De Telegraaf schrijft naar aanleiding van het rapport en het persbericht daarover van de FNLI: De regels voor kinderreclame heeft de industrie per 2015 aan zichzelf opgelegd. Den Ouden [directeur van de FNLI, red.] vindt niet dat de stijging van het aantal overtredingen tot de conclusie leidt dat de overheid moet ingrijpen. "Bedrijven houden in grote mate rekening met de regels."

Het persbericht van de FNLI zegt dat net zo, maar in wat meer woorden in haar persbericht:
Vandaag verscheen de jaarlijkse monitoring van de naleving van de reclameregels voor voedingsmiddelen gericht op kinderen. In opdracht van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) onderzocht de Stichting Reclame Code voor de vijfde keer in hoeverre bedrijven zich houden aan de regels van artikel 8 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RvV). Hoewel de naleving in algemene zin goed te noemen is, zijn er toch meer bedrijven geïdentificeerd die in overtreding zijn van deze regels, in vergelijking met 2015. Opvallend genoeg betreft dit in toenemende mate reclame voor producten die niet snel als kinderproducten worden gezien, zoals bouillon, kruidenmixen, rookworst, saus en frituurvet. De FNLI concludeert hieruit dat zij nog meer in moet zetten op bewustwording van de regels onder haar leden, supermarkten, horeca en media-inkoopbureaus. Nieuw in de monitoring is het onderzoek naar zich snel ontwikkelende kanalen: vlogs en apps. Hier werden geen overtredingen gevonden.

De FNLI concludeert hieruit dat zij nog meer in moet zetten op bewustwording van de regels onder haar leden, supermarkten, horeca en media-inkoopbureaus.
Het onderzoek is uitgevoerd door de afdeling Compliance van de Stichting Reclame Code in de periode mei-juni 2016. De bevindingen in het kort:

TV: Onderzocht is of er commercials voor voedingsmiddelen op televisie zijn uitgezonden rondom programma’s met een bereik van meer dan 25% onder kinderen van 12 jaar of jonger. Er zijn uitingen van 5 bedrijven gevonden waar het reclame gericht op kinderen van 7 t/m 12 jaar betreft voor producten die niet aan de voedingskundige criteria voldoen.

Bioscopen: Er zijn geen overtredingen in reclames rondom bioscoopfilms gericht op kinderen en families gevonden.

Bedrijfs- en merkenwebsites: In totaal zijn 106 websites onderzocht, waarvan 93 (=88%) conform het bepaalde in artikel 8 van de RvV zijn. Er zijn in totaal 13 websites (=12%) die reclame bevatten (of daarnaar verwijzen) die gericht lijkt op kinderen en waarop geen uitzonderingsbepaling van toepassing is.

Kinderwebsites: Daarnaast zijn 23 websites van derden, die zich specifiek richten op kinderen t/m 12 jaar, onderzocht, zoals spelletjeswebsites en websites van kindermedia. Op 7 van de 23 websites is reclame waargenomen, van 12 verschillende bedrijven, die mogelijk strijdig is met artikel 8 van de RvV.

Social media: Om de monitoring beheersbaar te houden, zijn alleen social media-kanalen van bedrijven in eigen beheer onderzocht. Hier is 1 geval van overtreding gevonden.

Vlogs: Naast het onderzoek naar eigen social media-kanalen is dit jaar voor het eerst een steekproef gehouden onder 15 bij kinderen populaire vlogs. Hier zijn geen overtredingen gevonden.

Apps: Ook nieuw is dat dit jaar 27 apps, die bij kinderen populair zijn (met onder andere spelletjes), zijn gemonitord. Hier zijn geen overtredingen gevonden.

De gevonden uitingen die niet in lijn lijken met artikel 8 van de RvV zijn afkomstig van in totaal 23 bedrijven. Daarnaast is bij 3 bedrijven een zogenaamd ‘grensgeval’ geïdentificeerd.

Den Ouden vindt niet dat de stijging van het aantal overtredingen tot de conclusie leidt dat de overheid moet ingrijpen. "Bedrijven houden in grote mate rekening met de regels."
Bewustwording
Opvallend is dat een aanzienlijk deel van de overtredingen rond kinderwebsites gevonden werd in reclames voor producten die niet snel als kinderproducten worden gezien, waaronder sauzen en maaltijdmixen. Er lijkt een gebrek aan bewustwording te bestaan dat de regels álle voedingsmiddelen betreffen. Philip den Ouden, directeur FNLI: “Hier is voor de FNLI nog veel werk aan de winkel. Wij zullen, in samenwerking met andere adverteerdersorganisaties zoals de BVA, ons nog meer moeten inspannen om onze leden, maar ook supermarkten, horecabedrijven en media-inkoopbureaus, effectief te informeren over onze eigen regels.”

Bedrijven nemen maatregelen
Den Ouden: “De proactieve jaarlijkse monitoring blijft voor ons een belangrijk instrument om de naleving in kaart te brengen. Zo kunnen we ons snel concentreren op de punten waarop verbetering nodig is.” Levensmiddelenproducenten nemen zo zelf het voortouw elkaar erop aan te spreken wanneer er niet aan de regels wordt voldaan. De FNLI heeft de bedrijven die in de monitoring genoemd worden hier inmiddels op gewezen. Een groot deel heeft de uitingen die in overtreding waren direct teruggetrokken en zegt toe de nodige maatregelen te nemen, samen met hun mediabureaus, om de regels in de toekomst nog beter na te kunnen leven.


Discussie zal blijven
In reactie op de scherpe opinie Wie wil echt voorkomen dat mensen ziek worden? van Wanda de Kanter, zei recent reclameman Jan Peter van Doorn dat ongewenste verleiding diepgaand zou moeten worden aangepakt. Als voorbeeld noemde hij Snickers, de reep die een aanrekkelijke interactieve publiekscampagne startte rond de belofte stevige trek te stillen en zegt dat je jezelf niet bent als je trek hebt. Om jezelf te blijven moet je dus eten en dan een Snicker nemen maar geen appel of banaan, anders zou de campagne dat wel zeggen. Zulke boodschappen vullen ook de ruimte waarin kinderen opgroeien.



De site van Snickers - onderdeel van Mars, een onderneming die een voorbeeldige kindermarketingcode hanteert - zit keurig achter een leeftijdsslot, ook al kun je de leeftijd invullen die je wilt.

Wij vermoeden dat de maatschappelijke discussie over de effectiviteit van de gemaakte afspraken en hun effect voor de ongewenste consumptie van kinderen nog niet uit de lucht is. Wel is het heugelijk te zien dat de FNLI zijn leden aanspreekt op gemaakte afspraken en - ondanks zorgelijke uitspraken over het vele werk voor de boeg - weinig moeite hoeft te doen om die alsnog te realiseren in geval van gesignaleerde missers.