Op donderdag 16 mei had het 8 uur Journaal van de NOS opmerkelijk nieuws: “agrarisch natuurbeheer compleet mislukt” en “subsidies zijn weggegooid geld”.
Bam! Dat hakte er in.
Niet dat het klopt, want ja, er zijn met agrarisch natuurbeheer helaas heel wat mislukkingen geboekt maar ook successen. Van een succes is al sprake als de achteruitgang van soorten wordt gestopt, zoals geldt voor de weidevogels in bijvoorbeeld de polder Ronde Hoep. Maar er zijn ook gebieden waar populaties vooruit zijn gegaan, zoals grutto’s in Eemland/Arkemheen, akkerranden met grauwe kiekendieven in Groningen en poelen met kikkers in Gelderland en Limburg. Hoe kan deze halve waarheid dan als hele waarheid worden gepresenteerd in het NOS Journaal?

Om dat te verklaren moeten we terug naar maart vorig jaar. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur wilde een advies voorbereiden over het natuurbeleid en had daartoe een commissie gevormd. Daarin zat de Wageningse hoogleraar Frank Berendse. Zoals gebruikelijk in zulke raden wilde men eerst onderzoek laten doen. Eén onderzoek zou gaan over de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer. De werkgroep besloot het onderzoek uit te besteden aan dr. David Kleijn van Alterra. Dat is opmerkelijk, want Kleijn deed al 15 jaar geleden samen met Berendse onderzoek aan de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer, en roept al 15 jaar dat agrarisch natuurbeheer niks is en niks zal worden. Het had meer voor de hand gelegen om prof. Geert de Snoo te vragen, de enige hoogleraar agrarisch natuurbeheer die Nederland ooit heeft gehad. Zijn leerstoel is in 2003 ingesteld om de polarisatie rond agrarisch natuurbeheer te doorbreken en het beheer naar een hoger niveau te tillen. De leerstoel is gefinancierd door vijf natuurorganisaties, LTO, agrarische natuurverenigingen en het ministerie van EZ. (Later in 2012 zou De Snoo vertrekken, maar dat was in maart nog lang niet bekend). Berendse kende De Snoo zeer goed, want hij werkte in Wageningen net als Kleijn in hetzelfde gebouw en was voorzitter geweest van de commissie die De Snoo in 2003 had voorgedragen. De Snoo is ook kritisch, maar veel genuanceerder dan Kleijn.

Maar goed, Kleijn ging aan de slag en kwam met een voorspelbaar rapport: agrarisch natuurbeheer is niks. Nou ja, met uitzondering van de grauwe kiekendief in Groningen en de hamster in Limburg. Dat rapport werd alvast op de website van de RLI gezet en ging direct een eigen leven leiden.

Op 4 maart was er een symposium over agrarisch natuurbeheer, georganiseerd door natuurorganisaties. Daar spraken dr. David Kleijn en ir. Paul Terwan, een onafhankelijk adviseur die voor deze gelegenheid optrad namens de agrarische natuurverenigingen. Terwan kwam met stevige kritiek op Kleijns verhaal: die had verouderde cijfers gebruikt en bijna alle succesverhalen weggelaten. Terwan schreef ook een commentaar op Kleijn’s rapport en stuurde dat naar de RLI. Het enige dat daarvan terug te vinden is, zijn vier regels dat er ook positieve uitzonderingen op de regel zijn. Hetzelfde lot onderging een uitgebreid commentaar van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap. In de analyse van de Raad, de onderbouwing van hun eigenlijke advies, kwam zelfs te staan dat agrarisch natuurbeheer “een groot fiasco” is. Die formulering kwam niet terug in het advies zelf, dat veel genuanceerder is en veel verstandige uitspraken bevat. Maar journalist Hans Marijnissen van Trouw, hardnekkig criticus van agrarisch natuurbeheer, rook lont. Hij zette al donderdagochtend het “totale fiasco” prominent op de voorpagina. Zo kwam het NOS Journaal aan zijn “nieuws”, werd heel Nederland op het verkeerde been gezet en is de polarisatie weer helemaal terug.

Was de RLI een actiegroep was geweest, dan zou ik hebben gezegd: knap werk! Maar de RLI is een eerbiedwaardig, door de belastingbetaler gefinancierd orgaan dat geacht mag worden degelijk onderbouwde en evenwichtige adviezen uit te brengen. Niet recht praten wat krom is, maar ook niet krom praten wat recht is. De Raad heeft dus wat uit te leggen:
• Waarom is de onderzoeksopdracht verleend aan een notoire tegenstander van agrarisch natuurbeheer en niet aan een meer genuanceerde hoogleraar? Of desnoods aan beiden?
• Waarom is vrijwel niets gedaan met de steekhoudende kritiek op zijn rapport?
• Waarom is de halve waarheid “groot fiasco” in de analyse blijven staan, wetende dat dit koren op de molen zou zijn van media die tuk zijn op krasse uitspraken?

Ik stel deze vragen als burger, belastingbetaler, natuurliefhebber, bioloog, kritisch voorstander van natuurbeheer door boeren, en initiatiefnemer van de leerstoel agrarisch natuurbeheer. Maar eigenlijk hebben we allemaal recht op duidelijkheid.

Dit artikel verscheen in licht gewijzigde vorm in het landbouwblad Nieuwe Oogst van 1 juni 2013

Fotocredits: 'natuurlijke begrazing', uitsnede, Fabio Bruno