Zijn zelfverbranding op 17 december 2010 ontketende de zgn. Arabische Lente, die geen vrijheidsstrijd maar een armoede- en voedselrevolutie is. Zijn daad verspreidde zich over heel Noord-Afrika en werkte uit tot in Egypte en Syrie.
De dood van Mo is een van de belangrijkste beelden van de vroege 21e eeuw. Zijn daad hing samen met een piek in de wereldvoedselprijzen. Sterk fluctuerende voedselprijzen zorgen voor onrust omdat armere mensen er geen bestaan op kunnen bouwen. Dat zorgt voor spanning. Wij merken een paar dubbeltjes of zelfs 1 euro méér per dag nauwelijks. Bijna de helft van de mensen op aarde leeft van minder dan $2,50 per dag. Hun inkomen halveert. Dat voelen ze tot diep in hun ziel.
Inmiddels beginnen we te begrijpen wat het betekent voor anderen, al zijn de meesten van ons Mo vermoedelijk al vergeten. Het is niet onwaarschijnlijk dat we het nog veel vaker gaan meemaken. Uiteindelijk hebben we er geen beelden meer voor nodig, maar zullen we begrijpen wat er gebeurt als mensen hun voedsel en waardigheid niet meer kunnen betalen. Uiteindelijk zullen ze het komen halen waar er genoeg van is.
Voorlopig is het daarom goed de beelden regelmatig in herinnering te roepen.
Fotocredits: Tunisian credits, Aslan Media
Huib, mijn zin was niet echt bedoeld om zonder context te analyseren. Die context gaat over schaarste of calamiteiten, dus onafhankelijk van economische groei.
Overigens denk ik dat onderdrukking meer een thema is dan armoede bij de rellen (zie ook nu de opstanden in India). De problemen worden dan pas echt groot na de 'bevrijding'; dat was ook het geval in bv Rusland. Moskou werd letterlijk een grote stinkende vuilnisbelt omdat de rotzooi niet meer werd opgeruimd; de mensen wilden al snel (en sommigen nog steeds) terug naar de tijd dat orde er gewoon was.
Het blijkt lang te duren voordat mensen democratie echt leuk gaan vinden.
Mo vond het wèl leuk.