In september berichtten Milieudefensie en Foodwatch dat circa 10% van de wettelijke normen voor residuen van gewasbeschermingsmiddelen op groenten en fruit onveilig is. Gisteren meldde minister Schippers van Volksgezondheid in een brief aan de Tweede Kamer dat dit 'niet correct' is. Dat schrijft AGF.

Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te zijn rondom de presentatie van de conclusies, de 'maximale residulimiet' (MRL) en de gezondheidskundige grenswaarden voor acute effecten (ARfD). Bovendien blijkt Nederland in Brussel actief te ijveren voor aanpassing van MRL's die mogelijk gevaarlijk zouden kunnen zijn.

Schippers schrijft: De conclusie van Milieudefensie en Foodwatch dat circa 10% van de onderzochte wettelijke normen onveilig is, wekt de indruk dat 10% van alle MRL's onveilig is. Dit is niet correct. Er zijn namelijk meer dan 100.000 MRL's en het is op dit moment niet exact aan te geven welk deel daarvan een overschrijding van de ARfD toelaat. Voorlopige jaarlijkse meetgegevens van de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit (NVWA) van 3000 monsters groente en fruit blijkt dat in het merendeel van de gevallen de gemeten gehaltes aan gewasbeschermingsmiddelen ver onder de MRL blijven. Slechts bij een klein aantal handelspartijen is een overschrijding van de ARfD mogelijk geweest.op dat het daadwerkelijke percentage aanmerkelijk lager ligt. Daarnaast heeft in 2011 het Productschap Tuinbouw als reactie op het rapport van het RIVM uit 2010 de MRL's voor groenten en fruit beoordeeld op potentiële risico’s. Van de meer dan 100.000 MRL's werden er ongeveer 450 (~0,5%) geïdentificeerd waarbij er een potentieel risico zou kunnen optreden. Inmiddels is een deel van deze 450 MRL's aangepast. Dit duidt erop dat het percentage MRL's waarbij een overschrijding van de ARfD mogelijk is, aanzienlijk lager ligt dan 10%.

In de praktijk worden zelden gehaltes aan residuen gemeten die aanleiding kunnen geven tot een overschrijding van de ARfD. Op basis van metingen van residuen door de NVWA en het Productschap Tuinbouw werden de meest risicovolle werkzame stoffen geïdentificeerd en die zijn door het RIVM nader onderzocht. Er zijn hier 10 stoffen geïdentificeerd waarbij een herziening van MRL's noodzakelijk werd geacht. Aan de meerderheid van deze stoffen was al een hoge prioriteit voor herziening gegeven door EFSA. Voor de stoffen waaraan in de
EU nog onvoldoende prioriteit was gegeven, heeft Nederland om een versnelde herziening van de bestaande MRL's verzocht.