Afgelopen halve eeuw zijn we er aan gewend geraakt dat onze overheid en politici zich laten adviseren door allerlei wetenschappelijke instanties. Denk aan de European Food Safety Authority (EFSA), het Voedingscentrum, en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Daarmee creëren regering en politiek twee valkuilen met verstrekkende gevolgen voor het proces van verstandige afwegingen en besluitvorming. Ten eerste is het inwinnen van advies bij telkens één gespecialiseerde instantie gebaseerd op een twijfelachtig wetenschapsfilosofisch denkkader. Ten tweede heeft deze werkwijze psychologisch effecten die de inhoud van het advies sterk beïnvloeden.