Alweer crisisberaad in de melkveesector. Vanmiddag tijdens een bijeenkomst van het Convenant Weidegang, een samenwerking tussen de melkveesector, maatschappelijke organisaties en de overheid, moet er een noodplan komen om koeien in de wei te houden. De sector heeft zich voorgenomen om koeien in de wei te houden, maar haalt haar doelstelling niet. Afgelopen week moest staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken nog extra maatregelen nemen omdat de sector ook al niet binnen de Europese mestnormen wist te blijven. Het gaat aan alle kanten mis. De sector kan zichzelf niet reguleren en staatssecretaris Dijksma moet harder en dieper ingrijpen, vindt Milieudefensie.

Door het einde van de Europese melkquotering op 1 april is de melkveestapel gaan groeien. De groei vindt vooral plaats op grootschalige melkveebedrijven. Als een boer meer dan 160 koeien heeft (twee keer het gemiddeld aantal koeien van een Nederlands melkveebedrijf) komen die vrijwel nooit meer buiten. Daarvoor is er te weinig ruimte in de wei en te weinig tijd om alle koeien voor de volgende melkbeurt naar buiten en weer naar binnen te krijgen.

Koeien in de wei zijn niet alleen maar leuk om naar te kijken. De binding van vee aan grond is de enige oplossing voor het mestoverschot
Nu al 1000 koeien in één stal
Het aantal megastallen (stallen met meer dan 250 koeien) groeit, blijkt uit onderzoek van Alterra, onderdeel van de Wageningen Universiteit. Bovendien worden deze stallen steeds groter. De eerste bedrijven met meer dan 1000 koeien zijn realiteit. De schaalvergroting heeft drie belangrijke gevolgen: een daling van de melkprijs, een stijging van het mestoverschot en een afname van het aantal koeien in de wei. Door de daling van de melkprijs gaan boeren nog meer koeien houden. Meer koeien geven meer mest. Het mestoverschot brengt nog meer schade toe aan natuur en milieu. Dit kost de samenleving jaarlijks honderden miljoenen euro’s. Het meest zichtbare effect is nu al te zien. Minder koeien in de wei, en steeds meer megastallen.

Mission impossible
De zuivelsector besefte al eerder dat deze ontwikkelingen niet gunstig zijn voor het draagvlak in de samenleving. Daarom zijn er afspraken gemaakt tussen de sector en maatschappelijke organisaties in het Convenant Weidegang. Het Convenant slaagt er echter niet in om haar doelstelling – evenveel koeien in de wei als in het jaar 2012 – te halen. Met het groeiende aantal koeien ziet Staatssecretaris Dijksma ook dat de zaken uit de hand lopen. Zij beperkte echter niet het aantal koeien, maar eiste wel minder mestproductie van de sector. Een onmogelijke missie voor de boeren die dan ook al snel het mestplafond met hun koeien overschreden. Ze liet verder weten dat het percentage koeien in de wei omhoog moet, hoger zelfs dan de afspraken uit het Convenant Weidegang. Intensivering en weidegang gaan echter niet samen. Dijksma zegt wel dat ze meer weidegang wil, maar haar beleid stimuleert juist dat de koeien binnen moeten blijven.

De miljoen euro die Dijksma wil inzetten om weidegang te verhogen, is een doekje voor het bloeden zolang de intensivering doorgaat
Doekje voor het bloeden
Koeien in de wei zijn niet alleen maar leuk om naar te kijken. De binding van vee aan grond is de enige oplossing voor het mestoverschot. Daarnaast zijn koeien in de wei beter voor het milieu dan wanneer ze in de stal staan. Bovendien is weidegang goed voor de gezondheid van koeien. Koeien die continu op stal staan hebben een lagere weerstand en meer last van doorligplekken en ontstekingen aan de hoeven.
Dijksma moet haar beloftes voor meer weidegang waarmaken. Dit betekent grondgebondenheid: een koppeling van de hoeveelheid koeien aan de hoeveelheid landbouwgrond. Dan kan de koe in de wei grazen en de mest op het land worden verspreid. Daarnaast moet Dijksma ervoor zorgen dat dat er voldoende weidegrond is rondom de stallen, leg dit vast in de wet. De miljoen euro die Dijksma wil inzetten om weidegang te verhogen, is een doekje voor het bloeden zolang de intensivering doorgaat.

Fotocredits: 'blije koeien', HarcoRutgers