imageVorige week ontstond wat ophef over een interview dat ik gaf aan Resource, het weekblad van Wageningen UR. Hans Schepers haalde de angel eruit en stelde scherp vast: je bent dus niet techfoob. Inderdaad, ik ben helemaal niet vies van tech.
Kennelijk is het moeilijk om genuanceerd te zijn over tech en moet je voor of tegen zijn.

Enerzijds waarschuw ik tegen een al te onbezorgd optimisme. Waarom tech gebruiken, zoals we het voornamelijk doen:
- om producten nóg goedkoper (= betere marge door lagere kostprijs) te maken?
- om ze zogenaamd gezonder (= betere marge door een hogere 'toegevoegde waarde' en dus hogere verkoopprijs) te maken?
We weten nog veel te weinig van onze biochemie in relatie tot voeding om de risico's veilig te kunnen inschatten, maar gaan er niettemin meteen voor.

Onderwijl vallen een jaar of wat na introductie de nodige producten door de mand. Ik noem maar wat:
- transvetten (gebruikt vanwege de goedkoopte; ze helpen producten lang houdbaar te maken)
- linolzuurverrijking (gebruikt om toegevoegde waarde te creëren, maar mogelijk een veroorzaker van omega-3 tekorten)
- foliumzuur (idem, maar als je het bijv. aan brood toevoegt goed voor de één, maar slecht voor de ander)
- probiotica (een ideetje om in te spelen op de effecten van de vezelarmoe van industrieel gemaakt eten en meteen melk in goud te veranderen; de effecten zijn nog altijd onbekend ook al zijn er aanwijzingen dat ze werken)
- ontvezeling en versuikering van voeding (gebruikt om de acceptatie van voeding te vergroten en dus de omzetten te vergroten maar tevens de basis voor het ontstaan van darmproblemen en diabetes II)
- omega-3 verrijking (gebruikt om toegevoegde waarde te maken, maar mogelijk overbodig omdat ons gebrek aan omega-3 weleens mede een gevolg zou kunnen zijn van de overdadige aanwezigheid van plantaardige vetten in onze moderne voeding. Die is ontstaan dankzij tech maar heeft een bij-effect. Onze omega-3 opname wordt er door verstoord. Die plantaardige vetten zijn we gaan gebruiken vanwege ... de goedkoopte)
- HFCS (High Fructose Corn Syrup, een hypergoedkope supergeraffineerde monosuiker die weleens een van de belangrijkste diabetes II veroorzakers zou kunnen zijn; één van de redenen bovendien om weer vezels aan onze fabrieksvoeding toe te voegen)

Die lijst is gemakkelijk te verlengen. Zowel met inmiddels onomstreden als in de wetenschappelijke discussie nog onbesliste voorbeelden.

Anderzijds ben ik zelfs voor het gebruik van tech om verse producten gemakkelijker voor het publiek beschikbaar te maken. Dat laatste is een lastig punt, waar grootwinkeliers makkelijker mee kunnen leven dan industriële voedselproducenten. De eerstgenoemden verkopen ons eten aan de consument. De laatstgenoemden maken het. Liefst zo goedkoop en grootschalig mogelijk. Dat doen ze 'processed' want dan blijft het lekker lang houdbaar en kan het overal ter wereld verkocht en bewaard worden. Dat is belangrijk, want hun onderlinge concurrentie is moordend en draait maar om één ding. Prijs. Zelfs al maak je iets beter, dan moet het toch goedkoper, omdat anderen je snel inhalen en binnen een paar maanden met hetzelfde product komen. De grootwinkeliers zorgen er immers voor dat die concurrentie maximaal blijft, zodat het betere product met een hogere toegevoegde waarde toch weer moet worden uitgekleed. Tech helpt daarbij, maar dat zegt iets over de geest waarmee we het gebruiken. Niets over tech zelf.
De makers en verkopers van ons eten houden elkaar in de greep en dicteren de manier waarop technisch vernuft wordt ingezet. Om dat mechanisme van produceren, innoveren, er iets aan over houden en weer doorspringen naar de volgende ijsschots in stand te houden zijn processen, fabrieken en toeleveringslijnen ingericht die je niet zomaar even verandert. Er gaan geen tientallen, maar honderden miljarden in om. Daar helpt zelfs de goede wil van een voorzitter van de Raad van Bestuur van zo'n bedrijf niet bij. Het is dan ook goedkoop om die even snel als 'boosaardig' af te doen. Laten we wel wezen, een eetgigant als ons eigen Unilever heeft al sinds 2 jaar de 2e en 3e wereld als speerpunt voor groei gekozen. Het bedrijf heeft moeite te concurreren in de 1e. Dat is geen best nieuws. Ook niet voor consumenten.

Vanmorgen bladerde ik nog wat verder door Resource en zag nóg een aardig voorbeeld van de inzet van tech om eten goedkoper in plaats van beter te krijgen. Dinsdag promoveert Wendy Rodenburg bij Martijn Katan. Ze heeft kunnen aantonen dat de synthetische voedingsvezels die fabrikanten vanwege de goedkoopte aan bijv. vruchtensappen en brood toevoegen, slecht voor ons zijn in plaats van goed. Het publiek denkt inmiddels iets gezonds te hebben als er 'extra vezels' in hun van een merkverpakking voorziene eten zitten.
Het probleem is echter dat de vezels eerst uit ons fabriekseten zijn gehaald en er later weer in nepvorm bijgedaan moeten worden omdat we ze toch nodig hebben. Gek genoeg is meer werk, uiteindelijk goedkoper. In dit geval blijkt het niet alleen minder goed dan de originele vezels, maar waarschijnlijk ronduit schadelijk.

Het onderzoek werd gefinancierd door het Top Institute Food and Nutrition, de gebeten hond in het interview. Prima onderzoek zou ik zeggen. Ik ben blij dat het instituut bestaat. Meer graag en meer er mee naar buiten graag, dan kan tech weer meer gebruikt worden zoals het moet: om ons eten beter te maken.

Beter dus, niet gezonder of goedkoper.

Het ziet er naar uit dat we het al honderdduizenden jaren prima doen op wat we van het land en van dieren halen. Gezonder hoeft dus niet. Goedkoper ook niet, want we zijn schatrijk. Dan maar niet iedere 2 jaar een nieuwe TV, ieder half jaar een nieuw mobieltje en naast onze drie vakanties ook nog vier long weekend stedentrips.
Beter, dat is eten dat aansluit bij waar we vandaan komen maar dan wel aangepast aan onze moderne manier van leven. Dat is een tamelijk risicoloze gok ten aanzien van de gezondheidseffecten van zo'n menu.

By the way, de consument wordt niks gevraagd. Wil'ie liever z'n stedentrips en derde mobieltje met High Speed Internet of beter eten? Nu wil'ie ze alle twee. Maar als hij moet kiezen?
Dat is eigenlijk de hele vraag.