Het rapport concludeert dat dierwelzijn tussen de duurzaamheidsonderwerpen die worden aangekaard nog maar een ondergeschoven kindje is. Programmamanager Nicky Amos: "Terwijl meer dan 70 procent van de bedrijven in onze benchmark dierwelzijn een business issue noemen, moeten velen nog een echt beleid publiceren en hebben nog minder de specifieke afspraken die hieraan ten grondslag liggen vastgelegd." Slechts 46 procent van de onderzochte bedrijven heeft een beleid gepubliceerd, 41 procent beschrijft dat het topmanagement er op toeziet en 26 procent heeft doelen benoemd.
De Benchmark noemt een aantal goede voorbeelden. Zo heeft Unilever een 'Sustainable Agriculture Code' waarin het zich onder andere vastlegt op zekerstellen dat alle leveranciers zich bewust zijn van relevante wetgeving en daar ook aan voldoen. Supermarktketen Sainsbury's is een ander goed voorbeeld, met z'n Concept Pig Farm waar nieuwe technieken uitgeprobeerd worden en kennis met boeren gedeeld wordt over hogere welzijnsstandaarden.
Volgens dr. Rory Sullivan, adviseur bij de Business Benchmark, wordt het steeds belangrijker voor bedrijven en hun investeerders om dierwelzijn ter harte te nemen. Het rapport is een eerste mijlpaal op dit gebied en wordt als zodanig toegejuicht door Justin King, CEO van Sainsbury's. Je moet immers eerst weten waar je staat, voor je het over verbetering kunt hebben. Volgens King is het rapport een 'unieke reflectie' op hoe goed (of slecht) voedingsmiddelenfabrikanten het op dierwelzijnsgebied doen. En dit keer niet om consumenten over de streep te trekken, maar om investeerders te overtuigen. Omdat dierwelzijn een business case is geworden, is de benchmark daar in eerste instantie voor bedoeld.
Fotocredits: Piglet and sow on grass, Compassion in World Farming
Dick, met het aangeven van ruimte, temperatuur en zonlicht, geef ik aspecten aan die nodig zijn voor extensieve veeteelt. En extensieve veeteelt, uitzonderingen daargelaten, is altijd diervriendelijker dan intensieve veeteelt.