Vorig jaar kocht ik bij het biologisch boerenbedrijf La Vialla in Toscane volkorenpasta, omdat je wel eens wilt proeven wat gezondheidsprofeten ons aanraden. Ik vond het product tamelijk taai, er moest flink wat zout in het water en ook na lang koken (tot 15 minuten) bleef de structuur plakkerig in de mond. Bovendien waren de stroken tagliatelle dik en de fusilli stroef.

Dit jaar las ik in hun nieuwe catalogus dat La Vialla de trend van de tijd heeft opgepikt door pasta van speltmeel aan te bieden. Volkoren is uit, spelt is in. Braaf bestel ik zes zakken speltpasta, want speltproducten vind ik erg lekker. Ik moet zegen: een vooruitgang. De tagliatelle en fusilli zijn smaakvoller en iets minder taai.

Spelt moet. Spelt is goed.
Maar al etend blijf ik denken: waar ben ik mee bezig? Eet ik dit nu om mezelf een beter mens te voelen volgens de voorschriften van voedingshypes of omdat ik het echt lekker vind? Kan ik wel echt genieten van iets dat ik nooit op m'n bord zou hebben liggen als niet recentelijk een groep mensen in de geschiedenis van onze graansoorten was gedoken en had verkondigd: Spelt! Het nieuwe geluk! 'Spelt moet. Spelt is goed.' En zie: spelt sloeg aan. Wij eten spelt in brood, koekjes, pannekoeken, hartige taarten en – pasta.

vialla


Mijn eerste olijf...
Ik heb het altijd leuk gevonden om nieuwe producten te proeven. Ooit at ik mijn eerste olijf, aubergine, oester, inktvis en dronk ik mijn eerste sherry. Maar die producten uit andere landen en streken hebben stapsgewijze, vooral dankzij onze vakantielust een plekje op ons menu veroverd. Omdat we ze lekker vonden.

Geplugd
Nu worden ons nieuwe producten aangeboden – door de strot geduwd is misschien een beter woord – die ergens uit een ver land zijn gehaald omdat ze daar een bevolkingsgroep gezond houden. Of lang laten leven. Of misschien wel een opwindend seksleven laten hebben. Soja, quinoa, Japans broodkruim, quorn, spelt – de lijst is veel langer. Nooit wordt er in de marketingstrategiën voor die producten gezegd 'proef eens wat lekker', nee, het is gezond. Deze producten worden in ons dagelijks menu geïmplanteerd, niet omdat ze zo lekker waren tijdens onze vakantie in Japan of Peru of de Malediven. Geplugd heet dat geloof ik in popmuziekjargon.
Ik word ziek van al dat gezonde voer. Natuurlijk kan ik kiezen om het niet te eten, wat ik ook meestal doe, maar dat dit pluggen zoveel succes heeft gaat mij toch enigszins onder de huid zitten. Tegenwoordig lijkt het niet meer mogelijk onbevangen van het eten op je bord te genieten. Aan elk hapje hangt een verhaal en het is zelden leuk. Het doet meestal een appèl op een van onze schuldgevoelens, persoonlijk of maatschappelijk. Het wondermooie adagium van Loesje: Geniét nou eens! zou in elke keuken moeten hangen, liefst boven de boekenkast met kookboeken waarin oerdiëten, zandloperdiëten, rawfood­recepten elkaar verdringen, maar een lekker kookboek met gewone kost waarmee tientallen generaties groot en gezond mee geworden zijn, ontbreekt.

Verketteren
Wat is er mis met ons wanneer het nieuwe voedsel alleen nog recht van bestaan heeft omdat het helpt (nou ja, pretendeert te helpen) tegen diabetes, kanker, migraine, gewrichtspijn en allergie? Of, erger nog: ons een bijna eeuwig leven belooft? Wanneer staan mensen eens op in protest tegen het verketteren van goed, mooi, voedsel omdat het 'slecht' zou zijn?
Diëetgoeroe's die brood verketteren, of aardappelen, of boter, verloochenen onze innigste en oudste banden met de gaven van Moeder Aarde. In naam van wat? Kunnen wij hun voorschriften bewijzen zolang wij ieder geen twee paralelle levens kunnen leven? Zijn de moderne voedselintoleranties waar veel eigentijdse kost voor lijkt ontworpen, niet vooral het gevolg van innerlijke leegte en mateloze hunkering naar nieuwe prikkels?

Ik weet het, Seneca is een saaie filosoof voor de meeste mensen. Maar zijn 'alles met mate' (of het nog veel oudere Griekse adagium (Niets teveel' ) is toch eigenlijk waar het om draait. Zolang je maar niet, zoals Seneca, door de keizer gedwongen wordt zelfmoord te plegen kun je daarmee heel oud worden. En alles eten!

Heb ik na al dit gemopper ook nog iets lekkers voor op tafel? Jawel, spelt dus: een overheerlijke salade van speltpasta met gerookte zalm. Want het moet ook weer niet te gezond zijn (of te lekker, volgens Maarten 't Hart).

Salade van speltpasta met gerookte zalm
- 300 gr fusilli van speltmeel (La Vialla)
- 3 rijpe tomaten
- 2 sjalotjes
- ½ komkommer
- 250 gr gerookte zalm
- 4 hardgekookte eieren
- wat rucola of veldsla
- 1 dl extra vergine olijfolie
- drupje balsamico
- takje verse dragon
- zout, vers gemalen peper

Kook de pasta in goed gezouten water (of met groentebouillontablet) in 10 min. gaar, giet hem af en voeg de olijfolie toe. Laat dit enkele uren intrekken. Kook en pel de eieren, snijd tomaten en komkommer (geschild) in kleine blokjes, snijd de sjalotjes fijn. Meng kort voor het serveren de pasta met de tomaat, sjalot en komkommer. Voeg blaadjes dragon en zout en peper toe en de rucola of veldsla, meng alles voorzichtig.
Doe er nog wat olijfolie en de balsamico bij. Schep de salade op een grote schaal en garneer hem met halve harde eieren en plakken gerookte zalm.
Lekker met een koele Orvieto of San Gimignano erbij, en een stukje boerenbrood. Omdat het kan.

Fotocredits: Lucette M. Faber