De FAO (voedselorganisatie van de Verenigde Naties) berekende dat nu al bijna 15% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zijn oorsprong vindt in de veehouderij. Dat is meer uitstoot dan de transportsector veroorzaakt. En dit percentage zal de komende tijd nog meer oplopen, want wereldwijd stijgt de vraag naar vlees en wordt een groei van de veestapel verwacht. Als we niets doen, dan zal alleen al de landbouw in 2050 verantwoordelijk zijn voor een gemiddelde temperatuurstijging van 2%.
Dit is onaanvaardbaar. 2% is immers het maximum dat de aarde aankan en het doel van de klimaattop in Parijs is dan ook de opwarming van de aarde binnen deze grens te houden.
Toch wordt er in Parijs nauwelijks over landbouw en veehouderij gesproken. Onderzoekers van Compassion in World Farming (CIWF) analyseerden de 118 plannen die deelnemende landen bij de klimaatconferentie indienden. Niet één van deze landen stelt voor de productie en consumptie van vlees en zuivel te verminderen. Slechts 27 landen willen de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw beperken: via slimmere productiemethoden en beter management.
Daarmee kan inderdaad enige winst (zo'n 30%) worden behaald, maar lang niet genoeg om de verwachte groei van de uitstoot door de veehouderij te compenseren. Bij ongewijzigd beleid wordt immers een 80% hogere uitstoot door de landbouw verwacht.
Langzaam maar zeker begint het besef door te dringen dat een vermindering van de vleesconsumptie en het veranderen van voedingspatronen onvermijdelijk zijn om de temperatuurstijging het hoofd te bieden. Vorige maand publiceerde de invloedrijke Britse denktank Chatham House een rapport van deze strekking en ook Hilal Elver, de speciale rapporteur van de VN over het recht op voedsel, concludeerde dat 'het 'huidige consumptiepatroon van vlees en zuivel in de wereld een belangrijke aanjager van de klimaatverandering is', en dat 'klimaatverandering alleen effectief kan worden aangepakt door de vraag naar deze producten te verminderen'. Elver pleit daarbij voor een genuanceerde aanpak: In de rijke landen moet de consumptie van vlees worden teruggedrongen en regeringen in opkomende economieën moeten ervoor zorgen dat de vleesconsumptie binnen de perken blijft.
De Parijse conferentie komt te vroeg om oplossingen te bieden voor deze nieuwe inzichten. In de komende jaren zullen beleidsmakers echter niet langer om de hete brij heen kunnen. Afspraken om de enorme voedselverspilling en de vleesconsumptie te verminderen zijn noodzakelijk. Wie daar niet op wil wachten kan ondertussen zelf alvast beginnen met een eigen bijdrage. De impact daarvan is groot: Een menu met meer dan 100 gram vlees per dag levert een dagelijkse uitstoot op van meer dan 7 kilo broeikasgassen. Eet je minder dan 50 gram vlees per dag, dan is de uitstoot al 33% lager. Een 100% plantaardig menu is zelfs verantwoordelijk voor een reductie van 60%!
Fotocredits: minder maar lief voor dieren vlees uit de kraamkamer van Foodlogpartner Vair, Foodlog Media
Mijn excuses voor de late reactie op alle discussiebijdragen, maar hier zijn dan toch een paar opmerkingen.
Al geruime tijd wijst Compassion in World Farming op de nadelige effecten van de wereldwijde groei van de intensieve veehouderij. Die gaan veel verder dan alleen maar dierenwelzijn. De bijdrage aan de opwarming van de aarde door de veehouderij komt daarbij uiteraard steeds aan bod, maar staat nu wel zeer in de schijnwerper vanwege de klimaattop in Parijs. Bovendien zijn er recent enkele onderzoeken gepubliceerd die laten zien hoezeer een vermindering van de vleesproductie en consumptie kan bijdragen aan het tegengaan van de opwarming van de aarde. Op verzoek van een van de reacties geef ik hier een tweetal bronnen:
Het rapport van de Britse denktank Chatham House, waarnaar ik in het artikel verwijs.
En dit artikel door Henk Westhoek en anderen: Food choices, health and environment: Effects of cutting Europe's meat and dairy intake.
En mogelijk ten overvloede: in mijn blog pleit ik niet voor het invoeren van een vegetarisch dieet, zoals iedereen kan lezen. We moeten de vleesconsumptie in Europa en de VS verminderen en er voor zorgen dat de vleesconsumptie in de opkomende economiën binnen de perken blijft van wat verantwoord is.