In een maandag 24 januari gepubliceerd advies wijst het EU-platform voor duurzame financiering, een adviesorgaan van de Europese Commissie, de keuze van Brussel af. Fossiel gas en kernenergie mogen volgens het platform niet als groen worden beschouwd.

De adviseurs noemen fossiel "verre van groen". Gasgestookte elektriciteitscentrales moeten geleidelijk over op circulair biomethaan of waterstof en dus niet nog langer door op fossiel gas.

De principiële kritiek is lovenswaardig, maar geen antwoord op de werkelijke uitdaging waarvoor de EU staat. Rekenkundig moet de EC zich de vraag stellen wanneer in de komende decennia hoeveel groene energie geproduceerd kan worden
Volgens het ontwerp-voorstel van de Commissie krijgen gasgestookte elektriciteitscentrales een "overgangs"-investeringslabel als zij "vanaf 1 januari 2026 ten minste 30% hernieuwbaar of koolstofarm gas gebruiken, en vanaf 1 januari 2030 ten minste 55% hernieuwbaar of koolstofarm gas". Bovendien stelt de Commissie voor dat alle gasgestookte elektriciteitscentrales vanaf 1 januari 2036 moeten "overschakelen op hernieuwbaar of koolstofarm gas" om in aanmerking te komen voor het groene investeringslabel van de EU.

Volgens de adviseurs zijn deze criteria ontoereikend om te kunnen voldoen aan de EU-klimaatwetgeving, die tot doel heeft de uitstoot tegen 2050 tot nul te herleiden. De meest efficiënte gasgestookte elektriciteitscentrales stoten 316 gram CO2-equivalent per kilowattuur uit. Volgens de adviseurs van de Commissie is zulke energieproductie "op geen enkel punt van haar levenscyclus groen". De voorgestelde criteria voor gasgestookte elektriciteitscentrales zouden dan "aanzienlijke schade blijven veroorzaken in vergelijking met de huidige en geplande criteria, zelfs na 2036. Alleen broeikasgasemissies van elektriciteitsproductiecycli op basis van fossiele brandstoffen die minder dan 100 g CO2e/kWh bedragen, garanderen een significante bijdrage aan de beperking van de klimaatverandering door individuele gasgestookte elektriciteitscentrales."

De Duitse regering keerde zich onlangs fel tegen het kernenergie als tijdelijk groen, maar is juist voor gas omdat ze geen oplossingen heeft om voldoende groen gas of waterstof te produceren om daarmee steenkoolcentrales te vervangen.

Econoom Sébastien Godinot van het Europese beleidsbureau van het World Wildlife Fund en lid van het adviesplatform, zei dat "er pogingen zijn gedaan om de wetenschap te muilkorven", maar dat "het platform haar vandaag een kans heeft gegeven om gehoord te worden. Fossiel gas veroorzaakt enorme emissies, en kernenergie produceert zeer radioactief afval waarvan we nog steeds niet weten hoe we het moeten beheren."

De principiële kritiek is lovenswaardig mooi, maar geen antwoord op de werkelijke uitdaging waarvoor de EU staat. Rekenkundig moet de EC zich de vraag stellen wanneer in de komende decennia hoeveel groene energie geproduceerd kan worden. Vervolgens kan de Unie vaststellen of het aanbod moet worden bijgesteld of nou juist de vraag. Rekenmodellen die nadrukkelijk ingaan op de beschikbaarheid en de consequenties van onvoldoende energie om de vraag te dekken, zijn dun gezaaid.