In Resource, het blad van Wageningen UR, verscheen een kennismakingsinterview met de nieuwe rector. Hij is de opvolger van Martin Kropff, die na 10 jaar Wageningen verruilde voor de functie van directeur-generaal van het CIMMYT in Mexico.
Arthur Mol is geen onbekende in Wageningen. Hij was - en is - er hoogleraar van de leerstoelgroep Milieubeleid. Daarnaast bekleedt hij hoogleraarsposten aan twee universiteiten in China en Maleisië. Ondanks dat hij nog volop met zijn huidige functie bezig is (hij heeft nog 23 promovendi) maakt de 55-jarige nu toch de switch.
Daar heeft hij niet lang over na kunnen denken. "Ik heb in twee weken tijd vier commissies gesproken en er is heel snel geschakeld. De raad van bestuur en de raad van toezicht wilden snel een opvolger voor Martin, want je wilt bestuurlijke continuïteit. Ik begin volgende week donderdag. Ik zit nog bij te komen van de snelle stappen", zegt Mol in Resource.
'Te bureaucratisch'
Mol omschrijft zichzelf als "een weinig gecompliceerd persoon met weinig verborgen agenda’s". Wat kan Wageningen van hem verwachten? Een open en toegankelijke bestuursstijl, waar ruimte is voor veel overleggen en het verkrijgen van draagvlak. Tegelijk beoordeelt Mol de organisatie ook als te bureaucratisch. "Ik pleit al langere tijd voor een commissie om de regeldruk te verminderen, ik vind dat we meer tegengas moeten geven tegen de druk van de accountants. En ik vind dat we soms sneller kunnen beslissen, bijvoorbeeld bij benoemingen van hoogleraren. Vaak wordt een jaar van tevoren al aangekaart dat de hoogleraar met emeritaat gaat en dan duurt de procedure zo lang dat de nieuwe pas een jaar na het vertrek van de oude kan beginnen. Dat kan beter." Daar was zijn eigen procedure dan vast een voorproefje op.
Mol besluit: "Ik pleit voor wetenschap die er toe doet. Ik kan erg genieten van onderzoek dat voortkomt uit nieuwsgierigheid, maar uiteindelijk wordt het wel betaald met ons belastinggeld."
Fotocredits: Arthur Mol, Wageningen UR
Arthur Mol is geen onbekende in Wageningen. Hij was - en is - er hoogleraar van de leerstoelgroep Milieubeleid. Daarnaast bekleedt hij hoogleraarsposten aan twee universiteiten in China en Maleisië. Ondanks dat hij nog volop met zijn huidige functie bezig is (hij heeft nog 23 promovendi) maakt de 55-jarige nu toch de switch.
Ik pleit voor wetenschap die er toe doet. Ik kan erg genieten van onderzoek dat voortkomt uit nieuwsgierigheid, maar uiteindelijk wordt het wel betaald met ons belastinggeldBenoeming in sneltreinvaart
Daar heeft hij niet lang over na kunnen denken. "Ik heb in twee weken tijd vier commissies gesproken en er is heel snel geschakeld. De raad van bestuur en de raad van toezicht wilden snel een opvolger voor Martin, want je wilt bestuurlijke continuïteit. Ik begin volgende week donderdag. Ik zit nog bij te komen van de snelle stappen", zegt Mol in Resource.
'Te bureaucratisch'
Mol omschrijft zichzelf als "een weinig gecompliceerd persoon met weinig verborgen agenda’s". Wat kan Wageningen van hem verwachten? Een open en toegankelijke bestuursstijl, waar ruimte is voor veel overleggen en het verkrijgen van draagvlak. Tegelijk beoordeelt Mol de organisatie ook als te bureaucratisch. "Ik pleit al langere tijd voor een commissie om de regeldruk te verminderen, ik vind dat we meer tegengas moeten geven tegen de druk van de accountants. En ik vind dat we soms sneller kunnen beslissen, bijvoorbeeld bij benoemingen van hoogleraren. Vaak wordt een jaar van tevoren al aangekaart dat de hoogleraar met emeritaat gaat en dan duurt de procedure zo lang dat de nieuwe pas een jaar na het vertrek van de oude kan beginnen. Dat kan beter." Daar was zijn eigen procedure dan vast een voorproefje op.
Mol besluit: "Ik pleit voor wetenschap die er toe doet. Ik kan erg genieten van onderzoek dat voortkomt uit nieuwsgierigheid, maar uiteindelijk wordt het wel betaald met ons belastinggeld."
Fotocredits: Arthur Mol, Wageningen UR
Nu zit ik niet in die wereld, maar het lijkt een beetje stil rond Louise Fresco.
Haar nieuwe functie, voorzitter van de Raad van Bestuur, riep bij mij de verwachting van meer Realpolitik op.
Dat Arthur Mol als ‘milieuman’ rector magnificus wordt, verwondert me niet zo.
Velen zullen stellen dat de milieuaantasting zo’n gigantische wereldbedreiging geworden is, dat de internationale inbreng van Mol, en de inbreng door universiteiten om met een ecologisch kritisch landbouwbeleid de wereld te 'redden', een goede zaak is.
Maar waar vroeger een Maagdenhuisbezetting zou plaatsvinden, omdat de onafhankelijkheid van de universiteit belaagd zou worden als Johnson & Johnson of Bayer het beleid mee zouden bepalen, blijkt niemand zich er aan te storen, dat het beleid van de WUR, - voor zover ik het als kritisch burger op afstand kan beoordelen -, al lang niet meer onafhankelijk is, maar zich laat dirigeren door de Nederlandse EU-politiek.
Dus voorlopig voorrang bij de WUR aan een blijvende inzet om het milieu te redden of om…?
…op succesvollere wijze in strijd c.q. concurrentie met andere EU-landen de honderden miljoenen subsidies uit Brussel voor Nederland, geschraagd door ondersteunend onderzoek, te kunnen blijven binnenhalen ?
Want daar zijn tal van voorbeelden van. Zonder dat de wereld er ook maar enige baat bij had en heeft.
Voorbeeld:
In 2007/2008 werd met behulp van een voor burgers en EU-ambtenaren onleesbaar WUR-rapport een budget van meer dan 10 miljoen vrijgemaakt om zeetong in sloten met landbouwplastic te kweken. Men ging uit van een reel geacht productieniveau van 15.000.000 kg/jr. Na de proefperiode zou het voorbeeldbedrijf overgedragen worden aan de markt. Eind 2012 werd het project afgesloten met 300 kilo ondermaatse tong.
Gedeputeerde Staten Zeeland haastte zich om te zeggen, dat ‘we vooral veel geleerd hadden’.
Zowel het min. van EL&I, de Provincie Zeeland als de ZLTO (projectleider) rolden over elkaar met 15 miljoen kilo/p.jr prognoses.
De EU-subsidie wierp zoals gebruikelijk veel 'vrucht' af.
Budget voor onderzoek, advies, consultancy, en pre-engineering. De exploitatie bleek (ook veelvuldig gebruikelijk..) een fiasco.
Kritische vragen zijn taboe.
En niemand blijkt verantwoordelijk voor mislukkingen.
Verburg:
“De binnendijkse productie van zeetong – want daar gaat het om – kan volgens de prognoses groeien naar een jaarlijkse productie van 15.000ton met een handelswaarde van 150 miljoen euro. Dat is niet niks, dames en heren, en dan heb ik het nog niet eens over de kansen voor de werkgelegenheid.”, aldus Verburg.
En de projectleiding van de Zeeuwse Tong (de directeur bleek de echtgenoot van de Commissaris van de Koningin, maar GS Zeeland verklaarde dat dat toevallig was en niets met belangenverstrengeling te maken had..) plaatste in 2007 in het populair wetenschappelijk blad Quest (juni 2007) een artikel onder de kop:
“Nog een paar maandjes en dan ligt de eerste kweektong op een bordje”.
Bewuste misleiding om de subsidieaanvraag te pimpen ?
Het maar één voorbeeld.
Er zijn inmiddels tal van ‘groene’ eco-projecten, waarvan wetenschappelijk onderzoek, pre-engineering, consultancy en de bouw het volledige subsidiebudget consumeerden, en exploitatie dramatisch faalt.
( zie recente faillissementen 2015 in Zeeland op Foodlog (#105 )
Daarom de volgende vragen:-
- Faciliteert de WUR de Nederlandse politiek om geld uit Brussel te halen (Men spreekt letterlijk op beschamende wijze van “Grijpen in de vleespotten van Brussel”), ook al zou een realistische feasibility study aangeven dat exploitatie zeer problematisch, dan wel vrijwel onmogelijk is ?
- Is de WUR onafhankelijk als wetenschappelijk instituut, of, voor het ‘goede doel’, een politiek instrument geworden ?
- Is de benoeming van Mol een wetenschappelijke of een politieke ?