Theorieën zoals de algemeen aanvaarde ‘free radical theory of aging’ opperen dat cellen (en het DNA daarin) beschadigd worden door afvalstoffen van de oxidatieve processen, vooral als de verbranding niet optimaal verloopt door stressfactoren en de afvalstoffen niet opgeruimd worden.
Mithormesis
De vrije radicalen of ROS (‘reactive oxygen species’) die vrijkomen zouden moeten worden afgevangen door extra antioxidanten. De Duitse medisch onderzoeker Michael Ristow bestrijdt dat idee al bijna een decennium. Hij stelt daar nu het idee van de mithormesis tegenover.
Dat houdt in dat de mitochondriën, de ‘energiecentrales’ van de cellen, juist goed blijven functioneren als ze onder druk worden gezet en meer ROS aanmaken. Er ontstaat een soort trainings- of gewenningseffect door een lichte vergiftiging.
In twee recente studies zet Ristow zijn bevindingen over mitohormesis uiteen. Eén daarvan heeft als uitkomst dat calorierestrictie (waardoor een verminderde beschikbaarheid van glucose in de cel ontstaat) en lichamelijke belasting door beweging de gezondheid en de levensduur van de cel verlengt.
Autofagie
Ristow concludeert, in lijn met de bevindingen van anderen, dat ROS geen afvalstoffen zijn die moeten worden opgeruimd, maar noodzakelijke signaalmoleculen die de gezondheid en een langer leven bevorderen. Antioxidanten ondermijnen hun werking juist.
Het opruimen van afvalstoffen uit de cel, de zgn. autofagie, zou volgens een andere studie nog verbeterd kunnen worden door calorierestrictie te combineren met toevoeging van resveratrol. Dat is een plantaardige polyfenol en komt voor in oa. druivenschillen. Het heeft een magische klank gekregen omdat het in rode wijn zit, dat om die reden gezond zou zijn.
Calorierestrictie en resveratrol? Dat klinkt gek genoeg als gastronomie en de Franse Paradox, kleine porties en rode wijn. De studie werd echter uitgevoerd met ratten.
Astrid #19, als je liever "gelooft" is dat wat mij betreft prima, maar het is geen basis om onderzoeken naar enkele stofjes op aan te vallen. Sterker nog, het is geen basis om überhaupt mee uit te halen naar allerlei wetenschappelijke onderzoeken. Het is denk ik wel het meest praktische wat je als individu kan doen, samen met het gebruik van het "boerenverstand" en de ratio (bijvoorbeeld kijken welke voeding de mens van nature at).
Als "ze" er volgens jou achter zijn dat losse stofjes niet werken, dan ben ik benieuwd hoe je denkt over vitamines en mineralen. "Werken" die niet? Is het joderen van brood of zout onzin?
En "werkt" elke week een broccoli eten dan wel? Kan je een linkje geven van een onderzoek waaruit dit blijkt?
Overigens zegt het artikel hierboven helemaal niet dat antioxidanten "niet werken", het plaatst kanttekeningen bij de versimpelde gedachte dat vrije radicalen slecht zijn en we maar beter bakken met antioxidanten kunnen nemen. Ik betwijfel sterk of onderzoekers die deze kanttekeningen maken, zouden willen stellen dat antioxidanten in zijn geheel niet werken en niet nodig zijn.
Zoals ik in #15 al schreef, één van de belangrijkste aspecten waar in onderzoek gebruik van wordt gemaakt, is het vinden van grote effecten. Hoe groter het effect, hoe makkelijker je het kan observeren. Jodiumtekort geeft struma, vertraagde stofwisseling, etc. Dat aspect geldt voor losse stofjes net zo goed als voor whole food. Als 3 maanden lang elke week broccoli eten een groot en goed meetbaar effect zou geven, dan zou je kunnen concluderen dat broccoli op dat punt gezond is. Helaas is de werkelijkheid weerbarstiger en zal je nauwelijks duidelijke effecten zien, én zijn de effecten die je ziet afhankelijk van wat de proefpersoon nog meer eet, welke leefstijl hij/zij heeft, welke aanleg, etc. Kortom, er zijn zat losse stofjes die grote effecten laten zien (vitaminen, of bepaalde gifstoffen), maar voor subtielere en langetermijneffecten zijn steeds meer wetenschappers er van overtuigd aan het raken dat het om voedingspatronen gaat, kijk maar eens wat Jaap Seidell op deze site daarover schrijft. Alleen het echt áántonen daarvan is bijzonder lastig, en misschien wel onmogelijk, omdat je nooit alle verschillende permutaties kan meenemen.