Het is laat op de avond in de week voor kerst. Mijn mannen zijn op het land aan het werk. Het vriest buiten. Ze bewerken onze oude zeeklei, en leggen het land klaar voor het inzaaien van de suikerbieten volgend voorjaar. Het is letterlijk maar ook figuurlijk duister aan de horizon, want mega-glanzende zonnevelden en nog meer windturbines bedreigen ons boerenland. Mijn hart bloedt.