegeven om hen nieuwe afzetmarkten te laten vinden. Voor dat laatste pleitte de Rabobank.

Aangetekend moet echter worden dat dergelijke markten door de handel worden verzorgd en dat de structurele vernieuwing van de uitdaging van de Nederlandse tuinbouw om waarde te creëren al een tien jaar durend hang-en-wurg probleem is. Het lijkt er dus op dat de maatregel voornamelijk handelsbedrijven de ruimte moet geven om hun handelsstromen te verleggen en de verdere marktwerking zijn herstructurerende werk in de al jaren problematische Nederlandse tuinbouw te laten doen.

Supers onderzoeken hulp op het gebied van Hollandpromotie
Waar supers in het verleden vaak werden bekritiseerd door de Nederlandse land- en tuinbouw omdat ze geen Hollands product zouden willen voortrekken, komt nu hun belangenvereniging CBL met de mededeling dat hun leden bekijken hoe ze een handje kunnen helpen. Ook zij willen graag een bijdrage leveren aan het wegwerken van de Nederlandse overschotten die ontstaan nu overal in de EU zich overschot opstapelt. Door het voortrekken van Nederlands product krijgen Nederlandse tuinders en telers wat extra lucht van hun nationale supers. Eerder deze week verklaarde de Rabobank dat dergelijke acties symbolisch zijn en geen gewicht in de schaal leggen omdat Nederland ca. 70-80% van zijn productie exporteert en zichzelf 4 à 5 maal kan bedienen. Hetzelfde argument gebruikten ook de supers in het verleden.
De verandering van toon lijkt te wijzen op het ontstaan van gevoelens van nationale verbondenheid.